Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is het voorstel van wet van de leden Leijten, Bruins Slot en Ploumen houdende een verbod op winstuitkering door zorgverzekeraars te wijzigen;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Indien het bij geleidende brief van 20 juli 2016 aanhangig gemaakte voorstel van de leden Leijten, Bruins Slot en Ploumen houdende een verbod op winstuitkering door zorgverzekeraars (Kamerstukken 34 522) tot wet wordt verheven, wordt die wet als volgt gewijzigd:
A
Artikel I komt te luiden:
De Zorgverzekeringswet wordt als volgt gewijzigd:
A
Na artikel 28 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
1. In dit artikel en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
groep als bedoeld in artikel 24b van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, waarin een zorgverzekeraar is verbonden;
door een zorgverzekeraar in een boekjaar verwachte of gerealiseerde resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening na belastingen, bedoeld in artikel 377, eerste lid, onderdeel a, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, behaald met de uitvoering van zorgverzekeringen;
rechtspersoon die onmiddellijk voor de inwerkingtreding van deze wet krachtens artikel 34 van de Ziekenfondswet was toegelaten om als ziekenfonds werkzaam te zijn of zijn rechtsopvolger onder algemene titel;
Ziekenfondswet zoals die luidde onmiddellijk voor de inwerkingtreding van deze wet.
2. Het is de zorgverzekeraar verboden winst uit te keren.
3. Onder het uitkeren van winst wordt mede verstaan:
a. het uitkeren van overige reserves als bedoeld in artikel 373, eerste lid, onderdeel f, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, voor zover gevormd door toevoeging van winst uit voorafgaande boekjaren of door toevoeging van door een andere zorgverzekeraar binnen de groep uitgekeerde winst;
b. het uitkeren van niet verdeelde winsten als bedoeld in artikel 373, eerste lid, onderdeel g, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek;
c. het uitkeren van de reserve Ziekenfondswet en de middelen waarover het ziekenfonds ten behoeve van de uitvoering van de verzekering ingevolge die wet de beschikking heeft gekregen, voor zover deze door het ziekenfonds niet zijn aangewend ter dekking van zijn ten behoeve van de uitvoering van de verzekering ingevolge die wet noodzakelijke en naar het oordeel van de zorgautoriteit verantwoorde uitgaven;
d. het onevenredig bevoordelen van een natuurlijke persoon of rechtspersoon door het overeenkomen of opgelegd krijgen van voorwaarden die afwijken van voorwaarden die in het economische verkeer door onafhankelijke partijen zouden zijn overeengekomen.
4. In afwijking van het tweede lid alsmede de artikelen 53a, eerste lid, en 105, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek kan een zorgverzekeraar winst uitsluitend uitkeren:
a. door de premie vast te stellen op of te wijzigen in een bedrag waarin een aandeel van de winst is verwerkt;
b. aan een andere zorgverzekeraar binnen de groep ten behoeve van de door de andere zorgverzekeraar aan te houden solvabiliteit;
c. door besteding aan:
1°. experimenten als bedoeld in artikel 10.1.2 van de Wet langdurige zorg waar de zorgverzekeraar aan deelneemt;
2°. experimenten als bedoeld in artikel 58 van de Wet marktordening gezondheidszorg waar de zorgverzekeraar aan deelneemt;
3°. bij of krachtens algemene maatregel van bestuur aan te wijzen doelen ter verbetering van de kwaliteit en toegankelijkheid van zorg of diensten, als omschreven bij of krachtens deze wet; zorg als bedoeld bij of krachtens de Wet langdurige zorg; maatschappelijke ondersteuning als bedoeld bij of krachtens de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015; jeugdhulp als bedoeld bij of krachtens de Jeugdwet.
5. Een verzekeraar die naast het uitvoeren van zorgverzekeringen andere activiteiten uitvoert, houdt een zodanige administratie bij dat de baten en lasten van de uitvoering van zorgverzekeringen daarin gescheiden zijn.
6. Op verzoek van de zorgautoriteit verstrekt de zorgverzekeraar:
a. informatie waaruit blijkt op welke wijze de in het derde lid, onder d, bedoelde voorwaarden tot stand zijn gekomen en waaruit kan worden opgemaakt of er met betrekking tot de tot stand gekomen voorwaarden sprake is van voorwaarden die in het economische verkeer door onafhankelijke partijen zouden zijn overeengekomen, of
b. informatie waaruit blijkt in hoeverre een besteding van winst is gericht op doelen als bedoeld in het vierde lid, onderdeel c, onder 3°.
7. De zorgautoriteit kan regels stellen met betrekking tot de inhoud en inrichting van de informatie, bedoeld in het zesde lid.
8. De zorgverzekeraar die besluit tot uitkering van in een boekjaar verwacht of gerealiseerd resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening na belastingen, bedoeld in artikel 377, eerste lid, onderdeel a, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, dat niet is behaald met de uitvoering van zorgverzekeringen, meldt dit besluit aan de zorgautoriteit. Bij de melding wordt een opgave verstrekt van de in de boekjaren vanaf 2006 gerealiseerde winst alsmede van de herkomst van het resultaat, bedoeld in de eerste volzin.
9. De zorgautoriteit kan bepalen dat de informatie, bedoeld in het zesde lid, of de opgave, bedoeld in het achtste lid, volgens door haar te stellen regels wordt onderzocht door een accountant als bedoeld in artikel 393 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en op welke wijze deze accountant het rapport van zijn bevindingen uit het onderzoek inricht.
10. Een besluit van een orgaan van een zorgverzekeraar of een rechtshandeling van een zorgverzekeraar in strijd met dit artikel is nietig.
B
In artikel 39, tweede lid, onderdeel i, wordt «de door de zorgautoriteit van verzekeraars op grond van artikel 83 van de Wet marktordening gezondheidszorg geïnde dwangsommen» vervangen door: de door de zorgautoriteit op grond van artikel 82 van de Wet marktordening gezondheidszorg ter zake van een aanwijzing als bedoeld in artikel 77, tweede lid, van die wet geïnde dwangsommen, de op grond van de artikel 83 van de Wet marktordening gezondheidszorg geïnde dwangsommen.
B
Artikel II komt te luiden:
De Wet marktordening gezondheidszorg wordt als volgt gewijzigd:
A
Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel j door een puntkomma wordt aan artikel 16 een onderdeel toegevoegd, luidende:
k. toezicht op de naleving van artikel 28a van de Zorgverzekeringswet.
B
In artikel 25, eerste lid, wordt «artikel 16, onder b en c» vervangen door: artikel 16, onder b, c en k.
C
Artikel 77 wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. De zorgautoriteit kan uit hoofde van haar taak, bedoeld in artikel 16, onder k, een aanwijzing geven aan een zorgverzekeraar, verzekeraar of rechtspersoon, waaronder een aanwijzing inhoudende dat hij het in strijd met artikel 28a van de Zorgverzekeringswet uitgekeerde bedrag als onverschuldigd betaald terugvordert van de ontvanger.
D
In artikel 80, eerste lid, wordt «een verzekeraar als bedoeld in artikel 77» vervangen door: een verzekeraar of rechtspersoon als bedoeld in artikel 77.
E
Na artikel 86 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
1. De zorgautoriteit kan aan een zorgverzekeraar, verzekeraar of rechtspersoon een bestuurlijke boete opleggen ter zake van overtreding van de voorschriften gesteld bij of krachtens artikel 28a van de Zorgverzekeringswet.
2. De bestuurlijke boete voor een afzonderlijke overtreding waarbij winst is uitgekeerd, bedraagt ten hoogste het bedrag dat in totaal is uitgekeerd.
3. De bestuurlijke boete voor een afzonderlijke overtreding waarbij geen winst is uitgekeerd, bedraagt ten hoogste € 500 000 of, indien dat meer is, tien procent van de omzet van de onderneming in Nederland.
F
Onder vernummering van het derde, vierde en vijfde lid tot vierde, vijfde en zesde lid wordt in artikel 104 een lid ingevoegd, luidende:
3. In afwijking van het tweede lid draagt de zorgautoriteit de op grond van artikel 82 ingevorderde dwangsommen ter zake van een aanwijzing als bedoeld in artikel 77, tweede lid, af aan het Zorgverzekeringsfonds.
C
Artikel III komt te luiden:
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister voor Medische Zorg,