Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 maart 2019
Met veel genoegen stuur ik u hierbij de door mij ondertekende startbeslissing voor de MIRT-verkenning A1/A30 Barneveld1.
In het BO-MIRT van 21 november 2018 ben ik met de regio overeengekomen om een MIRT-verkenning te starten naar de A1/A30. Hiervoor is in totaal € 40,9 miljoen beschikbaar, waarvan € 8,5 miljoen vanuit regionale cofinanciering.
Doelstelling van de verkenning A1/A30 is het verbeteren van de verkeersdoorstroming op de A1 tussen de aansluitingen Barneveld en Voorthuizen en op de aansluiting A1/A30 zelf. Hiermee zet ik nog een stap in het realiseren van de afspraken uit het regeerakkoord.
De voorgenomen planning en het vervolgtraject ziet er op dit moment uit als volgt:
Verkenning t/m selectie voorkeursalternatief |
2019–2020 |
|
Planuitwerking: |
2021–2022 |
|
Ontwerptracébesluit: |
2022 |
|
Tracébesluit |
2023–2026 |
|
Start realisatie |
Nadere indicatie wordt na de verkenning bepaald |
Hiermee voldoe ik aan het verzoek van uw Kamer om deze verkenning zo snel als mogelijk te starten. Bij deze verkenning zal een Tracéwetprocedure zonder (sectorale) structuurvisie worden gevolgd. Dat betekent dat het volgende formele besluit pas bij de ondertekening van het Ontwerptracébesluit door mij genomen zal worden. Ik hecht er echter we aan om uw Kamer aan het einde van de MIRT-verkenning te informeren over het gekozen voorkeursalternatief. Ik verwacht dit moment eind 2020.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga