Gepubliceerd: 28 juni 2018
Indiener(s): Han ten Broeke (VVD)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34960-X-3.html
ID: 34960-X-3

Nr. 3 VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 29 juni 2018

De vaste commissie voor Defensie, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.

De vragen zijn op 13 juni 2018 voorgelegd aan de Minister van Defensie. Bij brief van 28 juni 2018 zijn ze door de Minister en de Staatssecretaris van Defensie beantwoord.

Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De voorzitter van de commissie, Ten Broeke

De griffier van de commissie, De Lange

1, 4, 15

Kunt u per maatregel uit het regeerakkoord inzicht geven in de meerjarige verdeling over de begrotingsartikelen van de middelen die nu aan de begroting worden toegevoegd, zoals dat eerder wel is gedaan bij de nota van wijziging «Maatregelen ondersteuning krijgsmacht»?

De meerjarige verdeling ziet er als volgt uit:

 

2018

2019

2020

2021

2022

2023

C18 ONDERSTEUNING KRIJGSMACHT

300.000

300.000

350.000

400.000

400.000

400.000

art 2 CZSK

34.142

29.477

44.286

49.019

46.683

46.687

art 3 CLAS

31.837

61.769

87.634

105.663

105.762

105.832

art 4 CLSK

12.460

51.422

63.002

69.702

55.881

61.356

art 5 Kmar

601

1.311

1.311

1.311

9.311

1.311

art 6 Investeringen

93.000

71.058

40.090

40.156

40.156

39.846

art 7 DMO

28.287

17.793

31.129

38.516

40.835

42.055

art 8 DOSCO

48.283

46.659

51.908

60.008

63.297

66.343

art 10 Apparaat Kerndepartement

5.027

21.812

30.975

35.175

36.338

36.557

art 12 Nominaal en onvoorzien

46.363

-1.301

-335

450

1.737

13

C19 INVESTERINGEN MODERNISERING KRIJGSMACHT

475.000

725.000

775.000

825.000

825.000

825.000

art 6 Investeringen

475.000

725.000

775.000

825.000

825.000

825.000

C20 UITBREIDING SLAGKRACHT, CYBER EN WERKGEVERSCHAP

105.000

55.000

155.000

155.000

155.000

155.000

art 2 CZSK

1.500

1.500

1.500

1.500

1.500

1.500

art 3 CLAS

1.700

1.700

1.700

1.700

1.700

1.700

art 4 CLSK

1.400

1.400

1.400

1.400

1.400

1.400

art 5 Kmar

1.200

1.200

1.200

1.200

1.200

1.200

art 6 Investeringen

11.000

13.000

15.000

15.000

10.000

3.000

art 7 DMO

2.066

3.906

4.610

5.164

5.359

5.359

art 8 DOSCO

24.667

33.638

28.315

29.373

29.773

29.773

art 9 Algemeen

1.000

3.000

4.000

5.000

5.000

5.000

art 10 Apparaat Kerndepartement

25.189

38.378

46.997

56.385

60.790

67.790

art 12 Nominaal en onvoorzien

35.278

-42.722

50.278

38.278

38.278

38.278

HERVERKAVELING KUSTWACHT CARIB

47.671

36.504

35.782

35.688

35.688

35.688

art 2 CZSK

41.246

36.504

35.782

35.688

35.688

35.688

art 6 Investeringen

6.425

0

0

0

0

0

Eindtotaal

927.671

1.116.504

1.315.782

1.415.688

1.415.688

1.415.688

2

Kunt u zich het bericht «Defensie ligt aan de ketting van Financiën» herinneren? Kunt u aangeven in hoeverre de in dit artikel geschetste situatie nog van toepassing is? Kunt u daarbij specifiek toelichten wat er sinds de publicatie van dit artikel is veranderd?

Met het Regeerakkoord is besloten dat de intensiveringen die uitwerking behoeven op de aanvullende post van het Ministerie van Financiën achter zouden blijven in afwachting van concrete en doelmatige beleidsvoorstellen. Deze afspraak is van toepassing op alle ministeries die er met het regeerakkoord extra budget bij hebben gekregen. Met de nota van wijziging (Kamerstuk 34 775 X, nr. 25) heeft Defensie een deel van het budget overgeboekt gekregen. Het overige extra budget is – op basis van de plannen in de Defensienota – grotendeels met de eerste suppletoire begroting aan de Defensiebegroting toegevoegd.

3

Welke bedragen zijn nog niet overgeheveld van het Ministerie van Financiën naar het Ministerie van Defensie?

Vanuit het pakket Uitbreiding slagkracht, cyber en werkgeverschap is een structurele reeks nog niet overgeheveld van het Ministerie van Financiën naar het Ministerie van Defensie. Vanuit het pakket Kustwacht Caribisch Gebied gaat het om een reeks van € 10 miljoen structureel.

4

Kunt u per maatregel uit het regeerakkoord inzicht geven in de meerjarige verdeling over de begrotingsartikelen van de middelen die nu aan de begroting worden toegevoegd, zoals dat eerder wel is gedaan bij de nota van wijziging «Maatregelen ondersteuning krijgsmacht»?

Zie het antwoord op vraag 1.

5

Kunt u toelichten waarom er in 2022 een bedrag van € 1.118 miljoen aan uitgaven wordt toegevoegd aan artikel 6 (Investeringen), en waarom dit ruim € 300 miljoen hoger is dan in 2021?

In de eerste suppletoire begroting is een kasschuif verwerkt, waarbij een verlaging van € 250 miljoen in 2020 en € 25 miljoen in 2021 is opgenomen en een verhoging van € 275 miljoen in 2022.

6

Welke consequenties heeft het parkeren van het grootste deel van het geld voor versterking van de veiligheidsorganisatie op artikel 12 voor het tempo waarin het plan van aanpak «Een veilige Defensieorganisatie» zal worden uitgevoerd?

35

Hoeveel van de € 25 miljoen voor de uitvoering van het plan van aanpak «Een veilige Defensieorganisatie» is nog geparkeerd op het artikel Nominaal en Onvoorzien?

36

Klopt het dat het niet toegestaan is om vanuit het begrotingsartikel nominaal en onvoorzien rechtstreeks uitgaven te doen? Wanneer verwacht u het op artikel 12 geparkeerde bedrag voor de veiligheidsorganisatie te kunnen verdelen over andere begrotingsartikelen?

37

Welke consequenties heeft het parkeren van het grootste deel van het geld voor versterking van de veiligheidsorganisatie op artikel 12 voor het tempo waarin het plan van aanpak «Een veilige Defensieorganisatie» zal worden uitgevoerd? Klopt het dat pas bij de Najaarsnota middelen, die nu op het begrotingsartikel 12 staan, kunnen worden overgeheveld naar andere begrotingsartikelen? Betekent dit dat het grootste deel van het begrote budget vrijwel het hele jaar 2018 niet kan worden aangewend?

Het is niet mogelijk om vanuit het begrotingsartikel nominaal en onvoorzien rechtstreeks uitgaven te doen. Voor 2018 is van de beschikbare € 10 miljoen voor de versterking van de veiligheidsorganisatie reeds € 9,3 miljoen overgeheveld naar de defensieonderdelen. Het restant van € 0,7 miljoen wordt met de tweede suppletoire begroting overgeheveld. Ook de middelen voor 2019 (€ 5,7 miljoen) en 2020 (€ 15,7 miljoen) worden op een later moment overgeheveld. Zodra Defensie heeft besloten over de definitieve verdeling, zal het resterende budget voor veiligheid vanuit het artikel nominaal en onvoorzien aan de Defensieonderdelen worden toegewezen. De administratieve verdeling heeft geen effect op het tempo waarin het plan van aanpak «Een veilige Defensieorganisatie» kan worden uitgevoerd.

7

Kunt u toelichten waarom er in 2019 € 35 miljoen wordt afgeboekt op artikel 12 en in de jaren 2020–2022 meer dan € 70 miljoen wordt bijgeboekt?

38

Kunt u toelichten waarom er in 2019 € 35 miljoen wordt afgeboekt op artikel 12 en in de jaren 2020–2022 meer dan € 70 miljoen wordt bijgeboekt?

Het kasritme van de aanvullende middelen uit het regeerakkoord sluit niet volledig aan bij de geplande uitgaven. Dit is bij de verdeling van de middelen naar de begrotingsartikelen gecorrigeerd. Tegelijkertijd is er vanuit het Ministerie van Financiën extra budget aan artikel 12 toegevoegd ter compensatie van de jaarlijkse inflatie (prijsbijstelling). Beide bedragen zijn het resultaat van met name deze bij- en afboekingen.

8

Kunt u toelichten waarom de extra € 10 miljoen voor de Kustwacht, ondanks de aankondiging in de tweede nota van wijziging op de begroting, nog niet is overgeheveld naar de begroting van Defensie?

23

Kunt u toelichten waarom de extra € 10 miljoen voor de Kustwacht, ondanks de aankondiging in de tweede nota van wijziging op de begroting, nog niet is overgeheveld naar uw begroting? Wanneer zal de extra € 10 miljoen voor de Kustwacht van de aanvullende post naar uw begroting worden overgeheveld?

Aan de overheveling moet een vastgesteld bestedingsplan ten grondslag liggen. Dit was nog niet het geval. Inmiddels is het bestedingsplan goedgekeurd en wordt het budget met de tweede suppletoire begroting 2018 naar Defensie overgeheveld.

9

Wat zijn in totaal de kosten van het nieuwe arbeidsvoorwaardenakkoord, die met de eerste suppletoire begroting meerjarig zijn verwerkt?

25

Wat zijn in totaal de kosten van het nieuwe arbeidsvoorwaardenakkoord, die met de eerste suppletoire begroting meerjarig zijn verwerkt?

Het arbeidsvoorwaardenakkoord bestaat onder meer uit een structurele en incidentele loonsverhoging, afspraken over een nieuwe diensteinderegeling, maatregelen om instroom en doorstroom van personeel te bevorderen en talentontwikkeling van militairen te stimuleren. De maatregelen uit het arbeidsvoorwaardenpakket zijn met deze eerste suppletoire begroting meerjarig verwerkt. De kosten van het arbeidsvoorwaardenakkoord bedragen in 2018 € 205 miljoen. Vanaf 2019 zijn de kosten lager, met name vanwege het wegvallen van de incidentele loonsverhoging in 2018. De structurele kosten zijn vanaf 2019 circa € 195 miljoen per jaar.

10

Hoe financiert u de kosten van het arbeidsvoorwaardenakkoord, aangezien de loonbijstelling niet toereikend lijkt te zijn om de kosten te dekken?

11

Kunt u toelichten wat bedoeld werd met de mededeling in de nota van wijziging van 15 december 2017 dat de kosten van het arbeidsvoorwaardenakkoord met de toevoeging van € 20 miljoen volledig gedekt waren binnen de Defensiebegroting?

27

Klopt het dat de door de Minister van Financiën uitgekeerde loonbijstelling onvoldoende is om de kosten van het arbeidsvoorwaardenakkoord te dekken? Hoe financiert u de kosten van het arbeidsvoorwaardenakkoord?

Het arbeidsvoorwaardenakkoord wordt onder meer gedekt door de loonbijstelling 2017 en 2018. Daarnaast zijn in onder meer het arbeidsvoorwaardenakkoord maatregelen opgenomen die leiden tot minder uitgaven en daarom voor aanvullende dekking zorgen, zoals een nieuwe diensteinderegeling. Ook is € 20 miljoen vanuit de aanvullende middelen uit het regeerakkoord ingezet voor de dekking van het arbeidsvoorwaardenakkoord.

12

Welk deel van de in 2017 door u gerealiseerde onderuitputting bij de investeringen is via de eindejaarsmarge in 2018 aan de begroting toegevoegd? Welk deel niet?

17

Klopt het dat, van de met de eerste suppletoire begroting in totaal aan eindejaarsmarge toegevoegde € 304,6 miljoen, € 306,8 miljoen bestemd is voor artikel 6? Heeft u daarmee alle onderuitputting op artikel 6 uitgekeerd gekregen of is een deel van de onderuitputting vervallen aan de algemene middelen? Zo ja, om welk bedrag gaat het?

26

Welk deel van de in 2017 door u gerealiseerde onderuitputting bij de investeringen is via de eindejaarsmarge in 2018 aan de begroting toegevoegd? Welk deel niet?

De volledige onderuitputting van de investeringsmiddelen van € 306,8 miljoen is met de ongelimiteerde eindejaarsmarge overgeheveld van 2017 naar 2018. Er zijn geen investeringsmiddelen «vervallen aan de algemene middelen».

13

Is het correct dat onderrealisatie bij de exploitatie, waarop volgens de toelichting in 2018 een reële kans is, zal vervallen aan de algemene middelen, indien deze hoger is dan 1% van het begrotingstotaal of bestaan hierover andere afspraken?

19

Kunt u een nadere toelichting geven op hetgeen gesteld wordt over de reële kans op onderrealisatie op zowel de exploitatie als de investeringen? Is het correct dat onderrealisatie bij de exploitatie, waarop volgens de toelichting in 2018 een reële kans is, zal vervallen aan de algemene middelen, indien deze hoger is dan 1% van het begrotingstotaal, of bestaan hierover andere afspraken?

Defensie mag, naast de ongelimiteerde eindejaarsmarge voor investeringen, 1% van het het exploitatiebudget meenemen naar het volgende jaar. In 2018 gaat dit om een bedrag van circa € 70 miljoen.

Niet al het investeringsbudget zal in de eerste jaren tot besteding komen. Met de ongelimiteerde eindejaarsmarge kan niet gerealiseerd investeringsbudget worden meegenomen naar volgende jaren. Defensie verwacht dat het exploitatiebudget in 2018 tot besteding zal komen.

14

Welke consequenties zijn er voor materieelprojecten als gevolg van de herschikkingen van € 98 miljoen naar «voorzien in IT» en € 95 miljoen naar «voorzien in infrastructuur»?

31

Welke consequenties zijn er voor materieelprojecten als gevolg van de herschikkingen van € 98 miljoen naar «voorzien in IT» en € 95 miljoen naar «voorzien in infrastructuur»?

Het agentschap OPS heeft een lening bij het Ministerie van Financien voor de aankoop van vaste activa. In het artikel 6 Investeringen Krijgsmacht is binnen het artikelonderdeel «Voorzien in nieuw materieel» geld gereserveerd voor de aflossing van deze lening. Per 1 januari 2019 wordt het agentschap OPS opgeheven. Op dat moment moet de lening worden afgelost. De vaste activa van het agentschap zijn administratief overgeheveld naar het Ministerie van Defensie, waarna de lening is afgelost. Omdat het IT-activa betreft, is het hiervoor gereserveerde bedrag overgebracht van «Voorzien in nieuw materieel» naar «Voorzien in IT».

Doordat er extra personeel wordt aangenomen voor de ondersteuning van de krijgsmacht is er meer ruimte nodig om deze mensen te huisvesten. Hiervoor wordt nieuwbouw gepleegd of worden gebouwen op bestaande locaties verbouwd. Het budget stond in eerste instantie op het artikelonderdeel «Voorzien in nieuw materieel» in afwachting van de juiste toedeling en wordt met deze 1e suppletoire begroting toegewezen aan «Voorzien in infrastructuur».

Omdat in beide gevallen sprake is van vooraf geoormerkt budget zijn er geen consequenties voor andere materieelprojecten.

15

Kunt u per maatregel uit het regeerakkoord inzicht geven in de meerjarige verdeling over de begrotingsartikelen van de middelen die nu aan de begroting worden toegevoegd, zoals dat eerder wel is gedaan bij de nota van wijziging «Maatregelen ondersteuning krijgsmacht»?

Zie het antwoord op vraag 1.

16

Blijven de afspraken en voorwaarden over de onbeperkte eindejaarsmarge op artikel 6 van de Defensiebegroting, die zijn gemaakt door het vorige kabinet, ongewijzigd gehandhaafd onder het nieuwe kabinet?

Ja.

17

Klopt het dat, van de met de eerste suppletoire begroting in totaal aan eindejaarsmarge toegevoegde € 304,6 miljoen, € 306,8 miljoen bestemd is voor artikel 6? Heeft u daarmee alle onderuitputting op artikel 6 uitgekeerd gekregen of is een deel van de onderuitputting vervallen aan de algemene middelen? Zo ja, om welk bedrag gaat het?

Zie het antwoord op vraag 12.

18

Hoe beoordeelt u de column van de voorzitter van de KVMO, waarin gesteld wordt dat veel geld bij Defensie op de plank blijft liggen, Financiën geen toestemming geeft voor een kasschuif en dat daarmee een aanzienlijk gat wordt geslagen in «de lange herstellijnen» van de Minister en dat het extra budget dat Defensie dit jaar erbij heeft gekregen nagenoeg weer verdampt?

Zoals gesteld in de eerste suppletoire begroting van 2018 (kamerstuk 34 960 X, nr. 1) zal Defensie er alles aan doen om alle maatregelen uit de Defensienota te realiseren. Niet alle maatregelen zullen echter op de korte termijn zijn gerealiseerd. Zo zal een deel van het investeringsbudget pas in latere jaren tot realisatie komen. Aanschaf van materieel kost nu eenmaal tijd. Dat kan onder meer omdat Defensie investeringsbudget met behulp van de ongelimiteerde eindejaarsmarge kan meenemen naar volgende jaren, voor wanneer we het nodig hebben.

19

Kunt u een nadere toelichting geven op hetgeen gesteld wordt over de reële kans op onderrealisatie op zowel de exploitatie als de investeringen? Is het correct dat onderrealisatie bij de exploitatie, waarop volgens de toelichting in 2018 een reële kans is, zal vervallen aan de algemene middelen, indien deze hoger is dan 1% van het begrotingstotaal, of bestaan hierover andere afspraken?

Zie het antwoord op vraag 13.

20

Kunt u aangeven op welke door de NAVO gevraagde capaciteiten wordt gedoeld als het gaat om de maatregelen onder de noemer «middelen»?

Binnen het NATO Defence Planning Process (NDPP) werkt Allied Command Transformation (ACT) de benodigde capaciteiten van de NAVO uit. De benodigde capaciteiten worden vergeleken met de bestaande capaciteiten van de NAVO-lidstaten. Dit proces leidt tot kwalitatieve en kwantitatieve doelstellingen, die de NAVO aan lidstaten toebedeeld. Defensie baseert haar investeringskeuzes onder meer op de aan Nederland toegewezen NDPP-targets.

21

Kunt u aangeven welke capaciteiten aansluiten op de Geïntegreerde Buitenland- en Veiligheidsstrategie van de Minister van Buitenlandse Zaken als het gaat om de maatregelen onder de noemer «middelen»?

Zoals in de Geïntegreerde Buitenland- en Veiligheidsstrategie 2018–2022 (GBVS) van de Minister van Buitenlandse Zaken is beschreven, is de veiligheidssituatie de afgelopen jaren op een aantal punten verslechterd. Dreigingen zijn complex, divers en onvoorspelbaar. De kwetsbaarheid van Nederland en van mensen over de hele wereld is daardoor toegenomen.

De afgelopen jaren is de eerste hoofdtaak, de bescherming van het eigen en bondgenootschappelijke grondgebied, daarmee steeds belangrijker geworden. Het belang van de andere twee hoofdtaken is eveneens toegenomen. In dat licht hebben we gekeken hoe we de extra intensivering voor Defensie van € 1,5 miljard het best kunnen besteden en welke capaciteiten gemoderniseerd en/of uitgebreid moeten worden. Dit geheel is afgestemd op de GBVS.

22

Kunt u aangeven of uitgaven aan de veiligheidsorganisatie een los onderdeel worden van toekomstige begrotingen, aangezien de uitgaven ten behoeve van de veiligheidsorganisatie nu uit diverse potjes worden geput?

De middelen, bedoeld voor de uitvoering van het plan van aanpak «Een veilige defensieorganisatie», worden overgeheveld naar de begrotingsartikelen van de Defensieonderdelen. Deze middelen zullen niet separaat zichtbaar zijn in de begroting en het jaarverslag.

23

Kunt u toelichten waarom de extra € 10 miljoen voor de Kustwacht, ondanks de aankondiging in de tweede nota van wijziging op de begroting, nog niet is overgeheveld naar uw begroting? Wanneer zal de extra € 10 miljoen voor de Kustwacht van de aanvullende post naar uw begroting worden overgeheveld?

Zie het antwoord op vraag 8.

24

Worden de loon- en prijsbijstelling volledig toegekend? Zo nee, welk deel niet en om welk bedrag gaat het?

De loon- en prijsbijstelling is volledig toegekend.

25

Wat zijn in totaal de kosten van het nieuwe arbeidsvoorwaardenakkoord, die met de eerste suppletoire begroting meerjarig zijn verwerkt?

Zie het antwoord op vraag 9.

26

Welk deel van de in 2017 door u gerealiseerde onderuitputting bij de investeringen is via de eindejaarsmarge in 2018 aan de begroting toegevoegd? Welk deel niet?

Zie het antwoord op vraag 12.

27

Klopt het dat de door de Minister van Financiën uitgekeerde loonbijstelling onvoldoende is om de kosten van het arbeidsvoorwaardenakkoord te dekken? Hoe financiert u de kosten van het arbeidsvoorwaardenakkoord?

Zie het antwoord op vraag 10.

28

Wat is de reden dat u met € 10 miljoen een bijdrage levert aan het generale beeld?

29

Hoe verhoudt de bijdrage die u levert aan het generale beeld zich tot de bijdragen van andere ministeries? Heeft u daar zicht op?

Zoals in de Voorjaarsnota is vermeld, zijn dit voorjaar extra middelen vrijgemaakt voor onder meer het terugbrengen van de gaswinning in Groningen, de inrichting van het Ministerie van LNV en de kosten die samenhangen met de voorbereiding op de Brexit. Hiervoor is dekking gevonden op de begrotingen van verschillende departementen. Defensie draagt hieraan in 2018 € 10 miljoen bij.

30

Wat zijn de consequenties van het uit de verkoop halen van mijnenjagers en pantserhouwitsers voor de (geraamde) verkoopopbrengsten? Zijn deze reeds verwerkt in de begroting en de meerjarige doorwerking?

Met de nota van wijziging (Kamerstuk 34 775-X-25) is het grootste deel van de middelen voor de ondersteuning van de krijgsmacht uit het regeerakkoord aan Defensie toegewezen. Met deze middelen was het mogelijk zowel de mijnenjagers als de pantserhouwitsers uit de verkoop te halen, zodat deze kunnen dienen als logistieke reserve. Het voortzettingsvermogen en de inzetbaarheid van beide capaciteiten wordt hierdoor vergroot. Dit is verwerkt in de begroting en de meerjarige doorwerking.

31

Welke consequenties zijn er voor materieelprojecten als gevolg van de herschikkingen van € 98 miljoen naar «voorzien in IT» en € 95 miljoen naar «voorzien in infrastructuur»?

Zie het antwoord op vraag 14.

32

Hoe hoog zal de jaarlijkse begroting voor valutaschommelingen naar verwachting jaarlijks zijn?

De jaarlijkse reservering voor valutaschommelingen is afhankelijk van de dollarkoers. Hier is op dit moment geen inschatting van te maken. De huidige reservering bedraagt € 40 miljoen.

33

Waarom is geen gebruik gemaakt van de Reserve valutaschommelingen? Bent u bereid deze middelen in te zetten voor de verwerving van de F-35? Zo nee, waarom niet?

Er is geen gebruik gemaakt van de reserve van valutaschommelingen omdat dit niet noodzakelijk is vanwege een gunstige ontwikkeling van de dollarkoers.

Zoals gemeld in de Defensiebegroting 2017 wordt de reservering van 40 miljoen euro niet ingezet ter dekking van valutategenvallers bij het project «Verwerving F-35». De eventuele vrijval in de risicoreservering van het project «Verwerving F-35» aan het einde van het project kan worden ingezet voor het opvangen van valutaschommelingen of, als de reservering daar ruimte voor biedt en zoals reeds eerder besloten, voor het aanschaffen van extra toestellen.

34

Kunt u aangeven tot hoeveel nieuwe FTE’s het plan van aanpak met de titel «Een veilige Defensieorganisatie» moet leiden?

Verdeeld over de organisatie worden stapsgewijs ongeveer 200 extra vte’n extra ingezet.

35

Hoeveel van de € 25 miljoen voor de uitvoering van het plan van aanpak «Een veilige Defensieorganisatie» is nog geparkeerd op het artikel Nominaal en Onvoorzien?

Zie het antwoord op vraag 6.

36

Klopt het dat het niet toegestaan is om vanuit het begrotingsartikel nominaal en onvoorzien rechtstreeks uitgaven te doen? Wanneer verwacht u het op artikel 12 geparkeerde bedrag voor de veiligheidsorganisatie te kunnen verdelen over andere begrotingsartikelen?

Zie het antwoord op vraag 6.