Ontvangen 4 juli 2018
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
De departementale begrotingsstaat wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 4 Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met € 7.000 (x € 1.000).
Technici en andere vakmensen zijn hard nodig, om nieuwe huizen te bouwen, voor de energietransitie en om digitalisering mogelijk te maken. De regering stelt in de voorjaarsnota voor om € 7 miljoen te bezuinigen op leerwerkplekken in het MBO, een bezuiniging die ten koste gaat van zo’n 40.000 plekken waar jonge vakmensen een beroep kunnen leren uitoefenen. Deze bezuiniging zorgt er dus voor dat nieuwe lassers, timmerlieden en monteurs hun vak meer moeten leren vanuit de schoolbanken dan vanuit de praktijk, terwijl leren in de praktijk voor hen juist het nuttigst is.
Daarom stellen wij voor deze bezuiniging op praktijkleren terug te draaien, zodat jongeren in het MBO het kwaliteitsonderwijs krijgen dat ze verdienen.
De dekking wordt gevonden in het aanwenden van een deel van € 225 miljoen euro aan onderuitputting die bij deze Voorjaarsnota op de Rijksbegroting is gevonden. Deze onderuitputting wordt volledig benut voor invulling van de in=uit-taakstelling op de aanvullende post. Omdat in voorgaande jaren steeds gebleken is dat de in=uit-taakstelling ook nog (volledig) na de Voorjaarsnota ingevuld kon worden, achten de indieners het verantwoord te volstaan met een invulling van in=uittaakstelling op de aanvullende post van € 218 miljoen. De vrijval die ontstaat door deze correctie van de aanvullende post kan dienen ter dekking van dit amendement.
Alkaya Leijten Snels Özdil