Wetsartikel 1
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2018 wijzigingen aan te brengen in:
1. de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;
2. de begrotingsstaat inzake de agentschap DUO van dit ministerie.
De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven
De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob
De begrotingstoelichting bestaat uit de volgende onderdelen:
a. Leeswijzer
b. Het beleid
a. Overzicht belangrijkste uitgaven- en ontvangsten
b. De beleidsartikelen
c. De niet-beleidsartikelen
d. Agentschap
In deze eerste suppletoire begroting van OCW zijn de effecten van besluiten van het Kabinet over de Voorjaarsnota verwerkt. Deze suppletoire wet moet dan ook in samenhang worden bezien met de Voorjaarsnota. Als gevolg hiervan wordt in de OCW-begroting 2018 een uitgavenpeil van € 41,7 miljard geraamd.
Dit onderdeel van de memorie van toelichting bestaat uit een algemeen deel en een artikelsgewijs deel. Het algemeen deel bevat een overzicht van de belangrijkste suppletoire mutaties op de OCW-begroting (paragraaf a). Vervolgens wordt per beleidsartikel een overzicht van de wijzigingen gegeven, inclusief toelichting (paragraaf b). Daarbij worden mutaties groter of gelijk aan onderstaande staffel toegelicht:
Omvang begrotingsartikel (stand ontwerpbegroting) in € miljoen |
Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen) |
Technische mutaties (ondergrens in € miljoen) |
---|---|---|
< 50 |
1 |
2 |
=> 50 en < 200 |
2 |
4 |
=> 200 < 1000 |
5 |
10 |
=> 1000 |
10 |
20 |
De raming van de leerling- en studentaantallen (Referentieraming) en de studiefinancieringsraming zorgt in 2018 voor een tegenvaller van in totaal € 191 miljoen op de begroting van OCW. De tegenvaller wordt gedekt door:
– inzet van de eindejaarsmarge (€ 36 miljoen),
– een deel van de loon- en prijsbijstelling (€ 35 miljoen),
– een verlaging van verschillende subsidies (€ 34 miljoen),
– diverse meevallers, verwachte onderuitputting en ramingsbijstellingen (€ 23 miljoen),
– het resterende bedrag wordt generaal gecompenseerd (€ 63 miljoen).
De dekking van de tegenvaller op de raming vanaf 2019 wordt in de OCW-begroting 2019 opgenomen.
In de 2e nota van wijziging op de begroting 2018 is de maatregel doelmatiger onderwijs uit het Regeerakkoord technisch verwerkt. Gezien de problematiek zowel rijksbreed als binnen de begroting van OCW is er geen financiële ruimte voor een alternatieve invulling van de maatregel.
In deze suppletoire begroting zijn daarnaast de overheveling van middelen uit het Regeerakkoord, de toevoeging van loon- en prijsbijstelling en verschillende meerjarige kasschuiven op de begroting verwerkt.
In onderstaande tabel worden de belangrijkste suppletoire mutaties met de budgettaire effecten voor 2018 weergegeven.
Artikelnr. |
Uitgaven |
Ontvangsten |
||
---|---|---|---|---|
Vastgestelde begroting 2018 |
40.383,8 |
1.380,6 |
||
Belangrijkste suppletoire mutaties: |
||||
1 |
Leerlingen- en studentenontwikkeling |
diverse |
191,0 |
0,4 |
2 |
Doorverdelen Loon- en prijsbijstelling |
diverse |
808,4 |
|
3 |
Eindejaarsmarge 2017/2018 |
91 |
96,2 |
|
4 |
Overheveling RA-middelen van de Aanvullende Post |
diverse |
356,5 |
|
5 |
Dekking tegenvaller |
diverse |
– 125,3 |
– 3,0 |
7 |
Kasschuiven |
diverse |
10,9 |
|
8 |
Niet kaderrelevante mutaties |
diverse |
– 10,2 |
– 35,3 |
9 |
Rente studiefinanciering |
11 |
– 11,1 |
|
10 |
reclame ontvangsten |
– 28,4 |
||
11 |
Overige mutaties |
diverse |
34,9 |
13,4 |
Stand 1e suppletoire begroting 2018 |
41.746,1 |
1.316,7 |
Toelichting:
1. Leerlingen- en studentontwikkeling
De Referentieraming is de jaarlijkse raming van leerlingen- en studentenaantallen. Uit de Referentieraming 2018 blijkt dat het aantal leerlingen en studenten per saldo hoger is dan de in de begroting 2018 verwerkte aantallen; dit leidt tot een tegenvaller van € 106 miljoen op de begroting. In het primair en voortgezet onderwijs is een kleine stijging van het aantal leerlingen ten opzichte van de vorige raming te zien. In het middelbaar beroepsonderwijs stijgt het aantal studenten in de eerste jaren. Dit slaat vanaf 2020 om in een daling. De daling hangt samen met de verkorting van de studieduur van de meeste niveau 4 opleidingen in het mbo van vier naar drie jaar. In het hoger onderwijs stijgen de studentaantallen ten opzichte van de vorige raming.
Op de raming van de uitgaven studiefinanciering doet zich een tegenvaller voor van € 85 miljoen in 2018. Dit is maar voor een klein deel het gevolg van groter dan geraamde aantallen studenten in het hoger onderwijs. De belangrijkste oorzaak van de tegenvaller is een stijging in de omzettingen van prestatiebeurs in gift. Dit hangt samen met het zogenaamde boeggolfeffect van de invoering van het Studievoorschot; studenten die in 2013 vervroegd zijn ingestroomd om nog voor de basisbeurs in aanmerking te komen leiden nu tot extra uitstroom en omzettingen.
OCW is voornemens in overleg met het Ministerie van Financiën een verkenning te starten naar de systematiek rondom de referentie- en studiefinancieringsraming, om onrust in de begrotingscyclus te beperken.
Onderstaande tabel geeft het budgettaire effect per sector weer.
Artikelnr. |
Omschrijving |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
1 |
Primair onderwijs |
7,7 |
7,8 |
11,5 |
16,1 |
2,3 |
– 17,5 |
3 |
Voortgezet onderwijs |
7,2 |
4,0 |
7,5 |
16,7 |
29,9 |
42,5 |
4 |
Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie |
0,0 |
27,9 |
3,7 |
– 12,4 |
– 27,4 |
– 42,2 |
6 |
Hoger beroepsonderwijs |
33,6 |
23,8 |
24,5 |
35,3 |
51,4 |
67,7 |
7 |
Wetenschappelijk onderwijs |
58,0 |
72,0 |
78,7 |
86,5 |
96,8 |
107,0 |
11,12,13 |
Studiefinanciering, WTOS en lesgelden |
84,9 |
76,7 |
36,2 |
46,8 |
59,2 |
60,4 |
Totaal leerlingen- en studentenontwikkeling |
191,3 |
212,2 |
162,0 |
189,0 |
212,1 |
217,9 |
2. Loon- en prijsbijstelling
De loon- en prijsbijstelling 2018 wordt aan de OCW-begroting toegevoegd. De loonbijstelling inclusief vergoeding voor de incidentele loonontwikkeling bedraagt € 698 miljoen in 2018, de prijsbijstelling is € 146 miljoen. Een deel hiervan wordt ingezet ter dekking van de tegenvaller op de ramingen. Het gaat om de loon- en prijsbijstelling op de financiële instrumenten subsidies en opdrachten op alle artikelen, en de overige loon- en prijsbijstelling op artikel 16 Onderzoek en wetenschapsbeleid (uitgezonderd het apparaat van NWO, KNAW en KB).
Onderstaande tabel geeft de verdeling van de loon- en prijsbijstelling over de begroting weer.
Art. |
Omschrijving |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
1 |
Primair onderwijs |
241.561 |
237.928 |
236.323 |
234.801 |
233.508 |
232.627 |
3 |
Voortgezet onderwijs |
184.724 |
181.964 |
179.604 |
177.618 |
176.336 |
175.437 |
4 |
Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie |
80.988 |
80.354 |
80.106 |
79.274 |
78.396 |
77.333 |
6 |
Hoger beroepsonderwijs |
60.975 |
61.496 |
61.740 |
63.262 |
63.971 |
63.741 |
7 |
Wetenschappelijk onderwijs |
82.412 |
82.966 |
83.773 |
85.350 |
86.599 |
87.325 |
8 |
Internationaal beleid |
137 |
134 |
134 |
133 |
133 |
133 |
9 |
Arbeidsmarkt- en personeelsbeleid |
868 |
858 |
903 |
826 |
837 |
808 |
11 |
Studiefinanciering |
1.499 |
1.441 |
1.449 |
1.460 |
1.471 |
1.482 |
12 |
Tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten |
222 |
222 |
222 |
222 |
222 |
221 |
13 |
Lesgelden |
93 |
93 |
93 |
93 |
93 |
93 |
14 |
Cultuur |
10.547 |
10.754 |
10.729 |
10.685 |
10.685 |
10.685 |
16 |
Onderzoek en wetenschapsbeleid |
2.010 |
2.010 |
2.010 |
2.010 |
2.010 |
2.010 |
25 |
Emancipatie |
239 |
239 |
239 |
239 |
239 |
239 |
91 |
Inzet voor problematiek |
26.293 |
29.459 |
28.494 |
29.400 |
29.621 |
30.510 |
95 |
Apparaatsuitgaven |
5.038 |
4.974 |
5.099 |
5.111 |
5.119 |
5.119 |
Totaal |
697.606 |
694.892 |
690.918 |
690.484 |
689.240 |
687.763 |
Art. |
Omschrijving |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
1 |
Primair onderwijs |
21.053 |
20.979 |
20.834 |
20.665 |
20.533 |
20.451 |
3 |
Voortgezet onderwijs |
20.069 |
19.515 |
19.107 |
18.757 |
18.698 |
18.603 |
4 |
Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie |
18.374 |
18.221 |
18.167 |
17.980 |
17.781 |
17.544 |
6 |
Hoger beroepsonderwijs |
12.391 |
12.499 |
12.550 |
12.853 |
12.996 |
12.950 |
7 |
Wetenschappelijk onderwijs |
23.350 |
23.499 |
23.727 |
24.197 |
24.595 |
24.824 |
8 |
Internationaal beleid |
76 |
75 |
76 |
77 |
77 |
77 |
9 |
Arbeidsmarkt- en personeelsbeleid |
68 |
69 |
70 |
67 |
68 |
67 |
11 |
Studiefinanciering |
21.133 |
21.405 |
21.747 |
22.083 |
22.318 |
22.544 |
12 |
Tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten |
1.311 |
1.308 |
1.285 |
1.271 |
1.256 |
1.222 |
13 |
Lesgelden |
41 |
40 |
40 |
40 |
40 |
40 |
14 |
Cultuur |
6.137 |
7.591 |
7.595 |
7.571 |
7.571 |
7.571 |
15 |
Media |
10.461 |
8.742 |
9.021 |
7.009 |
6.989 |
7.059 |
25 |
Emancipatie |
34 |
34 |
34 |
33 |
34 |
34 |
91 |
Inzet voor problematiek |
8.816 |
9.471 |
9.299 |
9.508 |
9.523 |
9.707 |
95 |
Apparaatsuitgaven |
2.624 |
4.509 |
4.297 |
6.434 |
6.557 |
6.561 |
Totaal |
145.938 |
147.957 |
147.849 |
148.545 |
149.036 |
149.254 |
3. Eindejaarsmarge
De eindejaarsmarge is het deel van de OCW-begroting 2017 dat per saldo niet tot besteding is gekomen en bedraagt € 96 miljoen (0,3% van de begroting). Dit bedrag wordt in 2018 weer toegevoegd aan de begroting. Hiervan wordt € 60 miljoen ingezet voor uitgaven die in 2017 waren gepland maar pas in 2018 tot betaling komen. Het resterende bedrag van € 36 miljoen wordt ingezet ter dekking van de tegenvaller op de ramingen.
4. Regeerakkoordmiddelen
Een deel van de extra middelen uit het regeerakkoord was al overgeheveld naar de begroting van OCW; in vier nota’s van wijziging op de begroting 2018 en één incidentele suppletoire begroting 2018. In deze eerste suppletoire begroting wordt een groot deel van de resterende middelen van de aanvullende post aan de OCW-begroting toegevoegd. Onderstaande tabel geeft een overzicht van deze reeksen.
Artikelnr. |
Omschrijving |
Artikelnr. |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
G33 |
Kleine scholen |
1 |
10,0 |
20,0 |
20,0 |
20,0 |
20,0 |
20,0 |
G35 |
Kwaliteit technisch onderwijs vmbo |
3, 95 |
40,0 |
70,0 |
120,0 |
120,0 |
100,0 |
100,0 |
G36 |
Fundamenteel onderzoek |
16 |
95,0 |
155,0 |
200,0 |
200,0 |
200,0 |
200,0 |
G37 |
Toegepast onderzoek innovatie |
6, 16 |
25,0 |
38,0 |
50,0 |
50,0 |
50,0 |
50,0 |
G38 |
Onderzoeksinfrastructuur |
16 |
45,0 |
55,0 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
G40 |
Cultuur |
14 |
15,0 |
15,0 |
15,0 |
15,0 |
15,0 |
15,0 |
G41 |
Nederlandse scholen in het buitenland |
1 |
3,0 |
3,0 |
3,0 |
3,0 |
3,0 |
3,0 |
G42 |
Media/onderzoeksjournalistiek |
15, 95 |
5,0 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
G43 |
Intensivering erfgoed en monumenten |
14, 95 |
98,5 |
77,0 |
60,0 |
25,0 |
0,0 |
0,0 |
G44 |
Aanpak laaggeletterdheid |
4 |
5,0 |
5,0 |
5,0 |
5,0 |
5,0 |
5,0 |
G45 |
Onderwijsachterstandenbeleid/hoogbegaafde kinderen |
1, 3 |
15,0 |
30,0 |
30,0 |
30,0 |
30,0 |
30,0 |
G48 |
Terugdraaien taakstelling Groen onderwijs |
3, 4, 6, 7 |
0,0 |
9,0 |
13,0 |
14,0 |
13,0 |
12,0 |
Totaal |
356,5 |
477,0 |
516,0 |
482,0 |
436,0 |
435,0 |
G33 Kleine scholen
De middelen worden toegevoegd aan de kleine scholentoeslag. Dit is een bestaand instrument dat onderdeel is van de lumpsum. Met deze intensivering wordt ingezet op een pluriform scholenaanbod en thuisnabij onderwijs. Zie kamerstuk 31 293, nr. 388.
G35 Kwaliteit technisch onderwijs vmbo
Met deze middelen wordt ingezet op een dekkend aanbod en versterking van de kwaliteit van het techniekonderwijs op het vmbo.
G36 Fundamenteel onderzoek
De middelen worden ingezet voor vernieuwend en maatschappelijk relevant onderzoek via de Nationale Wetenschapsagenda en voor het versterken van de basis. Dit laatste gebeurt door in te zetten op digitale infrastructuur, de vernieuwingsimpuls en sectorplannen. Zie Kamerstuk 29 338 nr. 158.
G37 Toegepast onderzoek innovatie
Met deze middelen wordt ingezet op vernieuwend en maatschappelijk relevant toegepast onderzoek via de Nationale Wetenschapsagenda en op het versterken van praktijkgericht onderzoek. Zie Kamerstuk 29 338 nr. 158.
G38 Onderzoeksinfrastructuur
Er wordt ingezet op het realiseren van een aantal voorstellen in het kader van de call Nationale roadmap, digitale infrastructuur (supercomputer) en faciliteiten van wereldformaat. Zie Kamerstuk 29 338 nr. 158.
G40 Cultuur
Er wordt een tranche van € 15 miljoen voor Cultuur overgeheveld van de aanvullende post naar de begroting van OCW, waarmee talentontwikkeling, de basisinfrastructuur, internationalisering, volkscultuur, muziekonderwijs en een bezoek aan het Rijksmuseum of een ander museum door schoolkinderen worden gestimuleerd. Zie Kamerstuk 32 820, nr. 221.
G41 Nederlandse scholen in het buitenland
De middelen worden toegevoegd aan de bestaande subsidie voor Nederlandse leerlingen op Nederlandse scholen in het buitenland.
G42 Media/onderzoeksjournalistiek
Het budget van € 5 miljoen voor onderzoeksjournalistiek wordt in 2018 ingezet om journalistieke projecten en samenwerkingsverbanden te steunen en middels een pilot onderzoeksjournalistiek beter in opleidingen te borgen.
G43 Intensivering erfgoed en monumenten
Van de incidentele reeks voor erfgoed en monumenten wordt het grootste deel overgeheveld naar de begroting van OCW. Er zijn aan deze middelen een verscheidenheid aan thema’s gekoppeld, zoals restauraties, herbestemming, verduurzaming, archeologie, religieus erfgoed en digitalisering.
G44 Aanpak laaggeletterdheid
Om de aanpak van laaggeletterdheid op korte termijn te versterken, is in het regeerakkoord afgesproken om het structurele budget voor de aanpak van laaggeletterdheid met € 5 miljoen per jaar te verhogen. Dit budget zal onder andere worden ingezet voor de veel gebruikte subsidieregeling voor taalscholingstrajecten voor laaggeletterden. Zie Kamerstuk 28 760 nr. 70.
G45 Onderwijsachterstandenbeleid/hoogbegaafde kinderen
Het budget voor het onderwijsachterstandenbeleid en hoogbegaafde kinderen wordt verhoogd met € 15 miljoen in 2018 en met € 30 miljoen structureel vanaf 2019. Hiermee wordt op scholen de kwaliteit van het aanbod voor leerlingen met een risico op een onderwijsachterstand en hoogbegaafde kinderen verbeterd.
G48 Terugdraaien taakstelling groen onderwijs
Met dit budget worden tekorten die bestonden op de begroting van groen onderwijs bij EZK gedekt. De middelen worden over de verschillende onderwijsartikelen bij OCW verdeeld. Zie Kamerstuk 34 284 nr. 11.
5. Dekking tegenvaller
De tegenvaller op de ramingen wordt in 2018 gedekt door:
– inzet van loon- en prijsbijstelling (zie toelichting mutatie 2),
– inzet eindejaarsmarge (zie toelichting mutatie 3),
– diverse meevallers, verwachte onderuitputting en ramingsbijstellingen:
• er zijn wisselkoersmeevallers bij de contributie aan CERN (€ 5 miljoen) en bij de uitgaven voor Caribisch Nederland (€ 1,8 miljoen),
• op basis van de realisaties van de afgelopen jaren wordt de ontvangstenraming op artikel 9 Arbeidsmarkt en personeelsbeleid met € 3 miljoen verhoogd,
• op de lerarenbeurs op artikel 9 Arbeidsmarkt en personeelsbeleid wordt onderuitputting van € 10 miljoen verwacht en op artikel 1 primair onderwijs € 3 miljoen.
– verlaging subsidies:
Artikelnr. |
Omschrijving |
2018 |
---|---|---|
1 |
Primair onderwijs |
13,3 |
3 |
Voortgezet onderwijs |
5,6 |
4 |
Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie |
14,3 |
6 |
Hoger beroepsonderwijs |
0,6 |
7 |
Wetenschappelijk onderwijs |
0,5 |
Totaal verlaging subsidies |
34,3 |
Primair onderwijs:
• hoogbegaafde leerlingen: de regeling voor hoogbegaafdheid is nog in voorbereiding en zal in 2019 ingaan waardoor het budget 2018 van € 8,3 miljoen kan worden ingezet ter dekking van de tegenvaller,
• teambeurs po: het budget voor 2018 wordt verlaagd met € 3 miljoen op basis van de verwachte aanvragen,
• regeling snel internet po: uit de ingediende aanvragen blijkt dat het budget voor 2018 met € 1,5 miljoen naar beneden kan worden bijgesteld,
• effectieve interventies: in 2018 wordt € 0,5 miljoen minder ingezet. Dit betreft het onderdeel onderzoek naar interventies bij onderwijsachterstanden (via NRO) omdat de openstelling in september 2018 start en de toekenning voor onderzoek pas in 2019 plaatsvindt.
Voortgezet onderwijs:
• doorstroomregeling po-vo: voor deze regeling in het kader van de kansengelijkheid bedraagt het subsidieplafond € 9 miljoen in 2018. Het additionele budget 2018 van € 5 miljoen wordt ingezet ter dekking van de tegenvaller,
• lente en zomerscholen vo: uit de ingediende aanvragen blijkt dat het budget voor 2018 naar beneden kan worden bijgesteld met € 0,6 miljoen; alle aanvragen die aan de voorwaarden voldeden, zijn gehonoreerd.
Middelbaar beroepsonderwijs:
• regionaal investeringsfonds: een bedrag van € 7,3 miljoen dat niet tot besteding is gekomen in 2017 en in de eerste aanvraagperiode van 2018 wordt ingezet ter dekking van de tegenvaller,
• regeling praktijkleren: uit latere jaren is met een kasschuif € 12 miljoen naar 2018 geschoven. Hiervan wordt nu € 7 miljoen ingezet ter dekking van de tegenvaller; € 5 miljoen wordt toegevoegd aan het in 2018 beschikbare bedrag voor de regeling.
Hoger onderwijs:
• onverplicht ho: op het subsidiebudget voor het hoger onderwijs is € 1,1 miljoen nog niet juridisch verplicht en wordt niet in subsidies ter beschikking gesteld.
6. Kasschuiven
Op de begroting worden diverse meerjarige kasschuiven doorgevoerd, om de budgetten in overeenstemming te brengen met het verwachte bestedingsritme.
7. Niet kaderrelevante mutaties
De niet kaderrelevante mutaties hebben betrekking op de studiefinanciering. Er zijn verschillende bewegingen, maar met name de hogere omzettingen van prestatiebeurzen naar gift (zie mutatie 1) leiden tot minder leningen en dus een meevaller op de niet relevante uitgaven. Ook de niet relevante ontvangsten zijn naar beneden bijgesteld op basis van de nieuwste realisatiecijfers.
8. Rente studiefinanciering
Door de lage rentestand is er een tegenvaller op de ontvangen rente op studieleningen. Deze komt conform de begrotingsregels ten laste van het generale beeld.
9. Reclameontvangsten
De voor 2018 geraamde reclameontvangsten bij de STER worden met € 28 miljoen verlaagd, zoals aangekondigd in de brief over de mediabegroting 2018. Eenzelfde bedrag wordt onttrokken aan de Mediareserve, zodat het budget voor media in 2018 nog ongewijzigd blijft. De structurele verlaging van de raming van de reclameontvangsten wordt in de begroting 2019 verwerkt.
10. Overige mutaties
Dit is een saldopost van kleinere en technische mutaties.
Art.nr. 1. Primair onderwijs
Budgettaire gevolgen van beleid
Ontwerpbegroting 2018 |
Mutaties via NvW, moties en amendementen |
Vastgestelde begroting 2018 |
Stand vastgestelde ISB |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2018 |
Stand 1e suppletoire begroting 2018 |
Mutatie 2019 |
Mutatie 2020 |
Mutatie 2021 |
Mutatie 2022 |
|||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
10.472.423 |
33.334 |
10.505.757 |
10.603.457 |
272.529 |
10.875.986 |
322.832 |
317.231 |
309.539 |
294.448 |
||
Waarvan garantieverplichtingen |
1.174 |
1.174 |
||||||||||
Uitgaven |
10.472.423 |
33.334 |
10.505.757 |
10.603.457 |
271.310 |
10.874.767 |
322.793 |
317.196 |
309.539 |
294.448 |
||
Waarvan juridisch verplicht |
99,7% |
99,9% |
||||||||||
Bekostiging |
9.997.172 |
– 6.666 |
9.990.506 |
10.088.706 |
285.372 |
10.374.078 |
309.708 |
304.303 |
296.801 |
281.550 |
||
• |
Hoofdbekostiging |
9.694.738 |
– 6.666 |
9.688.072 |
9.786.272 |
288.372 |
10.074.644 |
295.708 |
290.303 |
282.801 |
267.550 |
|
– |
Bekostiging Primair Onderwijs |
9.679.508 |
– 6.666 |
9.672.842 |
9.771.042 |
289.272 |
10.060.314 |
296.608 |
291.203 |
283.701 |
268.450 |
|
– |
Bekostiging Caribisch Nederland |
15.230 |
0 |
15.230 |
15.230 |
– 900 |
14.330 |
– 900 |
– 900 |
– 900 |
– 900 |
|
• |
Prestatiebox |
282.234 |
0 |
282.234 |
282.234 |
0 |
282.234 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
• |
Aanvullende bekostiging |
20.200 |
0 |
20.200 |
20.200 |
– 3.000 |
17.200 |
14.000 |
14.000 |
14.000 |
14.000 |
|
– |
Overig |
20.200 |
0 |
20.200 |
20.200 |
– 3.000 |
17.200 |
14.000 |
14.000 |
14.000 |
14.000 |
|
Subsidies |
93.584 |
0 |
93.584 |
93.584 |
– 2.447 |
91.137 |
2.561 |
2.565 |
2.600 |
2.600 |
||
– |
Regeling Onderwijsvoorziening jonggehandicapten |
23.000 |
0 |
23.000 |
23.000 |
0 |
23.000 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
Nederlands onderwijs buitenland |
10.394 |
0 |
10.394 |
10.394 |
3.000 |
13.394 |
3.000 |
3.000 |
3.000 |
3.000 |
|
– |
Basis voor Presteren (School aan Zet en Bèta Techniek) |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
Humanistisch vormend en godsdienstonderwijs |
11.630 |
0 |
11.630 |
11.630 |
0 |
11.630 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
Overig |
48.560 |
0 |
48.560 |
48.560 |
– 5.447 |
43.113 |
– 439 |
– 435 |
– 400 |
– 400 |
|
Opdrachten |
12.053 |
0 |
12.053 |
11.553 |
– 3.731 |
7.822 |
2.172 |
2.134 |
2.024 |
2.184 |
||
Bijdrage aan agentschappen |
23.912 |
0 |
23.912 |
23.912 |
3.225 |
27.137 |
857 |
797 |
717 |
717 |
||
– |
Dienst Uitvoering Onderwijs |
23.912 |
0 |
23.912 |
23.912 |
3.225 |
27.137 |
857 |
797 |
717 |
717 |
|
Bijdrage aan ZBO's/RWT's |
7.565 |
0 |
7.565 |
7.565 |
169 |
7.734 |
169 |
169 |
169 |
169 |
||
– |
Stichting Vervangingsfonds en Participatiefonds |
5.062 |
0 |
5.062 |
5.062 |
169 |
5.231 |
169 |
169 |
169 |
169 |
|
– |
Stichting Vervangingsfonds en Bedrijfsgezondheid |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
UWV |
2.503 |
0 |
2.503 |
2.503 |
0 |
2.503 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Bijdrage aan medeoverheden |
326.750 |
40.000 |
366.750 |
366.750 |
1 |
366.751 |
7.030 |
6.932 |
6.932 |
6.932 |
||
– |
Gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid |
321.750 |
40.000 |
361.750 |
277.402 |
1 |
277.403 |
7.030 |
6.932 |
6.932 |
6.932 |
|
– |
Aanvulling GOA convenant G37 |
0 |
0 |
0 |
84.348 |
0 |
84.348 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
Verhoging taalniveau pedagogisch medewerkers kleine gemeenten |
5.000 |
0 |
5.000 |
5.000 |
0 |
5.000 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Bijdrage aan andere begrotingshoofdstukken |
11.387 |
0 |
11.387 |
11.387 |
– 11.279 |
108 |
296 |
296 |
296 |
296 |
||
– |
Brede Scholen |
11.387 |
0 |
11.387 |
11.387 |
– 11.279 |
108 |
296 |
296 |
296 |
296 |
|
Ontvangsten |
17.661 |
0 |
17.661 |
17.661 |
0 |
17.661 |
0 |
0 |
0 |
0 |
In de kolom «Mutaties 1e suppletoire begroting 2018» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2018» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting mutaties:
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 272,5 miljoen verhoogd. Dit betreft voor € 1,2 miljoen een mutatie in de garantieverplichtingen en voor € 271,2 miljoen hangt dit samen met de hieronder toegelichte uitgavenmutaties.
Uitgaven
Toelichting per instrument:
Bekostiging
– Het budget voor de bekostiging wordt per saldo met € 285,4 miljoen verhoogd. Deze verhoging is een gevolg van onder meer de volgende mutaties:
• De toevoeging van de loon- en prijsbijstelling 2018 (€ 261,9 miljoen); zie de toelichting in het algemene deel.
• Het budgettaire effect van de referentieraming 2018 (€ 7,7 miljoen); zie de toelichting in het algemene deel.
• De toevoeging van middelen uit het regeerakkoord voor de verhoging van de kleine scholentoeslag aan de OCW-begroting (€ 10 miljoen); zie de toelichting in het algemene deel.
Bijdrage aan andere begrotingshoofdstukken
Het budget voor de bijdrage aan andere begrotingshoofdstukken wordt per saldo met € 11,3 miljoen verlaagd. Dit betreft een overboeking van € 11,3 miljoen naar het gemeentefonds ten behoeve van de impuls «brede scholen».
Art.nr. 3. Voortgezet onderwijs
Budgettaire gevolgen van beleid
Ontwerpbegroting 2018 |
Mutaties via NvW, motie en amendementen |
Vastgestelde begroting 2018 |
Stand vastgestelde ISB |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2018 |
Stand 1e suppletoire begroting 2018 |
Mutatie 2019 |
Mutatie 2020 |
Mutatie 2021 |
Mutatie 2022 |
|||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
8.011.153 |
339.398 |
8.350.551 |
511.208 |
8.861.759 |
377.113 |
437.133 |
430.333 |
421.047 |
|||
Waarvan garantieverplichtingen |
7.082 |
7.082 |
||||||||||
Uitgaven |
8.123.146 |
337.793 |
8.460.939 |
254.244 |
8.715.183 |
280.875 |
333.956 |
342.333 |
332.989 |
|||
Waarvan juridisch verplicht |
99,8% |
99,9% |
||||||||||
Bekostiging |
7.979.638 |
336.191 |
8.315.829 |
226.934 |
8.542.763 |
249.497 |
314.230 |
324.148 |
315.538 |
|||
• |
Hoofdbekostiging |
7.491.192 |
325.557 |
7.816.749 |
242.060 |
8.058.809 |
260.585 |
314.909 |
323.823 |
315.186 |
||
– |
Bekostiging voortgezet onderwijs lumpsum |
6.847.415 |
325.557 |
7.172.972 |
162.470 |
7.335.442 |
184.375 |
240.080 |
249.881 |
241.730 |
||
– |
Bekostiging lichte ondersteuning lwoo/pro |
628.137 |
628.137 |
77.776 |
705.913 |
76.644 |
75.362 |
74.460 |
73.974 |
|||
– |
Bekostiging Caribisch Nederland |
15.640 |
15.640 |
1.814 |
17.454 |
– 434 |
– 533 |
– 518 |
– 518 |
|||
• |
Prestatiebox |
296.156 |
8.725 |
304.881 |
– 14.500 |
290.381 |
– 11.400 |
– 1.000 |
0 |
0 |
||
– |
Regeling prestatiebox voortgezet onderwijs |
296.156 |
8.725 |
304.881 |
– 14.500 |
290.381 |
– 11.400 |
– 1.000 |
0 |
0 |
||
• |
Aanvullende bekosting |
192.290 |
1.909 |
194.199 |
– 626 |
193.573 |
312 |
321 |
325 |
352 |
||
– |
Regeling IGVO (Internationaal Georiënteerd Voortgezet Onderwijs) |
3.940 |
3.940 |
740 |
4.680 |
746 |
755 |
759 |
786 |
|||
– |
Regeling leerplusarrangement en eerste opvang nieuwkomers |
109.614 |
1.711 |
111.325 |
– 932 |
110.393 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
– |
Regeling bekostiging kenniscentra voor leerwerktrajecten vmbo |
250 |
250 |
– 250 |
0 |
– 250 |
– 250 |
– 250 |
– 250 |
|||
– |
Regeling functiemix VO Randstadregio's |
61.386 |
198 |
61.584 |
– 184 |
61.400 |
– 184 |
– 184 |
– 184 |
– 184 |
||
– |
Resultaatafhankelijke bekostiging vsv voor vo-scholen |
17.100 |
17.100 |
17.100 |
||||||||
Subsidies |
54.705 |
290 |
54.995 |
16.721 |
71.716 |
32.368 |
22.233 |
21.713 |
20.978 |
|||
– |
Stichting Kennisnet (basissubsidie) PO, VO, MBO |
12.000 |
240 |
12.240 |
12.240 |
|||||||
– |
ICT-projecten (incl. transparantie) |
5.000 |
5.000 |
– 200 |
4.800 |
|||||||
– |
Onderwijs Bewijs |
0 |
0 |
0 |
||||||||
– |
Pilots zomerscholen |
0 |
0 |
8.150 |
8.150 |
9.000 |
||||||
– |
Overige projecten |
37.705 |
50 |
37.755 |
8.771 |
46.526 |
23.368 |
22.233 |
21.713 |
20.978 |
||
Opdrachten |
5.054 |
0 |
5.054 |
2.502 |
7.556 |
2.405 |
2.315 |
2.300 |
2.300 |
|||
– |
In- en uitbesteding |
5.054 |
5.054 |
2.502 |
7.556 |
2.405 |
2.315 |
2.300 |
2.300 |
|||
Bijdragen aan agentschappen |
31.752 |
0 |
31.752 |
5.724 |
37.476 |
2.936 |
1.536 |
530 |
531 |
|||
– |
Dienst Uitvoering Onderwijs |
31.752 |
31.752 |
5.724 |
37.476 |
2.936 |
1.536 |
530 |
531 |
|||
Bijdragen aan ZBO's/RWT's |
51.890 |
1.312 |
53.202 |
2.190 |
55.392 |
– 6.385 |
– 6.385 |
– 6.385 |
– 6.385 |
|||
– |
ZBO: College voor Examens |
5.134 |
266 |
5.400 |
6.256 |
11.656 |
– 173 |
– 173 |
– 173 |
– 173 |
||
– |
SLOA: onderwijs ondersteunende instellingen PO/VO/MBO (incl. examens) |
46.756 |
1.046 |
47.802 |
– 4.066 |
43.736 |
– 6.212 |
– 6.212 |
– 6.212 |
– 6.212 |
||
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties |
107 |
0 |
107 |
173 |
280 |
54 |
27 |
27 |
27 |
|||
– |
GRAZ (ECML) en PISA |
107 |
107 |
173 |
280 |
54 |
27 |
27 |
27 |
|||
Garantie-uitgaven |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
– |
Garantie-uitgaven |
0 |
0 |
0 |
||||||||
Ontvangsten |
7.361 |
30 |
7.391 |
7.391 |
0 |
0 |
0 |
0 |
In de kolom «Mutaties 1e suppletoire begroting 2018» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2018» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting mutaties:
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 532,1 miljoen verhoogd. Dit wordt veroorzaakt doordat de stijging van de uitgaven in 2018 en een groot deel van de stijging van de uitgaven in 2019 worden verplicht in 2018.
Uitgaven
Toelichting per instrument:
Bekostiging
– Het budget voor de bekostiging wordt per saldo met € 226,9 miljoen verhoogd. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door de volgende mutaties:
• De toevoeging van loon- en prijsbijstelling 2018 (€ 204,1 miljoen); zie de toelichting in het algemene deel.
• De toevoeging van middelen uit het regeerakkoord voor de kwaliteit technisch onderwijs van het vmbo (€ 34,0 miljoen); zie de toelichting in het algemene deel.
• De overboeking van de prestatiebox voor de verlenging van de subsidieregeling voor de lente- en zomerscholen (€ 9,0 miljoen).
• Het budgettaire effect van de Referentieraming 2018 (€ 7,2 miljoen); zie de toelichting in het algemene deel.
• De interne overboeking van de bekostiging naar de lichte ondersteuning (€ 62,4 miljoen) naar aanleiding van de overkomst van het groene onderwijs.
Subsidies
– Het budget voor subsidies wordt per saldo met € 16,7 miljoen verhoogd. Dit wordt veroorzaakt door onder meer de volgende mutaties:
• De overboeking van de prestatiebox naar de subsidies voor de verlenging van de subsidieregeling voor de lente- en zomerscholen (€ 8,2 miljoen).
• Overboeking van de bijdragen aan ZBO’s en RWT’s naar de subsidies (€ 6,2 miljoen).
• De toevoeging van middelen uit het regeerakkoord voor de subsidie voor onderwijsachterstandenbeleid (€ 5,0 miljoen); zie de toelichting in het algemene deel.
• Een incidentele verlaging van de subsidie voor onderwijsachterstanden (€ 5,0 miljoen) en een incidentele verlaging van de subsidie voor zomerscholen (€ 0,6 miljoen) ter dekking van de tegenvaller op de leerling- en studentenraming en de studiefinancieringsraming; zie de toelichting in het algemene deel.
• Een verlaging van per saldo € 2,1 miljoen in verband met diverse overboekingen van en naar andere beleidsartikelen en begrotingen, waaronder overboekingen naar art. 4 Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie voor bèta-technieknetwerken en loopbaanoriëntatie- en begeleiding.
Art.nr. 4. Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie
Budgettaire gevolgen van beleid
Ontwerpbegroting 2018 |
Mutaties via NvW, motie en amendementen |
Vastgestelde begroting 2018 |
Stand vastgesteld ISB |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2018 |
Stand 1e suppletoire begroting 2018 |
Mutatie 2019 |
Mutatie 2020 |
Mutatie 2021 |
Mutatie 2022 |
|||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
4.278.330 |
171.249 |
4.449.579 |
225.094 |
4.674.673 |
113.124 |
96.994 |
74.363 |
– 152.482 |
|||
Waarvan garantieverplichtingen |
– 12.768 |
|||||||||||
Uitgaven |
4.325.690 |
171.189 |
4.496.879 |
129.656 |
4.626.535 |
138.979 |
124.410 |
104.585 |
– 125.227 |
|||
Waarvan juridisch verplicht |
99,7% |
99,8% |
||||||||||
Bekostiging |
3.876.544 |
169.050 |
4.045.594 |
122.828 |
4.168.422 |
116.763 |
109.131 |
92.519 |
– 126.465 |
|||
• |
Hoofdbekostiging |
3.340.003 |
166.735 |
3.506.738 |
103.439 |
3.610.177 |
121.465 |
97.875 |
80.962 |
64.596 |
||
– |
Bekostiging roc's/overige regelingen |
3.270.455 |
166.735 |
3.437.190 |
101.147 |
3.538.337 |
119.703 |
96.063 |
79.246 |
62.980 |
||
– |
Bekostiging Caribisch Nederland |
7.094 |
7.094 |
844 |
7.938 |
314 |
364 |
268 |
168 |
|||
– |
Bekostiging vavo |
62.454 |
62.454 |
1.448 |
63.902 |
1.448 |
1.448 |
1.448 |
1.448 |
|||
• |
Kwaliteitsafspraken |
400.000 |
0 |
400.000 |
11.602 |
411.602 |
19.620 |
31.780 |
31.780 |
– 171.093 |
||
– |
Investeringsbudget |
196.500 |
196.500 |
11.602 |
208.102 |
186.620 |
235.280 |
35.280 |
35.347 |
|||
– |
Resultaatafhankelijk budget |
203.500 |
203.500 |
0 |
203.500 |
– 167.000 |
– 203.500 |
– 3.500 |
– 206.440 |
|||
• |
Aanvullende bekostiging |
136.541 |
2.315 |
138.856 |
7.787 |
146.643 |
– 24.322 |
– 20.524 |
– 20.223 |
– 19.968 |
||
– |
Schoolmaatschappelijk werk in het mbo |
15.000 |
15.000 |
0 |
15.000 |
– 15.000 |
– 15.000 |
– 15.000 |
– 15.000 |
|||
– |
Regionaal Investeringsfonds |
25.861 |
25.861 |
– 5.090 |
20.771 |
907 |
830 |
1.131 |
1.386 |
|||
– |
Salarismix Randstadregio's |
43.280 |
2.315 |
45.595 |
2 |
45.597 |
1.146 |
1.146 |
1.146 |
1.146 |
||
– |
Regionaal programma |
30.400 |
30.400 |
0 |
30.400 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
– |
Plusvoorzieningen overbelaste jongeren |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
– |
Programmagelden regio's |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
– |
Tegemoetkoming schoolkosten MBO |
10.000 |
10.000 |
0 |
10.000 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
– |
Gelijke kansen |
12.000 |
12.000 |
12.875 |
24.875 |
– 11.375 |
– 7.500 |
– 7.500 |
– 7.500 |
|||
Subsidies |
229.947 |
24 |
229.971 |
13.592 |
243.563 |
13.691 |
10.505 |
4.975 |
0 |
|||
– |
Subsidieregeling praktijkleren |
196.500 |
196.500 |
5.024 |
201.524 |
8.000 |
6.000 |
0 |
– 5.000 |
|||
– |
Permanent leren |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||||
– |
Actieplan Laaggeletterdheid/Tel mee met taal |
12.010 |
12.010 |
9.260 |
21.270 |
5.000 |
5.000 |
5.000 |
5.000 |
|||
– |
Loopbaanorientatie |
1.700 |
1.700 |
1.053 |
2.753 |
953 |
– 25 |
– 25 |
0 |
|||
– |
ROC Leiden |
525 |
525 |
0 |
525 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
– |
Sectorplan mbo-hbo techniek |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
– |
Overige subsidies |
19.212 |
24 |
19.236 |
– 1.745 |
17.491 |
– 262 |
– 470 |
0 |
0 |
||
Opdrachten |
2.314 |
0 |
2.314 |
1.159 |
3.473 |
59 |
0 |
0 |
0 |
|||
– |
In- en uitbesteding |
2.314 |
2.314 |
1.159 |
3.473 |
59 |
0 |
0 |
0 |
|||
– |
Caribisch Nederland |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
Bijdrage aan agentschappen |
23.854 |
247 |
24.101 |
– 552 |
23.549 |
404 |
414 |
404 |
404 |
|||
– |
Dienst Uitvoering Onderwijs |
21.354 |
247 |
21.601 |
– 552 |
21.049 |
404 |
414 |
404 |
404 |
||
– |
Rijksdienst Ondernemend Nederland |
2.500 |
2.500 |
0 |
2.500 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
Bijdrage aan ZBO's/RWT's |
61.077 |
1.868 |
62.945 |
– 5.417 |
57.528 |
1.461 |
1.447 |
1.437 |
1.437 |
|||
– |
College voor Toetsen en Examens |
4365 |
4.365 |
– 4.263 |
102 |
102 |
102 |
102 |
102 |
|||
– |
Wet SLOA |
3.604 |
3.604 |
– 2.432 |
1.172 |
86 |
75 |
75 |
75 |
|||
– |
SBB |
53.108 |
1.868 |
54.976 |
1.278 |
56.254 |
1.273 |
1.270 |
1.260 |
1.260 |
||
Bijdrage aan medeoverheden |
131.954 |
0 |
131.954 |
– 1.954 |
130.000 |
6.601 |
2.913 |
5.250 |
– 603 |
|||
– |
RMC's |
34.067 |
34.067 |
1.300 |
35.367 |
1.238 |
1.238 |
1.238 |
1.238 |
|||
– |
Educatie |
58.985 |
58.985 |
1.371 |
60.356 |
1.371 |
1.371 |
1.371 |
1.371 |
|||
– |
Caribisch Nederland |
17.052 |
17.052 |
– 4.625 |
12.427 |
3.992 |
304 |
2.641 |
– 3.212 |
|||
– |
Regionaal Programma |
21.850 |
21.850 |
0 |
21.850 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
Ontvangsten |
3.000 |
0 |
3.000 |
0 |
3.000 |
0 |
0 |
0 |
0 |
In de kolom «Mutaties 1e suppletoire begroting 2018» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2018» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting mutaties:
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 216,4 miljoen verhoogd. Het verschil tussen de verplichtingen- en uitgavenmutaties wordt met name veroorzaakt door:
– Bijstelling van de verplichtingenraming bij het instrument bekostiging omdat de loon- en prijsbijstelling tranche 2018 voor zowel 2018 als 2019 in het jaar 2018 verplicht wordt.
– De garantieverplichtingen worden met € 12,8 miljoen verlaagd. Dit is het saldo van de tot nu toe in 2018 verleende en vervallen leningen en rekening-courant kredieten aan mbo-instellingen via schatkistbankieren.
Uitgaven
Toelichting per instrument:
Bekostiging
Het budget voor de bekostiging wordt per saldo met € 122,8 miljoen verhoogd. De verhoging is met name het gevolg van de volgende mutaties:
– De doorverdeling (€ 94,3 miljoen) van de loon- en prijsbijstelling tranche 2018 (zie algemene toelichting).
– De jaarlijkse meerjarige doorrekening van de referentieraming 2018 ten opzichte van de referentieraming 2017 heeft de volgende budgettaire consequenties: het macrobudget wordt in 2019 en 2020 opwaarts en vanaf 2021 neerwaarts bijgesteld (zie ook algemene toelichting).
– In februari 2018 is het Bestuursakkoord mbo (2018 – 2022) afgesloten (Kamerstukken II, 2017–2018, 31524, nr. 351). De daarin gemaakte financiële afspraken worden nu verwerkt. Het betreft onder andere:
• In 2018 wordt € 11 miljoen via een kasschuif beschikbaar gesteld aan de aoc’s, omdat de harmonisatie van de bekostiging pas vanaf 2019 ingaat.
• Het budget (€ 15 miljoen) voor schoolmaatschappelijk werk vanaf 2019 en het budget voor gelijke kansen (€ 7,5 miljoen) vanaf 2020 worden structureel aan het investeringsbudget toegevoegd.
• In het recentelijk afgesloten bestuursakkoord is ook afgesproken het resultaatafhankelijk budget te verlagen en het investeringsbudget met hetzelfde bedrag te verhogen. Daarnaast is € 4 miljoen in 2019 aan het investeringsbudget toegevoegd vanuit gelijke kansen, vanwege het expireren van de regeling en het afschaffen van de cascadebekostiging. Hierdoor is voor het investeringsbudget in de jaren 2019 € 383 miljoen en 2020 € 432 miljoen beschikbaar en in jaren 2021 en 2022 per jaar € 232 miljoen voor de mbo-instellingen. Tenslotte is in de jaren 2021 en 2023 per jaar € 200 miljoen beschikbaar voor het resultaatafhankelijk budget. Door verschillende kasschuiven zijn deze bedragen in de afgesproken jaren beschikbaar gekomen voor de mbo-instellingen.
– Vanuit artikel 3 (Voortgezet Onderwijs) is vanaf 2018 structureel € 9 miljoen overgeboekt naar artikel 4 (Beroepsonderwijs en volwasseneducatie) voor wachtgelden voor het vo-deel van de aoc’s.
– Daarnaast vindt er in 2018 een taakstelling van € 7,3 miljoen plaats op het Regionaal Investeringsfonds ter dekking van de tegenvaller op de leerling- en studentenraming en de studiefinancieringsraming op de begroting van OCW (zie ook algemene toelichting).
– Bij het onderdeel gelijke kansen wordt er € 7,5 miljoen via een kasschuif van 2019 naar 2018 geschoven. Tenslotte wordt er vanuit de eindejaarsmarge 2017 € 5,3 miljoen in 2018 aan dit onderdeel toegevoegd.
Subsidies
Het budget voor subsidies wordt per saldo met € 13,6 miljoen verhoogd. Deze verhoging wordt grotendeels verklaard door de volgende mutaties:
– Voor de regeling praktijkleren wordt uit latere jaren in totaal € 12 miljoen naar 2018 geschoven. Daarnaast vindt er in 2018 een taakstelling van € 7 miljoen plaats op de regeling praktijkleren ter dekking van de tegenvaller op de leerling- en studentenraming en de studiefinancieringsraming op de begroting van OCW (zie ook algemene toelichting).
– Het budget voor Tel mee met taal is met € 9,3 miljoen verhoogd. Dit komt onder andere doordat er in het Regeerakkoord Rutte III vanaf 2018 structureel € 5 miljoen beschikbaar is gesteld (zie ook algemene toelichting). Ook is het budget verhoogd met € 4,3 miljoen door verschillende overboekingen en een toevoeging vanuit de eindejaarsmarge.
Bijdrage aan ZBO’s/RWT’s
Het budget voor bijdrage aan ZBO’s/RWT’s wordt per saldo met € 5,4 miljoen verlaagd. Deze verlaging is met name het gevolg van de volgende mutaties:
– Voor het College voor Toetsen en Examens wordt een bedrag van € 6 miljoen overgeboekt naar artikel 3 (Voortgezet Onderwijs).
– Voor het Cito (Wet SLOA) wordt een bedrag van € 0,9 miljoen overgeboekt naar artikel 3 (Voortgezet Onderwijs).
– Daarnaast wordt aan het budget voor bijdrage aan ZBO’s/RWT’s de loon- en prijsbijstelling tranche 2018 van € 1,5 miljoen structureel toegevoegd.
Bijdrage aan medeoverheden
Het budget voor bijdrage aan medeoverheden wordt per saldo met € 2 miljoen verlaagd. Deze verlaging is met name het gevolg van de volgende mutaties:
– De bijdrage aan Caribisch Nederland wordt in 2018 met € 7,5 miljoen verlaagd. Dit wordt grotendeels veroorzaakt door vertraging in het masterplan onderwijshuisvesting Caribisch Nederland.
– Daarnaast wordt aan het budget voor bijdrage aan medeoverheden de loon- en prijsbijstelling tranche 2018 van € 3,1 miljoen structureel toegevoegd.
Art.nr. 6. Hoger Beroepsonderwijs
Budgettaire gevolgen van beleid
Ontwerpbegroting 2018 |
Mutaties via NvW, motie en amendementen |
Vastgestelde begroting 2018 |
Stand vastgestelde ISB |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2018 |
Stand 1e suppletoire begroting 2018 |
Mutatie 2019 |
Mutatie 2020 |
Mutatie 2021 |
Mutatie 2022 |
|||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
2.967.916 |
247.793 |
3.215.709 |
208.599 |
3.424.308 |
110.311 |
126.331 |
142.966 |
158.682 |
|||||
Waarvan garantieverplichtingen |
– 16.488 |
– 16.488 |
– 13.032 |
– 13.487 |
– 14.023 |
– 14.352 |
||||||||
Uitgaven |
3.005.161 |
135.337 |
3.140.498 |
120.531 |
3.261.029 |
120.320 |
126.920 |
140.123 |
157.127 |
|||||
Waarvan juridisch verplicht |
99,99% |
99,99% |
||||||||||||
Bekostiging |
2.944.960 |
135.337 |
3.080.297 |
105.878 |
3.186.175 |
103.063 |
106.211 |
119.374 |
136.377 |
|||||
• |
Hoofdbekostiging |
2.944.960 |
135.337 |
3.080.297 |
105.876 |
3.186.173 |
100.385 |
103.071 |
114.042 |
129.706 |
||||
– |
Onderwijsdeel hbo |
2.855.691 |
133.815 |
2.989.506 |
104.149 |
3.093.655 |
98.654 |
101.339 |
112.308 |
127.972 |
||||
– |
Deel ontwerp en ontwikkeling |
72.439 |
1.522 |
73.961 |
1.730 |
75.691 |
1.731 |
1.732 |
1.734 |
1.734 |
||||
– |
Bekostiging flexibel hoger onderwijs voor volwassenen |
16.830 |
16.830 |
– 3 |
16.827 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||||
• |
Prestatiebox |
0 |
0 |
0 |
2 |
2 |
2.678 |
3.140 |
5.332 |
6.671 |
||||
– |
Onderwijskwaliteit en studiesucces, en profilering |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||||||
– |
Studievoorschot middelen |
0 |
2 |
2 |
2.678 |
3.140 |
5.332 |
6.671 |
||||||
– |
Profilering en zwaartepuntvorming |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||||||
Subsidies |
1.806 |
0 |
1.806 |
– 169 |
1.637 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||||
– |
Regeling stimulering Bèta/techniek |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||||||
– |
Overig |
1.806 |
1.806 |
– 169 |
1.637 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||||
Bijdragen aan agentschapppen |
14.080 |
0 |
14.080 |
203 |
14.283 |
217 |
219 |
195 |
195 |
|||||
– |
Dienst Uitvoering Onderwijs |
14.080 |
14.080 |
203 |
14.283 |
217 |
219 |
195 |
195 |
|||||
Bijdragen aan ZBO's/RWT's |
44.315 |
0 |
44.315 |
14.619 |
58.934 |
17.040 |
20.490 |
20.554 |
20.555 |
|||||
– |
NWO (Praktijkgericht onderzoek hbo) |
31.769 |
31.769 |
14.194 |
45.963 |
16.744 |
20.175 |
20.244 |
20.245 |
|||||
– |
NWO (Promotiebeurs voor leraren) |
9.026 |
9.026 |
212 |
9.238 |
213 |
232 |
232 |
232 |
|||||
– |
Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) |
3.520 |
3.520 |
213 |
3.733 |
83 |
83 |
78 |
78 |
|||||
Ontvangsten |
1.213 |
1.213 |
0 |
1.213 |
0 |
0 |
0 |
0 |
In de kolom «Mutaties 1e suppletoire begroting 2018» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2018» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting mutaties:
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 208,6 miljoen verhoogd. Het verschil tussen de verplichtingen- en uitgavenmutaties (€ 88,1 miljoen) wordt veroorzaakt door:
– Garantieverplichtingen/rekening-courant kredieten aan hogescholen die in 2018 zijn aangegaan of vervallen en waar OCW garant voor staat (saldo (-) € 16,5 miljoen).
– Bijstelling van de verplichtingenraming doordat uitgavenmutaties voor het jaar 2018 – overeenkomstig de bekostigingsregelgeving – in het jaar 2018 worden verplicht. Daarom worden deze (104,6 miljoen) verwerkt in het verplichtingenbudget 2018.
Uitgaven
Toelichting per instrument:
Bekostiging
– Het budget voor de bekostiging wordt per saldo met € 105,9 miljoen verhoogd. De verhoging is het gevolg van:
• een aanpassing op basis van de nieuwe raming van de studentenaantallen: € 33,6 miljoen uit de referentieraming 2018 (zie het algemeen deel);
• de doorverdeling (€ 72,0 miljoen) van de loon- en prijsbijstelling tranche 2018 (zie het algemeen deel);
• de doorverdeling (€ 4,5 miljoen) van de regeerakkoordmiddelen toegepast onderzoek (zie het algemeen deel)
• diverse overige mutaties (met name interne overboekingen naar andere beleidsartikelen) die het budget in totaal verlagen met € 4,2 miljoen.
Bijdrage aan ZBO’s/RWT’s
– Het budget voor bijdragen aan ZBO’s/RWT’s wordt per saldo met € 14,6 miljoen verhoogd. De verhoging is het gevolg van:
• de doorverdeling (€ 10,5 miljoen) van de regeerakkoordmiddelen toegepast onderzoek (zie het algemeen deel);
• overheveling van middelen uit de Lerarenbeurs (€ 2 miljoen) naar het NRPO/SIA ten behoeve van het postdoc-programma;
• toevoeging van middelen (+ € 1 miljoen) voor de samenwerking tussen stad en kennisinstellingen in het kader van de City Deal Kennis Maken;
• de doorverdeling (€ 1,1 miljoen) van de loon- en prijsbijstelling tranche 2018 (zie het algemeen deel).
Art.nr. 7. Wetenschappelijk onderwijs
Budgettaire gevolgen van beleid
Ontwerpbegroting 2018 |
Mutaties via NvW, motie en amendementen |
Vastgestelde begroting 2018 |
Stand vastgestelde ISB |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2018 |
Stand 1e suppletoire begroting 2018 |
Mutatie 2019 |
Mutatie 2020 |
Mutatie 2021 |
Mutatie 2022 |
|||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
4.493.538 |
260.405 |
4.753.943 |
334.153 |
5.088.096 |
187.192 |
194.061 |
206.035 |
216.749 |
|||||
Waarvan garantieverplichtingen |
– 23.694 |
– 23.694 |
– 6.020 |
– 5.787 |
– 5.672 |
– 5.756 |
||||||||
Uitgaven |
4.483.810 |
212.256 |
4.696.066 |
163.084 |
4.859.150 |
180.876 |
189.550 |
199.946 |
211.568 |
|||||
Waarvan juridisch verplicht |
99,95% |
99,99% |
||||||||||||
Bekostiging |
4.455.358 |
212.256 |
4.667.614 |
161.298 |
4.828.912 |
180.065 |
188.901 |
199.370 |
211.197 |
|||||
• |
Hoofdbekostiging |
4.455.358 |
212.256 |
4.667.614 |
161.296 |
4.828.910 |
178.517 |
187.065 |
196.252 |
207.305 |
||||
– |
Onderwijsdeel wo |
2.000.013 |
92.256 |
2.092.269 |
102.962 |
2.195.231 |
120.116 |
128.574 |
137.640 |
148.590 |
||||
– |
Onderzoeksdeel wo |
1.800.983 |
120.000 |
1.920.983 |
42.453 |
1.963.436 |
42.485 |
42.535 |
42.616 |
42.711 |
||||
– |
Deel ondersteuning geneeskundig onderwijs en onderzoek |
654.362 |
654.362 |
15.881 |
670.243 |
15.916 |
15.956 |
15.996 |
16.004 |
|||||
• |
Prestatiebox |
0 |
0 |
0 |
2 |
2 |
1.548 |
1.836 |
3.118 |
3.892 |
||||
– |
Onderwijskwaliteit en studiesucces, en profilering |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||||||
– |
Studievoorschot middelen |
0 |
2 |
2 |
1.548 |
1.836 |
3.118 |
3.892 |
||||||
– |
Profilering en zwaartepuntvorming |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||||||
Subsidies |
3.995 |
0 |
3.995 |
– 56 |
3.939 |
353 |
278 |
205 |
0 |
|||||
– |
Open en online onderwijs |
1.600 |
1.600 |
– 24 |
1.576 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||||
– |
Overig |
2.395 |
2.395 |
– 32 |
2.363 |
353 |
278 |
205 |
0 |
|||||
Opdrachten |
1.705 |
0 |
1.705 |
182 |
1.887 |
59 |
0 |
0 |
0 |
|||||
– |
Uitbesteding |
1.705 |
1.705 |
182 |
1.887 |
59 |
0 |
0 |
0 |
|||||
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties |
22.752 |
0 |
22.752 |
1.660 |
24.412 |
399 |
371 |
371 |
371 |
|||||
– |
Organisaties conform tabel 6.6 |
22.752 |
22.752 |
1.660 |
24.412 |
399 |
371 |
371 |
371 |
|||||
Ontvangsten |
16 |
0 |
16 |
0 |
16 |
0 |
0 |
0 |
0 |
In de kolom «Mutaties 1e suppletoire begroting 2018» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2018» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting mutaties:
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 334,2 miljoen verhoogd. Het verschil tussen de verplichtingen- en uitgavenmutaties (€ 171,1 miljoen) wordt veroorzaakt door:
– Garantieverplichtingen/rekening-courant kredieten aan universiteiten die in 2018 zijn aangegaan of vervallen en waar OCW garant voor staat (saldo (-) € 23,7 miljoen).
– Bijstelling van de verplichtingenraming doordat uitgavenmutaties voor het jaar 2018 – overeenkomstig de bekostigingsregelgeving – in het jaar 2018 worden verplicht. Daarom worden deze (€ 194,8 miljoen) verwerkt in het verplichtingenbudget 2018.
Uitgaven
Toelichting per instrument:
Bekostiging
– Het budget voor de bekostiging wordt per saldo met € 161,3 miljoen verhoogd. De verhoging is het gevolg van:
• een aanpassing op basis van de nieuwe raming van de studentenaantallen: € 58,0 miljoen uit de referentieraming 2018 (zie het algemeen deel);
• de doorverdeling (€ 105,4 miljoen) van de loon- en prijsbijstelling tranche 2018 (zie het algemeen deel);
• diverse overige mutaties (met name interne overboekingen naar andere beleidsartikelen) die het budget in totaal verlagen met € 2,1 miljoen.
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties
– Het budget voor bijdragen aan (inter)nationale organisaties wordt per saldo met € 1,7 miljoen verhoogd. De verhoging is het gevolg van:
• toevoeging van middelen (€ 1,1 miljoen.) aan het UAF in verband met een hogere instroom van vluchtelingen;
• toevoeging van middelen (€ 0,2 miljoen) voor doorlopende werkzaamheden van het Nuffic in Turkije en Caribisch Nederland;
• de doorverdeling (€ 0,4 miljoen) van de loon- en prijsbijstelling tranche 2018 (zie het algemeen deel).
Art.nr. 8. Internationaal beleid
Budgettaire gevolgen van beleid
Ontwerpbegroting 2018 |
Mutaties via NvW, motie en amendementen |
Vastgestelde begroting 2018 |
Stand vastgestelde ISB |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2018 |
Stand 1e suppletoire begroting 2018 |
Mutatie 2019 |
Mutatie 2020 |
Mutatie 2021 |
Mutatie 2022 |
|||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
11.116 |
0 |
11.116 |
807 |
11.923 |
782 |
783 |
75 |
75 |
|||||
Uitgaven |
11.716 |
0 |
11.716 |
927 |
12.643 |
782 |
783 |
75 |
75 |
|||||
Waarvan juridisch verplicht |
96,3% |
96,5% |
||||||||||||
Subsidies |
821 |
0 |
821 |
0 |
821 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||||
– |
Duitsland Instituut Amsterdamn (DIA) |
0 |
0 |
|||||||||||
– |
Netherlands house for Education and Research (Neth-ER) |
600 |
600 |
600 |
||||||||||
– |
Incidentele subsidies voor het uitwisselen van cultuur |
196 |
196 |
196 |
||||||||||
– |
overige incidentele subsidies |
25 |
25 |
25 |
||||||||||
Opdrachten |
210 |
0 |
210 |
0 |
210 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||||
– |
Beleidsonderzoek en benchmarking |
103 |
103 |
103 |
||||||||||
– |
Incidentele Internationale activiteiten |
107 |
107 |
107 |
||||||||||
– |
EU-voorzitterschap |
0 |
0 |
|||||||||||
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties |
10.259 |
0 |
10.259 |
842 |
11.101 |
782 |
783 |
75 |
75 |
|||||
– |
OCW-vertegenwoordiging in het buitenland |
135 |
135 |
– 131 |
4 |
– 131 |
– 131 |
– 131 |
– 131 |
|||||
– |
Stichting EP-Nuffic |
3.793 |
3.793 |
82 |
3.875 |
65 |
65 |
65 |
65 |
|||||
– |
Nederlandse Taalunie |
2.764 |
2.764 |
35 |
2.799 |
35 |
35 |
35 |
35 |
|||||
– |
Europa College Brugge |
30 |
30 |
30 |
||||||||||
– |
Unesco |
20 |
20 |
20 |
||||||||||
– |
OESO CERI |
76 |
76 |
1 |
77 |
1 |
1 |
1 |
1 |
|||||
– |
Fulbright Center |
368 |
368 |
368 |
||||||||||
– |
DCIC |
0 |
0 |
|||||||||||
– |
Stichting Ons Erfdeel |
185 |
185 |
185 |
||||||||||
– |
Nationaal Agentschap Erasmus + Onderwijs & Training |
2.064 |
2.064 |
755 |
2.819 |
755 |
755 |
47 |
47 |
|||||
– |
EU-programma's en activiteiten |
20 |
20 |
20 |
||||||||||
– |
Duitsland Instituut Amsterdamn (DIA) |
804 |
804 |
100 |
904 |
57 |
58 |
58 |
58 |
|||||
Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken |
426 |
0 |
426 |
0 |
426 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||||
– |
Vlaams-Nederlandshuis DeBuren (Hoofdstuk 5 BuZa) |
426 |
426 |
426 |
||||||||||
Bijdragen aan sociale fondsen |
85 |
85 |
||||||||||||
Nationaal Agentschap Erasmus + Onderwijs & Training |
85 |
85 |
||||||||||||
Ontvangsten |
99 |
99 |
99 |
In de kolom «Mutaties 1e suppletoire begroting 2018» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2018» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting mutaties:
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 1,4 miljoen verlaagd. Het verschil tussen de verplichtingen- en uitgavenmutaties wordt voornamelijk veroorzaakt doordat verplichtingen ten laste van het uitgavenbudget 2018 al in 2017 zijn aangegaan. Belangrijkste mutaties zijn de aanpassingen van Stichting Nuffic (€ -2,0 miljoen) en van Stichting Ons Erfdeel (€ -0,2 miljoen) die in 2017 zijn verplicht en in 2018 worden uitbetaald. Daarnaast is het budget voor het Agentschap Erasmus+ opgehoogd (€ 0,8 miljoen).
Uitgaven
Toelichting per instrument:
Bijdrage aan sociale fondsen
Het budget voor het Nationaal Agentschap Erasmus+ Onderwijs & Training wordt per saldo met € 0,085 miljoen verhoogd. Deze mutatie is per abuis op het verkeerde instrument geboekt en was bedoeld voor het instrument bijdragen aan (inter)nationale organisaties. Dit wordt aangepast in de miljoenennota.
Art.nr. 9. Arbeidsmarkt- en personeelsbeleid
Budgettaire gevolgen van beleid
Ontwerpbegroting 2018 |
Mutaties via NvW, motie en amendementen |
Vastgestelde begroting 2018 |
Stand vastgestelde ISB |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2018 |
Stand 1e suppletoire begroting 2018 |
Mutatie 2019 |
Mutatie 2020 |
Mutatie 2021 |
Mutatie 2022 |
|||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
180.323 |
0 |
180.323 |
– 10.359 |
169.964 |
– 1.050 |
– 1.004 |
– 1.084 |
– 1.072 |
|||||
Uitgaven |
181.159 |
0 |
181.159 |
– 10.359 |
170.800 |
– 1.050 |
– 1.004 |
– 1.084 |
– 1.072 |
|||||
Waarvan juridisch verplicht |
94,3% |
93,6% |
||||||||||||
Bekostiging |
32.442 |
0 |
32.442 |
65 |
32.507 |
814 |
860 |
780 |
792 |
|||||
• |
Hoofdbekostiging |
0 |
0 |
0 |
||||||||||
– |
Beloning LeerKracht lumpsum po/vo/bve |
0 |
||||||||||||
• |
Aanvullende bekostiging |
32.442 |
0 |
32.442 |
65 |
32.507 |
814 |
860 |
780 |
792 |
||||
– |
Tegemoetkoming kosten opleidingsscholen |
32.442 |
32.442 |
65 |
32.507 |
814 |
860 |
780 |
792 |
|||||
Subsidies |
135.889 |
0 |
135.889 |
– 11.196 |
124.693 |
– 2.104 |
– 2.104 |
– 2.104 |
– 2.104 |
|||||
– |
Lerarenbeurs/zij-instroom |
122.642 |
122.642 |
– 10.560 |
112.082 |
– 2.000 |
– 2.000 |
– 2.000 |
– 2.000 |
|||||
– |
Impuls lerarentekorten vo en wetenschap en techniek pabo |
1.638 |
1.638 |
0 |
1.638 |
|||||||||
– |
Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen |
|||||||||||||
– |
Verankering academische opleidingsschool |
|||||||||||||
– |
Onderwijscoöperatie |
2.945 |
2.945 |
0 |
2.945 |
|||||||||
– |
Promotiebeurs voor leraren |
|||||||||||||
– |
Projecten professionalisering |
2.000 |
2.000 |
0 |
2.000 |
|||||||||
– |
Projecten regionale arbeidsmarktproblematiek |
|||||||||||||
– |
Overige projecten |
6.664 |
6.664 |
– 636 |
6.028 |
– 104 |
– 104 |
– 104 |
– 104 |
|||||
Opdrachten |
7.492 |
0 |
7.492 |
0 |
7.492 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||||
– |
Onderzoek, ramingen en communicatie |
3.492 |
3.492 |
0 |
3.492 |
|||||||||
– |
Leraren- en schoolleidersregister |
4.000 |
4.000 |
0 |
4.000 |
|||||||||
Bijdrage aan agentschappen |
5.336 |
0 |
5.336 |
772 |
6.108 |
240 |
240 |
240 |
240 |
|||||
– |
Dienst Uitvoering Onderwijs |
5.336 |
5.336 |
772 |
6.108 |
240 |
240 |
240 |
240 |
|||||
Bijdrage aan ZBO's/RWT's |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||||||
Ontvangsten |
6.000 |
6.000 |
3.000 |
9.000 |
3.000 |
3.000 |
3.000 |
3.000 |
In de kolom «Mutaties 1e suppletoire begroting 2018» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2018» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting mutaties:
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 10,4 miljoen verlaagd.
Uitgaven
Toelichting per instrument:
Subsidies
– Het budget voor subsidies wordt per saldo met € 11,2 miljoen verlaagd. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door de verlaging van het budget voor de lerarenbeurs en zij-instroom met € 10,6 miljoen.
• Het plafond van de lerarenbeurs is incidenteel in 2018 met € 10,0 miljoen verlaagd ter dekking van de tegenvaller op de leerling- en studentenraming en de studiefinancieringsraming; zie de toelichting in het algemene deel.
• Er is € 2,0 miljoen overgeheveld naar artikel 6 ten behoeve van het postdoc-programma.
• Voor de regeling zij-instroom is € 1,4 miljoen ontvangen van artikel 1.
Ontvangsten
Het ontvangstenbudget wordt met € 3,0 miljoen verhoogd op basis van realisatiegegevens van de afgelopen jaren (zie de toelichting in het algemene deel).
Art.nr. 11. Studiefinanciering
Budgettaire gevolgen van beleid
Ontwerpbegroting 2018 |
Mutaties via NvW, motie en amendementen |
Vastgestelde begroting 2018 |
Stand vastgestelde ISB |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2018 |
Stand 1e suppletoire begroting 2018 |
Mutatie 2019 |
Mutatie 2020 |
Mutatie 2021 |
Mutatie 2022 |
|||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
5.373.215 |
0 |
5.373.215 |
145.861 |
5.519.076 |
159.218 |
129.672 |
134.429 |
139.267 |
|||
Uitgaven |
5.373.215 |
0 |
5.373.215 |
145.861 |
5.519.076 |
159.218 |
129.672 |
134.429 |
139.267 |
|||
Waarvan juridisch verplicht |
100% |
100% |
||||||||||
Inkomensoverdrachten |
2.252.834 |
0 |
2.252.834 |
38.042 |
2.290.876 |
56.559 |
33.323 |
32.074 |
31.276 |
|||
• |
Basisbeurs |
533.880 |
0 |
533.880 |
– 9.517 |
524.363 |
– 9.453 |
– 14.245 |
– 15.775 |
– 17.742 |
||
– |
Gift (R) |
1.075.269 |
1.075.269 |
80.016 |
1.155.285 |
28.751 |
– 4.762 |
– 7.430 |
– 477 |
|||
– |
Prestatiebeurs (NR) |
– 541.389 |
– 541.389 |
– 89.533 |
– 630.922 |
– 38.204 |
– 9.483 |
– 8.345 |
– 17.265 |
|||
• |
Aanvullende beurs |
804.037 |
0 |
804.037 |
16.362 |
820.399 |
7.656 |
4.468 |
3.954 |
3.601 |
||
– |
Gift (R) |
618.438 |
618.438 |
19.589 |
638.027 |
20.758 |
21.584 |
21.537 |
20.610 |
|||
– |
Prestatiebeurs (NR) |
185.599 |
185.599 |
– 3.227 |
182.372 |
– 13.102 |
– 17.116 |
– 17.583 |
– 17.009 |
|||
• |
Reisvoorziening |
742.473 |
0 |
742.473 |
– 5.353 |
737.120 |
34.327 |
27.760 |
42.476 |
49.196 |
||
– |
Bijdrage aan vervoersbedrijven (R) |
867.313 |
867.313 |
– 12.748 |
854.565 |
22.792 |
7.855 |
9.084 |
11.185 |
|||
– |
Gift (R) |
667.203 |
667.203 |
51.633 |
718.836 |
41.303 |
47.665 |
60.457 |
66.436 |
|||
– |
Prestatiebeurs (R) |
– 792.043 |
– 792.043 |
– 44.238 |
– 836.281 |
– 29.768 |
– 27.760 |
– 27.065 |
– 28.425 |
|||
• |
Overige uitgaven |
172.444 |
0 |
172.444 |
36.550 |
208.994 |
24.029 |
15.340 |
1.419 |
– 3.779 |
||
– |
Overige uitgaven relevant (R) |
79.087 |
79.087 |
26.265 |
105.352 |
10.995 |
10.995 |
10.995 |
10.995 |
|||
– |
Caribisch Nederland |
4.031 |
4.031 |
– 360 |
3.671 |
– 582 |
– 835 |
– 1.125 |
– 1.455 |
|||
– |
Overige uitgaven niet-relevant (NR) |
89.326 |
89.326 |
10.645 |
99.971 |
13.616 |
5.180 |
– 8.451 |
– 13.319 |
|||
Leningen |
3.014.916 |
0 |
3.014.916 |
109.147 |
3.124.063 |
104.245 |
95.603 |
101.375 |
106.953 |
|||
– |
Rentedragende lening (NR) |
2.670.455 |
2.670.455 |
75.078 |
2.745.533 |
79.526 |
91.177 |
95.058 |
102.140 |
|||
– |
Collegegeldkrediet (NR) |
344.461 |
344.461 |
34.069 |
378.530 |
24.719 |
4.426 |
6.317 |
4.813 |
|||
Bijdrage aan agentschappen |
105.465 |
0 |
105.465 |
– 1.328 |
104.137 |
– 1.586 |
746 |
980 |
1.038 |
|||
– |
Dienst Uitvoering Onderwijs (R) |
105.465 |
105.465 |
– 1.328 |
104.137 |
– 1.586 |
746 |
980 |
1.038 |
|||
Ontvangsten |
896.903 |
0 |
896.903 |
– 46.627 |
850.276 |
– 51.080 |
– 59.375 |
– 64.728 |
– 72.140 |
|||
– |
Ontvangen rente en relevant hoofdsom (R) |
107.886 |
107.886 |
– 11.359 |
96.527 |
– 12.561 |
– 11.940 |
– 8.530 |
– 3.510 |
|||
– |
Kortlopende vorderingen (R) |
81.559 |
81.559 |
– 14 |
81.545 |
– 14 |
486 |
986 |
1.486 |
|||
– |
Terugontvangen hoofdsom (NR) |
707.458 |
707.458 |
– 35.254 |
672.204 |
– 38.505 |
– 47.921 |
– 57.184 |
– 70.116 |
In de kolom «Mutaties 1e suppletoire begroting 2018» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2018» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting instrumenten (algemeen):
Het onderscheid relevant en niet-relevant is in onderstaande toelichting als uitgangspunt genomen. Relevant betekent relevant voor het begrotingstekort/EMU-saldo. De relevante uitgaven worden hoofdzakelijk gevormd door studiefinanciering die meteen als gift wordt toegekend en door de omzetting van uitgekeerde prestatiebeurs in gift (na behalen van het diploma binnen 10 jaar). Onder de niet-relevante uitgaven vallen vooral de betalingen van prestatiebeurzen (zolang die nog niet omgezet zijn in een gift) en verstrekte rentedragende leningen.
De relevante ontvangsten worden vooral gevormd door de ontvangen rente op verstrekte studieleningen. De niet-relevante ontvangsten betreffen hoofdzakelijk aflossingen op de hoofdsom van rentedragende leningen.
Toelichting mutaties:
Uitgaven
Toelichting per instrument:
Inkomensoverdrachten
De verplichtingen worden met € 38,0 miljoen verhoogd. Het verschil wordt veroorzaakt door:
– De basisbeurs wordt per saldo met € 9,5 miljoen verlaagd. Dit bestaat uit enerzijds een verhoging van de relevante uitgaven met € 80 miljoen en anderzijds een verlaging van de niet-relevante uitgaven met € 89,5 miljoen.
• Relevante uitgaven: dit betreft met name hogere omzettingen dan geraamd. Dit is in zowel het mbo als het ho het geval. In het mbo zijn de omzettingen € 12 miljoen hoger dan geraamd. Dit wordt mede veroorzaakt door Focus op Vakmanschap (het verkorten van vierjarige opleidingen naar driejarige opleidingen) waardoor in 2017 extra veel deelnemers een diploma hebben gehaald met meer omzettingen in 2018 tot gevolg. In het hoger onderwijs zijn de omzettingen in het hbo bijna € 38 miljoen hoger en in het wo ruim € 28 miljoen hoger. Dit is het gevolg van meer afgestudeerden. Het boeggolf effect voor het studievoorschot ligt hier grotendeels aan ten grondslag.
• De niet-relevante uitgaven: dit betreffen tegenboekingen op de omzettingen. In eerste instantie worden toekenningen niet-relevant geboekt. Zodra de omzettingen plaatsvinden, moet het niet-relevante saldo worden verlaagd met het bedrag aan omzettingen. Dit is de tegenboeking.
– De aanvullende beurs wordt per saldo met € 16,4 miljoen verhoogd. Dit bestaat uit een verhoging van de relevante uitgaven met
– € 19,6 miljoen en een verlaging van de niet-relevante uitgaven met € 3,2 miljoen. Evenals bij de basisbeurs het geval was, hebben ook bij de aanvullende beurs meer omzettingen plaatsgevonden. Dit is om dezelfde redenen als bij de basisbeurs (Focus op Vakmanschap voor het mbo en het boeggolf effect voor het ho) het geval.
• De relevante uitgaven: met name in het hbo zijn de uitgaven hoger dan geraamd. Allereerst door hogere omzettingen (bijna € 9,5 miljoen), maar ook door hogere uitgaven aan aanvullende beurs in de eerste 5 maanden (de eerste 5 maanden aanvullende beurs zijn in het hoger onderwijs gift). Deze zijn omhoog bijgesteld met bijna € 2,7 miljoen. Dit laatste is het gevolg van de hogere referentieraming en dus een hoger studentenaantal.
• De niet-relevante uitgaven: dit betreffen, evenals bij de basisbeurs, tegenboekingen op de omzettingen in het hbo (verlaging van € 9,5 miljoen). Daarnaast zijn er hogere toekenningen in zowel het hbo (€ 8,4 miljoen) als wo (€ 3,4 miljoen). Dit komt door hogere aantallen als gevolg van de hogere referentieraming. Ook het gemiddelde bedrag van een aanvullende beurs is iets hoger.
– De reisvoorziening wordt per saldo met € 5,3 miljoen verlaagd.
• De bijdrage aan de vervoersbedrijven is verlaagd met € 12,7 miljoen. De verlaging wordt veroorzaakt door lagere prijzen dan aanvankelijk geraamd.
• De omzettingen zijn met € 51,6 miljoen naar boven bijgesteld. Het hoger onderwijs draagt met name bij aan deze opwaartse bijstelling. Ook hier speelt het boeggolfeffect een grote rol in de omzettingen (zie ook de bijstelling van de basisbeurs).
• De toekenningen zijn met € 44,2 miljoen naar beneden bijgesteld. Dit betreft een tegenboeking waarmee voorkomen wordt dat de waarde van de OV-kaart dubbel geboekt wordt (enerzijds door toekenning aan de student, anderzijds door de betaling aan de OV-bedrijven). Doordat het een tegenboeking betreft, betekent deze negatieve mutatie dus eigenlijk een hoger bedrag aan prestatiebeurs toekenningen. Deze toename in de toekenningen is zichtbaar in zowel het mbo (zowel bol 18- en bol 18+) als het ho (zowel hbo als wo). De referentieraming zorgt voor hogere aantallen en de realisatie 2017 voor een hogere prijs en deels ook hogere aantallen. Beide hebben effect op de uitgaven.
• De overige uitgaven worden per saldo met € 36,5 miljoen verhoogd. Deze post bestaat uit relevante overige uitgaven, niet-relevante overige uitgaven en uitgaven aan Caribisch Nederland.
• Relevante overige uitgaven: de relevante overige uitgaven zijn met € 26,3 miljoen omhoog bijgesteld. Dit betreffen met name technische bijstellingen. Hieronder vallen onder andere kwijtscheldingen (na verloop van de 15-jaarstermijn bijvoorbeeld) die hoger uit vallen dan verwacht.
• Niet-relevante overige uitgaven: de niet-relevante overige uitgaven zijn met € 10,6 miljoen omhoog bijgesteld. Ook dit betreft met name afboekingen op niet-relevante kwijtscheldingen.
• Caribisch Nederland: de uitgaven zijn met € 0,4 miljoen naar beneden bijgesteld.
Leningen
Er wordt per saldo naar verwachting € 109,1 miljoen meer uitgegeven aan leningen dan geraamd:
– De uitgaven aan de rentedragende lening (NR) zijn opgehoogd met € 75,1 miljoen. Dit is het gevolg van enerzijds een hogere referentieraming en anderzijds hogere gerealiseerde leningen.
– De uitgaven aan het collegegeldkrediet zijn opgehoogd met € 34,1 miljoen. Deze bijstelling is gebaseerd op realisatiegegevens en hogere aantallen als gevolg van een hogere referentieraming.
Bijdrage aan agentschappen
Het budget voor de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) wordt per saldo met € 1,3 miljoen verlaagd.
Ontvangsten
– Het ontvangstenbudget wordt met € 46,6 miljoen verlaagd. Dit betreft drie posten, te weten: ontvangen rente en relevante hoofdsom (relevant), kortlopende vorderingen, en terugontvangen hoofdsom (niet-relevant).
• Ontvangen rente en relevante hoofdsom: deze post is met € 11,4 miljoen verlaagd. Dit betreft lagere rente ontvangsten als gevolg van de lage rente.
• Kortlopende vorderingen: deze post is nagenoeg gelijk gebleven (- € 0,1 miljoen).
• Terugontvangen hoofdsom (niet relevant): deze post is met € 35,3 miljoen verlaagd op basis van de realisaties in 2017.
Art.nr. 12. Tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten
Budgettaire gevolgen van beleid
Ontwerpbegroting 2018 |
Mutaties via NvW, motie en amendementen |
Vastgestelde begroting 2018 |
Stand vastgestelde ISB |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2018 |
Stand 1e suppletoire begroting 2018 |
Mutatie 2019 |
Mutatie 2020 |
Mutatie 2021 |
Mutatie 2022 |
||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
89.501 |
0 |
89.501 |
4.200 |
93.701 |
3.873 |
3.726 |
3.810 |
4.267 |
||||||
Uitgaven |
89.501 |
0 |
89.501 |
4.200 |
93.701 |
3.873 |
3.726 |
3.810 |
4.267 |
||||||
Waarvan juridisch verplicht |
100% |
100% |
|||||||||||||
Inkomensoverdrachten |
73.889 |
0 |
73.889 |
3.844 |
77.733 |
3.577 |
3.432 |
3.515 |
3.966 |
||||||
• |
TS 17- |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||||
– |
Minderjarige deelnemers bol (R) |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||||||
• |
TS 18+ |
5.392 |
0 |
5.392 |
576 |
5.968 |
576 |
576 |
576 |
576 |
|||||
– |
Tegemoetkoming lerarenopleiding (tlo) (R) |
3.327 |
3.327 |
414 |
3.741 |
414 |
414 |
414 |
414 |
||||||
– |
Deeltijd vo (R) |
2.065 |
2.065 |
162 |
2.227 |
162 |
162 |
162 |
162 |
||||||
• |
VO 18+ |
68.497 |
0 |
68.497 |
3.268 |
71.765 |
3.001 |
2.856 |
2.939 |
3.390 |
|||||
– |
Volwassenenonderwijs (vavo) (R) |
6.148 |
6.148 |
235 |
6.383 |
245 |
265 |
311 |
362 |
||||||
– |
Meerderjarige scholieren vo (R) |
57.411 |
57.411 |
2.818 |
60.229 |
2.583 |
2.390 |
2.404 |
2.774 |
||||||
– |
Meerderjarige scholieren vso (R) |
4.442 |
4.442 |
– 321 |
4.121 |
– 363 |
– 336 |
– 312 |
– 283 |
||||||
– |
STOEB/ALR (NR) |
496 |
496 |
536 |
1.032 |
536 |
537 |
536 |
537 |
||||||
Bijdrage aan agentschappen |
15.612 |
0 |
15.612 |
356 |
15.968 |
296 |
294 |
295 |
301 |
||||||
– |
Dienst Uitvoering Onderwijs (R) |
15.612 |
15.612 |
356 |
15.968 |
296 |
294 |
295 |
301 |
||||||
Ontvangsten |
2.415 |
0 |
2.415 |
1.270 |
3.685 |
1.253 |
1.224 |
1.215 |
1.223 |
||||||
– |
TS 17- (R) |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||||||
– |
TS 18+ (R) |
85 |
85 |
73 |
158 |
73 |
73 |
73 |
73 |
||||||
– |
VO 18+ (R) |
2.330 |
2.330 |
1.197 |
3.527 |
1.180 |
1.151 |
1.142 |
1.150 |
In de kolom «Mutaties 1e suppletoire begroting 2018» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2018» weergegeven.
Toelichting mutaties:
Uitgaven
Toelichting per instrument:
Inkomensoverdracht
– De raming wordt per saldo met € 3,8 miljoen verhoogd.
• Er zijn meer meerderjarige leerlingen in het voortgezet onderwijs die een tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten aanvragen.
Bijdrage aan agentschappen
Het budget voor DUO wordt per saldo met € 0,4 miljoen verhoogd.
Ontvangsten
Het ontvangstenbudget wordt met € 1,3 miljoen verhoogd. Dit is op basis van realisatiegegevens.
Art.nr. 13. Lesgeld
Budgettaire gevolgen van beleid
Ontwerpbegroting 2018 |
Mutaties via NvW, motie en amendementen |
Vastgestelde begroting 2018 |
Stand vastgestelde ISB |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2018 |
Stand 1e suppletoire begroting 2018 |
Mutatie 2019 |
Mutatie 2020 |
Mutatie 2021 |
Mutatie 2022 |
|||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
6.555 |
6.555 |
117 |
6.672 |
129 |
125 |
122 |
118 |
||||||
Uitgaven |
6.555 |
0 |
6.555 |
117 |
6.672 |
129 |
125 |
122 |
118 |
|||||
Waarvan juridisch verplicht |
100% |
100% |
||||||||||||
Bijdrage aan agentschappen |
6.555 |
0 |
6.555 |
117 |
6.672 |
129 |
125 |
122 |
118 |
|||||
– |
Dienst Uitvoering Onderwijs |
6.555 |
6.555 |
117 |
6.672 |
129 |
125 |
122 |
118 |
|||||
Ontvangsten |
238.269 |
238.269 |
– 580 |
237.689 |
– 2.167 |
– 2.192 |
– 1.886 |
– 2.110 |
In de kolom «Mutaties 1e suppletoire begroting 2018» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2018» weergegeven.
Toelichting mutaties:
Uitgaven
Toelichting per instrument:
Bijdrage aan agentschappen
Het budget voor DUO wordt per saldo met € 0,1 miljoen verhoogd.
Ontvangsten
Het ontvangstenbudget wordt met € 0,6 miljoen verlaagd.
Art.nr. 14. Cultuur
Budgettaire gevolgen van beleid
Ontwerpbegroting 2018 |
Mutaties via NvW, motie en amendementen |
Vastgestelde begroting 2018 |
Stand vastgestelde ISB |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2018 |
Stand 1e suppletoire begroting 2018 |
Mutatie 2019 |
Mutatie 2020 |
Mutatie 2021 |
Mutatie 2022 |
|||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
388.142 |
10.000 |
398.142 |
73.298 |
471.440 |
90.986 |
81.294 |
56.720 |
32.169 |
|||||
Waarvan garantieverplichtingen |
0 |
0 |
– 2.954 |
– 2.954 |
||||||||||
Uitgaven |
777.883 |
10.000 |
787.883 |
76.252 |
864.135 |
90.986 |
81.294 |
56.720 |
32.169 |
|||||
Waarvan juridisch verplicht |
98,0% |
95,5% |
||||||||||||
Bekostiging |
687.242 |
10.000 |
697.242 |
22.880 |
720.122 |
55.736 |
56.736 |
48.357 |
30.407 |
|||||
– |
Culturele basisinfrastructuur |
401.387 |
10.000 |
411.387 |
22.218 |
433.605 |
26.265 |
26.265 |
26.504 |
26.504 |
||||
Vierjaarlijkse instellingen |
238.881 |
10.000 |
248.881 |
6.729 |
255.610 |
8.576 |
8.576 |
8.815 |
8.815 |
|||||
Vierjaarlijkse fondsen |
162.506 |
162.506 |
15.489 |
177.995 |
17.689 |
17.689 |
17.689 |
17.689 |
||||||
– |
Erfgoedwet |
121.238 |
0 |
121.238 |
602 |
121.840 |
602 |
602 |
602 |
602 |
||||
Huisvesting |
81.665 |
81.665 |
0 |
81.665 |
0 |
|||||||||
Beheer en onderhoud collecties |
39.573 |
39.573 |
602 |
40.175 |
602 |
602 |
602 |
602 |
||||||
– |
Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen |
46.099 |
0 |
46.099 |
– 46.099 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||||
Stelseltaken openbare bibliotheekvoorzieningen |
22.629 |
22.629 |
– 22.629 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||||||
Digitale openbare bibliotheek |
12.200 |
12.200 |
– 12.200 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||||||
Bibliotheekvoorziening leesgehandicapten |
11.270 |
11.270 |
– 11.270 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||||||
– |
Monumentenzorg |
68.469 |
68.469 |
52.740 |
121.209 |
43.350 |
36.850 |
17.950 |
0 |
|||||
– |
Archieven incl. Regionale Historische Centra |
24.647 |
24.647 |
130 |
24.777 |
130 |
130 |
130 |
130 |
|||||
– |
Flankerend beleid huisvesting |
7.902 |
7.902 |
– 1.329 |
6.573 |
– 1.329 |
– 1.329 |
– 1.329 |
– 1.329 |
|||||
– |
Cultuureducatie met Kwaliteit |
17.500 |
17.500 |
– 5.382 |
12.118 |
– 13.282 |
– 5.782 |
4.500 |
4.500 |
|||||
Subsidies |
37.529 |
0 |
37.529 |
45.735 |
83.264 |
31.002 |
20.502 |
4.318 |
1.746 |
|||||
– |
Verbreden inzet cultuur |
8.684 |
8.684 |
5.000 |
13.684 |
6.000 |
6.000 |
|||||||
– |
Internationaal cultuurbeleid (incl. HGIS) |
7.155 |
7.155 |
2.017 |
9.172 |
2.000 |
2.000 |
2.000 |
2.000 |
|||||
– |
Programma leesbevordering |
3.350 |
3.350 |
0 |
3.350 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||||
– |
Creatieve Industrie |
1.975 |
1.975 |
5.500 |
7.475 |
5.500 |
0 |
0 |
0 |
|||||
– |
Erfgoed en ruimte |
3.500 |
3.500 |
448 |
3.948 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||||
– |
Programma ondernemerschap |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||||
– |
Monumentenzorg |
0 |
0 |
1.499 |
1.499 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||||
– |
Specifiek cultuurbeleid |
12.865 |
12.865 |
31.271 |
44.136 |
17.502 |
12.502 |
2.318 |
– 254 |
|||||
Opdrachten |
10.079 |
0 |
10.079 |
6.928 |
17.007 |
4.348 |
4.178 |
4.178 |
150 |
|||||
– |
Beleidsonderzoek, evaluaties en kennisbasis |
2.127 |
2.127 |
– 161 |
1.966 |
– 30 |
– 200 |
– 200 |
– 200 |
|||||
– |
Monumentenzorg |
3.717 |
3.717 |
3.079 |
6.796 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||||
– |
Archeologie |
865 |
865 |
1.871 |
2.736 |
4.028 |
4.028 |
4.028 |
0 |
|||||
– |
Erfgoed en Ruimte |
2.500 |
2.500 |
– 470 |
2.030 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||||
– |
Overige opdrachten |
870 |
870 |
2.609 |
3.479 |
350 |
350 |
350 |
350 |
|||||
Bijdrage aan agentschappen |
40.307 |
0 |
40.307 |
651 |
40.958 |
– 158 |
– 180 |
– 191 |
– 192 |
|||||
– |
Nationaal Archief |
25.778 |
25.778 |
1.449 |
27.227 |
706 |
715 |
691 |
691 |
|||||
– |
Nationaal Archief Programma |
14.529 |
14.529 |
– 798 |
13.731 |
– 864 |
– 895 |
– 882 |
– 883 |
|||||
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties |
2.726 |
0 |
2.726 |
58 |
2.784 |
58 |
58 |
58 |
58 |
|||||
– |
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties |
2726 |
2.726 |
58 |
2.784 |
58 |
58 |
58 |
58 |
|||||
Ontvangsten |
494 |
0 |
494 |
6.185 |
6.679 |
0 |
0 |
0 |
0 |
In de kolom «Mutaties 1e suppletoire begroting 2018» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2018» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting mutaties:
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 73,3 miljoen verhoogd. De verhoging wordt voor € 76,3 miljoen veroorzaakt door de begrotingsmutaties op de uitgaven. De garantieverplichtingen worden per saldo met € 2,9 miljoen verlaagd in verband met meer vervallen garanties dan toegekend in het eerste kwartaal 2018.
Uitgaven
Toelichting per instrument:
Bekostiging
– Het budget voor de Culturele basisinfrastructuur wordt per saldo met € 22,2 miljoen verhoogd als gevolg van:
• De toevoeging van loon- en prijsbijstelling 2018 (€ 15,7 miljoen); zie de toelichting in het algemene deel.
• De toevoeging van de middelen uit het regeerakkoord (G40) voor Cultuur aan de OCW-begroting (€ 6,1 miljoen): Zie de toelichting in het algemene deel.
• De toevoeging van overige mutaties voor € 0,4 miljoen.
– Het budget voor de Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen wordt per saldo verlaagd met € 46,1 miljoen, doordat middelen voor subsidieverlening aan de Koninklijke Bibliotheek op basis van deze Wet zijn overgeboekt naar begrotingsartikel 16 Onderzoek- en Wetenschapsbeleid.
– Het budget voor de monumentenzorg wordt per saldo met € 52,7 miljoen verhoogd als gevolg van:
• De toevoeging van de middelen van het regeerakkoord (G43) voor intensivering erfgoed en monumenten aan de OCW-begroting (€ 63 miljoen); Zie de toelichting in het algemene deel.
• Een overboeking aan het Provinciefonds voor monumenten in het aardbevingsgebied voor € 4 miljoen.
• Overboeking naar het financieel instrument opdrachten van de uitvoeringskosten monumentenzorg voor o.a. de locaties Amsterdam/Lelystad, herstel molenroeden en berging van de Rooswijk voor € 6,3 miljoen.
– Het budget voor Cultuureducatie met Kwaliteit wordt per saldo met € 5,4 miljoen verlaagd als gevolg van:
• Overboeking van € 7,5 miljoen naar het begrotingsartikel 1 Primair onderwijs voor de Prestatiebox Cultuureducatie.
• De toevoeging van de middelen uit het regeerakkoord (G40) voor Cultuur aan de OCW-begroting (€ 1,9 miljoen): zie de toelichting in het algemene deel. De middelen zijn bedoeld voor museumbezoek door scholen.
• De toevoeging van overige mutaties voor € 0,2 miljoen.
Subsidies
– Het budget voor Verbreden inzet cultuur wordt met € 5 miljoen verhoogd door toevoeging van de middelen uit het regeerakkoord (G40) voor Cultuur aan de OCW-begroting (€ 5 miljoen): zie de toelichting in het algemene deel. De middelen zijn bedoeld voor de Impuls muziekonderwijs.
– Het budget voor Creatieve Industrie wordt met € 5,5 miljoen verhoogd door toevoeging van de middelen van het regeerakkoord (G43) voor intensivering erfgoed en monumenten aan de OCW-begroting: zie de toelichting in het algemene deel. De middelen zijn bedoeld voor Restauratie en digitalisering ontwerptekeningen van Het Nederlands Instituut (HNI).
– Het budget voor Specifiek cultuurbeleid wordt per saldo met € 31,3 miljoen verhoogd als gevolg van:
• De toevoeging van de middelen van het regeerakkoord (G43) voor intensivering erfgoed en monumenten aan de OCW-begroting (€ 27,2 miljoen): zie de toelichting in het algemene deel. De middelen zijn bedoeld voor verhoging van het museaal aankoopfonds (€ 25 miljoen), voor archeologie (€ 0,8 miljoen) en voor maatschappelijke ontwikkelingen in de erfgoedsector (€ 1,4 miljoen).
• De toevoeging van middelen uit desaldering van vorderingen op de bestemmingsfondsen musea (motie Van Veen) voor € 5,7 miljoen.
• Een verlaging door overige mutaties voor een bedrag van € 1,6 miljoen.
Opdrachten
Het budget voor opdrachten wordt per saldo met € 6,9 miljoen verhoogd door met name een overboeking uit het financieel instrument bekostiging, onderdeel monumentenzorg (zie toelichting bij bekostiging).
Ontvangsten
– Het ontvangstenbudget wordt met € 6,2 miljoen verhoogd als gevolg van:
• desaldering van de ontvangst van middelen van de rijksmusea uit de vordering bestemmingsfondsen musea (motie Van Veen) voor € 5,7 miljoen;
• afroming van het eigen vermogen van het Nationaal Archief voor € 0,5 miljoen.
Art.nr. 15. Media
Budgettaire gevolgen van beleid
Ontwerpbegroting 2018 |
Mutaties via NvW, motie en amendementen |
Vastgestelde begroting 2018 |
Stand vastgestelde ISB |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2018 |
Stand 1e suppletoire begroting 2018 |
Mutatie 2019 |
Mutatie 2020 |
Mutatie 2021 |
Mutatie 2022 |
|||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
989.426 |
0 |
989.426 |
– 11.678 |
977.748 |
8.217 |
8.496 |
6.509 |
6.489 |
|||
Uitgaven |
989.426 |
0 |
989.426 |
– 11.678 |
977.748 |
8.217 |
8.496 |
6.509 |
6.489 |
|||
Waarvan juridisch verplicht |
99,9% |
100,0% |
||||||||||
Bekostiging |
983.679 |
0 |
983.679 |
– 12.288 |
971.391 |
7.713 |
7.992 |
6.005 |
5.985 |
|||
– |
Publieke Omroep (omroepinstellingen) |
892.605 |
0 |
892.605 |
45.795 |
938.400 |
25.730 |
25.730 |
25.730 |
25.730 |
||
Landelijke publieke omroep |
751.870 |
751.870 |
42.043 |
793.913 |
25.730 |
25.730 |
25.730 |
25.730 |
||||
Regionale Omroep |
140.735 |
140.735 |
3.752 |
144.487 |
||||||||
– |
Beheertaken landelijke publieke omroep |
64.453 |
0 |
64.453 |
– 25.199 |
39.254 |
– 25.730 |
– 25.730 |
– 25.730 |
– 25.730 |
||
Stichting Omroep Muziek |
16.144 |
16.144 |
215 |
16.359 |
||||||||
Uitzenden en uitzendgereedmaken |
25.730 |
25.730 |
– 25.730 |
0 |
– 25.730 |
– 25.730 |
– 25.730 |
– 25.730 |
||||
Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid (NIBG) |
22.579 |
22.579 |
316 |
22.895 |
||||||||
– |
Dotaties, bijdragen publieke omroep |
13.263 |
0 |
13.263 |
5.133 |
18.396 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
Stimuleringsfonds Nederlandse Culturele Mediaproducties (Mediafonds) |
0 |
0 |
0 |
|||||||||
Stimuleringsfonds voor de Journalistiek |
2.105 |
2.105 |
4.929 |
7.034 |
||||||||
Filmfonds van de omroep en Telefilm (COBO) |
8.113 |
8.113 |
161 |
8.274 |
||||||||
Mediawijsheid Expertisecentrum (Bewust mediagebruik) |
1.498 |
1.498 |
21 |
1.519 |
||||||||
Organisatie van Lokale Omroepen in Nederland (OLON) |
1.547 |
1.547 |
22 |
1.569 |
||||||||
– |
Dotatie/onttrekking Algemene Mediareserve |
12.858 |
12.858 |
– 37.987 |
– 25.129 |
7.893 |
8.172 |
6.185 |
6.165 |
|||
– |
Overige bekostiging media (uit rente AMR) |
500 |
500 |
– 30 |
470 |
– 180 |
– 180 |
– 180 |
– 180 |
|||
– |
Basisinfrastructuur Cultuur 2013–2016 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
Vierjaarlijkse instellingen |
0 |
0 |
0 |
|||||||||
Subsidies |
919 |
0 |
919 |
– 270 |
649 |
– 25 |
– 25 |
– 25 |
– 25 |
|||
– |
Subsidies |
919 |
919 |
– 270 |
649 |
– 25 |
– 25 |
– 25 |
– 25 |
|||
Opdrachten |
0 |
0 |
0 |
430 |
430 |
430 |
430 |
430 |
430 |
|||
– |
Opdrachten |
0 |
0 |
430 |
430 |
430 |
430 |
430 |
430 |
|||
Bijdrage aan ZBO's/RWT's |
4.793 |
0 |
4.793 |
425 |
5.218 |
74 |
74 |
74 |
74 |
|||
– |
Commissariaat voor de Media |
4.793 |
4.793 |
425 |
5.218 |
74 |
74 |
74 |
74 |
|||
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties |
35 |
0 |
35 |
25 |
60 |
25 |
25 |
25 |
25 |
|||
– |
Uitvoering internationale contributies |
35 |
35 |
25 |
60 |
25 |
25 |
25 |
25 |
|||
Ontvangsten |
206.500 |
0 |
206.500 |
– 27.175 |
179.325 |
– 500 |
– 500 |
– 500 |
– 500 |
In de kolom «Mutaties 1e suppletoire begroting 2018» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2018» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting mutaties:
Uitgaven
Toelichting per instrument:
Bekostiging
– Het budget voor Bekostiging wordt per saldo met € 12,3 miljoen verlaagd.
• de toevoeging van middelen uit het regeerakkoord voor Journalistiek aan de OCW-begroting(€ 4,9 miljoen); zie de toelichting in het algemene deel;
• de toevoeging van prijsbijstelling 2018(€ 10,4 miljoen); zie de toelichting in het algemene deel;
• een hogere onttrekking een de Algemeen Mediareserve als gevolg van een lagere raming van de reclameopbrengsten (-/- € 28,4 miljoen);
• overige mutaties (€ 0,8 miljoen).
Ontvangsten
Het ontvangstenbudget wordt met € 27,1 miljoen verlaagd. De belangrijkste reden hiervan is de gedaalde raming van de reclameopbrengsten van € 28,4 miljoen. Daarnaast zijn er overige mutaties ter hoogte van € 1,3 miljoen.
Art.nr. 16. Onderzoek en wetenschapsbeleid
Budgettaire gevolgen van beleid
Ontwerpbegroting 2018 |
Mutaties via NvW, motie en amendementen |
Vastgestelde begroting 2018 |
Stand vastgestelde ISB |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2018 |
Stand 1e suppletoire begroting 2018 |
Mutatie 2019 |
Mutatie 2020 |
Mutatie 2021 |
Mutatie 2022 |
|||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
1.030.906 |
– 3.597 |
1.030.264 |
200.217 |
1.227.526 |
225.803 |
222.963 |
223.381 |
222.181 |
|||||
waarvan garantieverplichting |
||||||||||||||
Uitgaven |
1.009.038 |
– 642 |
1.008.396 |
197.547 |
1.205.943 |
225.803 |
222.963 |
223.381 |
222.181 |
|||||
Waarvan juridisch verplicht |
99,6% |
99,9% |
||||||||||||
Bekostiging |
881.513 |
– 642 |
880.871 |
204.003 |
1.084.874 |
230.952 |
228.112 |
228.380 |
227.180 |
|||||
• |
Hoofdbekostiging |
630.100 |
– 642 |
629.458 |
171.696 |
801.154 |
190.160 |
222.160 |
222.010 |
222.010 |
||||
NWO-wet en WHW |
||||||||||||||
– |
NWO |
494.761 |
– 642 |
494.119 |
124.560 |
618.679 |
189.123 |
221.123 |
220.973 |
220.973 |
||||
– |
KNAW |
88.786 |
0 |
88.786 |
352 |
89.138 |
352 |
352 |
352 |
352 |
||||
– |
KB |
46.553 |
0 |
46.553 |
46.784 |
93.337 |
685 |
685 |
685 |
685 |
||||
• |
Aanvullende bekostiging |
251.413 |
0 |
251.413 |
32.307 |
283.720 |
40.792 |
5.952 |
6.370 |
5.170 |
||||
– |
NWO Talentenontwikkeling |
160.885 |
0 |
160.885 |
0 |
160.885 |
10.000 |
5.000 |
5.000 |
5.000 |
||||
– |
NWO STW |
8.000 |
0 |
8.000 |
0 |
8.000 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||||
– |
NWO Grootschalige researchinfrastructuur |
55.380 |
0 |
55.380 |
30.000 |
85.380 |
30.000 |
0 |
0 |
0 |
||||
– |
Nationaal RG onderwijsonderzoek |
21.501 |
0 |
21.501 |
2.307 |
23.808 |
792 |
952 |
1.370 |
170 |
||||
– |
Poolonderzoek |
3.147 |
0 |
3.147 |
0 |
3.147 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||||
– |
Caribisch Nederland |
2.500 |
0 |
2.500 |
0 |
2.500 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||||
Subsidies |
26.944 |
0 |
26.944 |
– 1.641 |
25.303 |
– 323 |
– 323 |
– 173 |
– 173 |
|||||
– |
Stichting NLBIF |
550 |
0 |
550 |
0 |
550 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||||
– |
Naturalis Biodiversity Center |
6.265 |
6.265 |
0 |
6.265 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||||
– |
BPRC |
9.608 |
0 |
9.608 |
0 |
9.608 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||||
– |
NCWT/NEMO |
3.366 |
0 |
3.366 |
0 |
3.366 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||||
– |
STT |
221 |
0 |
221 |
0 |
221 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||||
– |
Stichting AAP |
1.032 |
0 |
1.032 |
0 |
1.032 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||||
– |
Nationale coördinatie |
5.902 |
0 |
5.902 |
– 1.641 |
4.261 |
– 323 |
– 323 |
– 173 |
– 173 |
||||
– |
Bilaterale samenwerking |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||||
Opdrachten |
304 |
0 |
304 |
11 |
315 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||||
– |
Opdrachten |
304 |
0 |
304 |
11 |
315 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||||
Bijdrage aan agentschappen |
770 |
0 |
770 |
174 |
944 |
174 |
174 |
174 |
174 |
|||||
– |
Dienst Uitvoering Onderwijs |
279 |
279 |
1 |
280 |
1 |
1 |
1 |
1 |
|||||
– |
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland |
491 |
491 |
173 |
664 |
173 |
173 |
173 |
173 |
|||||
Bijdrage aan medeoverheden |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||||
– |
Nationaal contactpunt Kaderprogramma |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||||||||
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties |
99.507 |
0 |
99.507 |
– 5.000 |
94.507 |
– 5.000 |
– 5.000 |
– 5.000 |
– 5.000 |
|||||
– |
EMBC |
853 |
0 |
853 |
0 |
853 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||||
– |
EMBL |
5.198 |
0 |
5.198 |
0 |
5.198 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||||
– |
ESA |
31.065 |
0 |
31.065 |
0 |
31.065 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||||
– |
CERN |
49.800 |
0 |
49.800 |
– 5.000 |
44.800 |
– 5.000 |
– 5.000 |
– 5.000 |
– 5.000 |
||||
– |
ESO |
10.019 |
0 |
10.019 |
0 |
10.019 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||||
– |
NTU/INL |
2.572 |
0 |
2.572 |
0 |
2.572 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||||
Ontvangsten |
101 |
0 |
101 |
101 |
0 |
0 |
0 |
0 |
In de kolom «Mutaties 1e suppletoire begroting 2018» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2018» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting mutaties:
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 46,6 miljoen verhoogd. Deze verhoging hangt samen met de hieronder toegelichte uitgavenmutaties.
Uitgaven
Toelichting per instrument:
Bekostiging
– Het budget voor bekostiging wordt per saldo met € 53,4 miljoen verhoogd. Deze verhoging is een gevolg van onder meer de volgende mutatie:
• Interne overboeking van het budget ad € 46,1 miljoen voor de WSOB van artikel 14 (Cultuur) ten behoeve van de Koninklijke Bibliotheek.
• Voor de Regeerakkoord middelen verwijs ik u naar het algemene deel.
Subsidies
– Het budget voor subsidies wordt per saldo met € 1,6 miljoen verlaagd.
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties
– Het budget voor (inter)nationale organisaties wordt per saldo met € 5,0 miljoen verlaagd.
• Een verlaging van € 5,0 miljoen van de contributie van CERN in verband met een gunstige wisselkoers van de Zwitserse frank ten opzichte van de Euro.
Art.nr. 25. Emancipatie
Budgettaire gevolgen van beleid
Ontwerpbegroting 2018 |
Mutaties via NvW, motie en amendementen |
Vastgestelde begroting 2018 |
Stand vastgestelde ISB |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2018 |
Stand 1e suppletoire begroting 2018 |
Mutatie 2019 |
Mutatie 2020 |
Mutatie 2021 |
Mutatie 2022 |
|||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
5.831 |
0 |
5.831 |
– 533 |
5.298 |
335 |
– 26 |
93 |
274 |
|||
Uitgaven |
15.444 |
0 |
15.444 |
450 |
15.894 |
786 |
299 |
273 |
274 |
|||
Waarvan juridisch verplicht |
66,4% |
79,4% |
||||||||||
Bekostiging |
8.000 |
0 |
8.000 |
270 |
8.270 |
270 |
270 |
270 |
270 |
|||
Kennisinfrastructuur |
8.000 |
0 |
8.000 |
270 |
8.270 |
270 |
270 |
270 |
270 |
|||
– |
Vrouwenemancipatie |
0 |
0 |
|||||||||
– |
LHBTI |
0 |
0 |
|||||||||
– |
Gender- en LHBTI-gelijkheid |
8.000 |
8.000 |
270 |
8.270 |
270 |
270 |
270 |
270 |
|||
Subsidies |
3.614 |
0 |
3.614 |
349 |
3.963 |
25 |
25 |
0 |
0 |
|||
Subsidieregeling emancipatie |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
– |
Vrouwenemancipatie |
0 |
0 |
|||||||||
– |
LHBTI |
0 |
0 |
|||||||||
Subsidieregeling emancipatie 2011 |
1.623 |
0 |
1.623 |
0 |
1.623 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
– |
Vrouwenemancipatie |
678 |
678 |
678 |
||||||||
– |
LHBTI |
945 |
945 |
945 |
||||||||
Subsidieregeling Gender- en LHBTI-gelijkheid 2017–2022 |
1.991 |
1.991 |
349 |
2.340 |
25 |
25 |
||||||
Opdrachten |
668 |
0 |
668 |
487 |
1.155 |
487 |
0 |
0 |
0 |
|||
– |
Vrouwenemancipatie |
0 |
0 |
|||||||||
– |
LHBTI |
0 |
0 |
|||||||||
– |
Gender- en LHBTI-gelijkheid |
668 |
668 |
487 |
1.155 |
487 |
||||||
Bijdrage aan agentschappen |
132 |
0 |
132 |
4 |
136 |
4 |
4 |
3 |
4 |
|||
– |
Dienst Uitvoering Onderwijs/DUS-I |
132 |
132 |
4 |
136 |
4 |
4 |
3 |
4 |
|||
Bijdrage aan medeoverheden |
3.000 |
0 |
3.000 |
– 660 |
2.340 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
Gemeentefonds BZK |
3.000 |
0 |
3.000 |
– 660 |
2.340 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
– |
Vrouwenemancipatie |
0 |
0 |
|||||||||
– |
LHBTI |
0 |
0 |
|||||||||
– |
Gender- en LHBTI-gelijkheid |
3.000 |
3.000 |
– 660 |
2.340 |
|||||||
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties |
30 |
0 |
30 |
0 |
30 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
– |
LHBTI |
30 |
30 |
30 |
||||||||
Ontvangsten |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
In de kolom «Mutaties 1e suppletoire begroting 2018» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2018» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting mutaties:
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 0,5 miljoen verlaagd.
Uitgaven
Toelichting per instrument:
Bijdrage aan medeoverheden
Het budget wordt per saldo met € 0,7 miljoen verlaagd.
Art.nr. 91. Nominaal en onvoorzien
Budgettaire gevolgen van beleid
Ontwerpbegroting 2018 |
Mutaties via NvW, motie en amendementen |
Vastgestelde begroting 2018 |
Stand vastgestelde ISB |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2018 |
Stand 1e suppletoire begroting 2018 |
Mutatie 2019 |
Mutatie 2020 |
Mutatie 2021 |
Mutatie 2022 |
||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
– 244.318 |
514.000 |
269.682 |
269.682 |
5 |
269.687 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Uitgaven |
– 244.318 |
514.000 |
269.682 |
269.682 |
0 |
269.682 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Loonbijstelling |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
– |
waarvan programma |
||||||||||
– |
waarvan apparaat |
||||||||||
Prijsbijstelling |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
– |
waarvan programma |
||||||||||
– |
waarvan apparaat |
||||||||||
Onvoorzien |
– 244.318 |
514.000 |
269.682 |
269.682 |
0 |
269.682 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Ontvangsten |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
In de kolom «Mutaties 1e suppletoire begroting 2018» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2018» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting mutaties
Het budget op dit artikel bestaat uit drie afzonderlijke reeksen.
2018 |
|
---|---|
Onvoorzien |
– 244.318 |
Arbeidsvoorwaarden leraren |
270.000 |
Terugdraaien taakstellingen OCW |
244.000 |
Stand 1e suppletoire begroting |
269.682 |
Uitgaven
Toelichting per instrument:
Loonbijstelling
– Het budget voor 2018 blijft per saldo ongewijzigd. De toegevoegde loonbijstelling tranche 2018 is direct structureel verdeeld over de artikelen. Een deel van de loonbijstelling is ingezet voor de tegenvaller op de ramingen. In het algemene deel staat de doorverdeling naar de verschillende artikelen.
Prijsbijstelling
– Het budget voor 2018 blijft per saldo ongewijzigd. De toegevoegde prijsbijstelling tranche 2018 is direct structureel verdeeld over de artikelen. Een deel van de prijsbijstelling is ingezet voor de tegenvaller op de ramingen. In het algemene deel staat de doorverdeling naar de verschillende artikelen.
Onvoorzien
– De post «Onvoorzien» blijft per saldo hetzelfde.
– De eindejaarsmarge 2017/2018 van € 96,2 miljoen is aan dit artikel toegevoegd en vervolgens direct ingezet ter dekking van de:
• overlopende verplichtingen die niet in 2017 tot betaling zijn gekomen, maar pas in 2018 (totaal € 60,0 miljoen);
• tegenvaller op de ramingen (totaal € 36,2 miljoen).
Art.nr. 95. Apparaatsuitgaven
Budgettaire gevolgen van beleid
Ontwerpbegroting 2018 |
Mutaties via NvW, motie en amendementen |
Vastgestelde begroting 2018 |
Stand vastgestelde ISB |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2018 |
Stand 1e suppletoire begroting 2018 |
Mutatie 2019 |
Mutatie 2020 |
Mutatie 2021 |
Mutatie 2022 |
|||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
250.133 |
2.530 |
252.663 |
252.963 |
20.174 |
273.137 |
15.444 |
13.919 |
14.958 |
12.226 |
||
Uitgaven |
250.133 |
2.530 |
252.663 |
252.963 |
20.178 |
273.141 |
15.444 |
13.919 |
14.958 |
12.226 |
||
Personele uitgaven |
192.457 |
2.450 |
194.907 |
195.207 |
3.971 |
199.178 |
10.988 |
9.730 |
10.872 |
8.549 |
||
Waarvan |
||||||||||||
– |
eigen personeel |
183.249 |
2.450 |
185.699 |
185.999 |
4.060 |
190.059 |
10.924 |
9.666 |
10.808 |
8.485 |
|
– |
inhuur externen |
5.463 |
5.463 |
5.463 |
– 89 |
5.374 |
64 |
64 |
64 |
64 |
||
– |
overige personele uitgaven |
3.745 |
3.745 |
3.745 |
0 |
3.745 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
Materiële uitgaven |
57.676 |
80 |
57.756 |
57.756 |
16.207 |
73.963 |
4.456 |
4.189 |
4.086 |
3.677 |
||
Waarvan |
||||||||||||
– |
ICT |
20.435 |
20.435 |
20.435 |
6.215 |
26.650 |
388 |
357 |
357 |
357 |
||
– |
bijdrage aan SSO's |
18.952 |
18.952 |
18.952 |
2.575 |
21.527 |
2.684 |
2.446 |
2.335 |
2.337 |
||
– |
overige materiële uitgaven |
18.289 |
80 |
18.369 |
18.369 |
7.417 |
25.786 |
1.384 |
1.386 |
1.394 |
983 |
|
Begrotingsreserve schatkistbankieren |
0 |
0 |
0 |
|||||||||
Ontvangsten |
567 |
567 |
567 |
567 |
In de kolom «Mutaties 1e suppletoire begroting 2018» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2018» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting mutaties:
Uitgaven
Toelichting per instrument:
Personele uitgaven
Het budget voor personele uitgaven wordt per saldo met € 4,0 miljoen verhoogd. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door:
– diverse kasschuiven en overlopende verplichtingen hebben geleid tot een verlaging van het budget met totaal € 5,9 miljoen. De belangrijkste hiervan zijn:
• met het regeerakkoord Rutte III is de planning van de ontwikkeling van een Lerarenregister verschoven in de tijd. Voor de uitvoering van het register wordt meer tijd genomen om dit goed te borgen. Dit heeft geleid tot een overlopende verplichting van € 7,0 miljoen van 2018 naar 2019 t/m 2021
• een vertraging in de uitvoering van het Programma Toezichtsvernieuwing, waardoor € 0,6 miljoen is doorgeschoven van 2017 naar 2018;
– toevoeging van de loonbijstelling tranche 2018 van € 6,2 miljoen;
– een verhoging met € 3,1 miljoen door inzet van de Eindejaarsmarge 2017;
– er is € 0,9 miljoen beschikbaar gekomen voor de uitvoeringskosten van nieuw beleid zoals opgenomen in het Regeer akkoord;
– diverse interdepartementale overboekingen die hebben geleid tot een verlaging van € 2,4 miljoen;
– voorts hebben diverse interne overboekingen geleid tot een verhoging van het budget met totaal € 2,1 miljoen.
Materiële uitgaven
Het budget voor materiële uitgaven wordt per saldo met € 16,2 miljoen verhoogd. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door:
– diverse kasschuiven en overlopende verplichtingen hebben geleid tot een verhoging van het budget met totaal € 12,0 miljoen. De belangrijkste hiervan zijn:
• Als gevolg van vertraging in de oplevering van de nieuwe ICT-werkplek in 2017 wordt € 5,6 miljoen pas in 2018 uitgegeven;
• Vanwege de opgelopen vertraging in de behandeling van het wetsvoorstel invoering Lerarenregister wordt een bedrag van € 5,2 miljoen doorgeschoven naar 2018;
• In 2017 is er binnen de apparaatskosten € 0,6 miljoen gereserveerd voor het programma «de basis op orde» van de Rijksdienst Cultureel Erfgoed. De start van het programma heeft echter vertraging opgelopen, waardoor deze middelen nu worden doorgeschoven naar 2018.
– toevoeging van de prijsbijstelling tranche 2018 van € 0,4 miljoen;
– diverse interdepartementale overboekingen die hebben geleid tot een verlaging van € 0,8 miljoen;
– voorts hebben diverse interne overboekingen tot een verhoging van € 3,5 miljoen geleid.
In deze paragraaf is de 1e suppletoire begroting opgenomen van de Dienst Uitvoering Onderwijs. De Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) is de uitvoeringsorganisatie van de rijksoverheid voor het onderwijs. DUO levert producten en diensten op het terrein van bekostiging van instellingen, financiering van studenten, informatievoorziening alsmede diensten gericht op de verbetering van de verbinding tussen beleid en uitvoering. Daarnaast verricht DUO werkzaamheden voor overige departementen en derden.
Omschrijving |
(1) Vastgestelde begroting |
(2) Mutaties 1e suppletoire begroting |
(3)=(1)+(2) Totaal geraamd |
||
---|---|---|---|---|---|
Baten |
|||||
Omzet moederdepartement |
215.350 |
10.620 |
225.970 |
||
Omzet overige departementen |
51.000 |
0 |
51.000 |
||
Omzet derden |
7.235 |
0 |
7.235 |
||
Rentebaten |
|||||
Vrijval voorzienigen |
|||||
Bijzondere baten |
|||||
Totaal baten |
273.585 |
10.620 |
284.205 |
||
Lasten |
|||||
Apparaatskosten |
270.585 |
10.620 |
281.205 |
||
– |
Personele kosten |
195.585 |
8.020 |
203.605 |
|
– waarvan eigen personeel |
142.498 |
2.939 |
145.437 |
||
– waarvan externe inhuur |
46.087 |
5.081 |
51.168 |
||
– waarvan overige personele kosten |
7.000 |
0 |
7.000 |
||
– |
Materiele kosten |
75.000 |
2.600 |
77.600 |
|
– waarvan apparaat ICT |
20.000 |
0 |
20.000 |
||
– waarvan bijdrage aan SSO's |
21.000 |
0 |
21.000 |
||
– waarvan overige materiële kosten |
34.000 |
2.600 |
36.600 |
||
Rentelasten |
0 |
0 |
0 |
||
Afschrijvingskosten |
7.000 |
0 |
7.000 |
||
– |
Materieel |
6.000 |
0 |
6.000 |
|
– waarvan apparaat ICT |
5.500 |
0 |
5.500 |
||
– |
Immaterieel |
1.000 |
0 |
1.000 |
|
Overige lasten |
0 |
0 |
0 |
||
– |
Dotaties voorzieningen |
0 |
0 |
0 |
|
– |
Bijzondere lasten |
0 |
0 |
0 |
|
Totaal lasten |
277.585 |
10.620 |
288.205 |
||
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening |
– 4.000 |
0 |
– 4.000 |
||
Agentschapdeel Vpb lasten |
0 |
0 |
0 |
||
Saldo van baten en lasten |
– 4.000 |
0 |
– 4.000 |
Toelichting:
De baten van de 1e suppletoire begroting laten een stijging zien van € 10,6 miljoen ten opzichte van oorspronkelijk vastgestelde begroting 2018 (€ 273,6 miljoen).
Baten
Omzet moederdepartement
De omzet moederdepartement is € 10,6 miljoen hoger dan de oorspronkelijk vastgestelde begroting. De stijging is het gevolg van mutaties in de begroting betrekking hebbende op de incidentele werkzaamheden voor de uitvoering van het digitaal afnemen van toetsen en examens (€ 2,5 miljoen) en doorontwikkeling BRON (€ 3,5 miljoen). Daarnaast is € 4,6 miljoen toegekend aan loon- en prijsbijstelling 2018.
Lasten
Apparaatskosten
De kosten van de 1e suppletoire begroting laten een stijging zien van € 10,6 miljoen ten opzichte van oorspronkelijk vastgestelde begroting 2018. De personele begroting laat een stijging zien van € 8,0 miljoen en de materiële begroting een stijging zien van € 2,6 miljoen samenhangend met de eerder genoemde uitvoering van het digitaal afnemen van toetsen en examens en doorontwikkeling BRON en de toegekende loon- en prijsbijstelling.
Kasstroomoverzicht
Omschrijving |
(1) Vastgestelde begroting |
(2) Mutaties 1e suppletoire begroting |
(3)=(1)+(2) Stand 1 suppletoire begroting |
|
---|---|---|---|---|
1. |
Rekening courant RHB 1 januari 2018 |
11.440 |
11.440 |
|
Totaal ontvangen operationele kasstroom (+) |
273.585 |
10.620 |
284.205 |
|
Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-) |
– 263.985 |
– 10.620 |
– 274.605 |
|
2. |
Totaal operationele kasstroom |
9.600 |
0 |
9.600 |
Totaal investeringen (-/-) |
– 9.600 |
– 16.800 |
– 26.400 |
|
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) |
0 |
0 |
0 |
|
3. |
Totaal investeringskasstroom |
– 9.600 |
– 16.800 |
– 26.400 |
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-) |
0 |
0 |
0 |
|
Eenmalig storting van moederdepartement (+) |
0 |
0 |
0 |
|
Aflossingen op leningen (-/-) |
0 |
0 |
0 |
|
Beroep op leenfaciliteit (+) |
2.600 |
16.800 |
19.400 |
|
4. |
Totaal financieringskasstroom |
2.600 |
16.800 |
19.400 |
5. |
Rekening courant RHB 31 december 2018 (=1+2+3+4) |
14.040 |
0 |
14.040 |
Het kasstroomoverzicht is aangepast ten opzichte van de oorspronkelijke begroting met de eerder genoemde additionele middelen voor het digitaal afnemen van toetsen en examens en doorontwikkeling BRON. Daarnaast is verwerkt de aangevraagde leenfaciliteit en daarbij behorende investeringen in vervangingen van het applicatielandschap.