Ontvangen 5 juli 2018
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
In artikel II worden voor onderdeel A twee onderdelen ingevoegd, luidende:
aA
Onder vernummering van het eerste en tweede lid van artikel 7a tot het tweede en derde lid, komen het eerste en tweede lid te luiden:
1. Een vergunning als bedoeld in artikel 6, eerste lid, onderdeel a, wordt niet verleend voor zover de vergunning zou gelden voor activiteiten op de Waddeneilanden of in een gebied, of een gedeelte daarvan:
a. dat op grond van artikel 1.1, eerste lid, van de Wet natuurbescherming is aangewezen als Natura 2000-gebieden Waddenzee en Noordzeekustzone,
b. dat is gelegen binnen de Waddenzee als aangewezen krachtens de Wet ruimtelijke ordening,
c. dat op grond van de Overeenkomst inzake de bescherming van het cultureel en natuurlijk erfgoed van de wereld (Trb. 1973, 155) is aangewezen als werelderfgoedgebied Waddenzee.
2. Indien een vergunning als bedoeld in artikel 6, eerste lid, onderdelen a of b, is verleend, wordt geen vergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht verleend, voor zover die vergunning zou gelden voor de in het eerste lid bedoelde gebieden.
bA
In artikel 9, eerste lid, aanhef, wordt «de artikelen 7 en 8» vervangen door «de artikelen 7, 7a en 8».
II
Na artikel IV wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Indien het bij koninklijke boodschap van 29 juni 2018 ingediende voorstel van wet tot aanvulling en wijziging van de Omgevingswet, intrekking van enkele wetten over de fysieke leefomgeving, wijziging van andere wetten en regeling van overgangsrecht voor de invoering van de Omgevingswet (Invoeringswet Omgevingswet) (Kamerstukken II, 2017/18, 34 986, nr. 2) tot wet is of wordt verheven, komt artikel 7a van de Mijnbouwwet te luiden:
Een vergunning als bedoeld in artikel 6, eerste lid, onderdeel a, wordt niet verleend voor zover de vergunning zou gelden voor activiteiten op de Waddeneilanden of in een gebied, of een gedeelte daarvan:
a. dat op grond van artikel 1.1, eerste lid, van de Wet natuurbescherming is aangewezen als Natura 2000-gebieden Waddenzee en Noordzeekustzone,
b. dat is gelegen binnen de Waddenzee als aangewezen krachtens de Wet ruimtelijke ordening,
c. dat op grond van de Overeenkomst inzake de bescherming van het cultureel en natuurlijk erfgoed van de wereld (Trb. 1973, 155) is aangewezen als werelderfgoedgebied Waddenzee.
Dit amendement regelt dat geen nieuwe opsporingsvergunningen meer worden verleend voor het opsporen van delfstoffen onder de Waddeneilanden, de Waddenzee en de daaraan overlappende en grenzende Natura 2000 gebieden. Deze wijziging sluit aan bij wat in het regeerakkoord is afgesproken.
Met dit amendement wordt in het bijzonder recht gedaan aan de noodzaak tot behoud van het unieke karakter van zowel de eilanden als de bijzondere status van de Waddenzee als Werelderfgoed.
Van der Lee Dik-Faber Jetten