Kamerstuk 35000-A-65

Motie van het lid Laçin over vaart maken met de MIRT-verkenning Utrecht

Dossier: Vaststelling van de begrotingsstaat van het Infrastructuurfonds voor het jaar 2019


Nr. 65 MOTIE VAN HET LID LAÇIN

Voorgesteld tijdens het Notaoverleg van 29 november 2018

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de MIRT-verkenning Utrecht een pre-verkenning is geworden;

constaterende dat daarmee extra vertraging is gekomen in een goede multimodale ontsluiting van Utrecht;

overwegende dat Utrecht de snelst groeiende regio van Nederland is en

daarmee ook de vraag naar mobiliteit groeit;

overwegende dat de 45 miljoen euro die nu beschikbaar is door cofinanciering bij lange na niet de geschatte 550 miljoen euro voor de totaalaanpak haalt;

verzoekt de regering, om vaart te maken met de verkenning en met concrete plannen te komen voor 2019 om Utrecht en daarmee een groot deel van Nederland bereikbaar te houden,

en gaat over tot de orde van de dag.

Laçin