Kamerstuk 34950-XVIII-5

Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden

Dossier: Jaarverslag en slotwet Wonen en Rijksdienst 2017

Gepubliceerd: 5 juni 2018
Indiener(s): Erik Ziengs (VVD)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34950-XVIII-5.html
ID: 34950-XVIII-5

Nr. 5 VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 6 juni 2018

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.

De vragen zijn op 25 mei 2018 voorgelegd aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Bij brief van 5 juni 2018 zijn ze door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties beantwoord.

Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De voorzitter van de commissie, Ziengs

De waarnemend griffier van de commissie, Hendrickx

1

Waarom zijn er in 2017 geen uitgaven gedaan aan het Fonds Energiebesparing Huursector? Hoeveel uitgaven zijn er uit het Fonds geweest in 2017? En hoeveel zit er nu in?

In 2017 zijn er met uitzondering van uitvoeringskosten geen uitgaven gedaan uit het Fonds Energiebesparing Huursector. De belangstelling is gering gebleken. De regeling zal daarom beëindigd worden en de beschikbare middelen worden ingezet conform de besluitvorming over de Voorjaarsnota 2018.

2

Hoeveel verhuurdersheffing is er in 2017 geïnd? Is er een verschil tussen de daadwerkelijke en de begrote inning? Zo ja: hoe groot is dit verschil en hoe is dat ontstaan?

Uit het Financieel Jaarverslag Rijk 2017 blijkt dat er in 2017 € 1,617 miljard is geïnd aan verhuurderheffing. In de Miljoenennota 2017 werd uitgegaan van een bedrag van € 1,686 miljard voor het jaar 2017. Dit is een beperkt verschil van € 69 miljoen. Een anders dan geraamde ontwikkeling van endogene factoren, die de grondslag van de verhuurderheffing beïnvloeden, zoals bijvoorbeeld de WOZ-waarde van de sociale huurwoningen en het aantal sociale huurwoningen, verklaren dit verschil.