Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 mei 2019
Naar aanleiding van de twee onderzoeken inzake de Wet gemeenschappelijke regelingen die ik aan uw Kamer heb gestuurd, heeft Uw vaste commissie voor Binnenlandse Zaken mij op 9 april jl. gevraagd wanneer zij de nadere uitwerking inzake de Wgr kan ontvangen.
Ik werk aan een bredere brief als uitwerking van de Thorbeckelezing waarin ik mijn visie op het binnenlands bestuur neerleg. In die brief wil ik ook ingaan op mijn plannen inzake de Wgr. Ik ben voornemens deze brief voor het zomerreces naar uw Kamer te sturen.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren