Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 februari 2019
Naar aanleiding van het Nota Overleg MIRT van 29 november jl. (Kamerstuk 35 000 A, nr. 80) heeft uw Kamer de motie van het lid Von Martels aangenomen met betrekking tot de N35 [Kamerstuk 35 000 A, nr. 44]. In deze brief licht ik graag toe hoe ik van plan ben om navolging aan deze motie te geven.
Samen met de provincie Overijssel toets ik de uitgangspunten voor het ontwerp, de maakbaarheid, haalbaarheid en de financiële consequenties van de uitvoering van de Marsroute N35. In vervolg hierop ga ik met de provincie in gesprek over nut en noodzaak van een eventuele verdere opwaardering van de N35 en de bijbehorende financieringsmogelijkheden.
Voor de Voorjaarsnota zal ik uw Kamer informeren over de uitkomsten van dit proces. Ik zal te zijner tijd reageren op de ingediende motie van het lid Van Aalst over de prioritering van de Marsroute N35 [Kamerstuk 35 000 A, nr. 31]. Het proces om tot beantwoording van beide moties te komen verloopt goed en ook de gesprekken hierover met de provincie verlopen voorspoedig. Beide moties verwacht ik binnen de gestelde termijn, te kunnen beantwoorden.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga