Vastgesteld 14 juni 2018
De vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de brief van 16 mei 2018 inzake het rapport Resultaten verantwoordingsonderzoek 2017 bij het Ministerie van Economische Zaken en Diergezondheidsfonds (XIII) (Kamerstuk 34 950 XIII, nr. 2).
De Minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 13 juni 2018. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.
De voorzitter van de commissie, Kuiken
De adjunct-griffier van de commissie, Konings
1
Welke mogelijkheden ziet u om de rapportages over de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) aan de Kamer zodanig aan te passen dat ze een volledig beeld geven van zowel de voortgang die de NVWA boekt als de verbeter- en zorgpunten?
Antwoord
De huidige voortgangsrapportages NVWA 2020 geven een zo volledig mogelijk beeld over de voortgang die de NVWA boekt op de ontwikkeling van de NVWA en het risicogerichte toezicht. Deze rapportages worden ook getoetst door de ADR. Vernieuwingen binnen het programma NVWA 2020 wordt steeds meer overgedragen aan de lijnorganisatie. Tevens is begonnen met het rapporteren van de realisatie van de baten van NVWA 2020. In volgende voortgangsrapportages zullen daardoor steeds meer de baten zichtbaar worden en gerapporteerd worden. Tot slot heb ik met uw Kamer gesproken over de ontwikkeling van Kritische Prestatie Indicatoren (KPI’s), die de komende tijd ontwikkeld worden. Deze geven een steeds beter beeld van de resultaten die de NVWA boekt. Ik verwijs u voor de meest recente stand van zaken over NVWA 2020 naar mijn brief van 7 juni 2018 (Kamerstuk 33 835, nr. 80).
2
Zou u de reactie op de bevindingen van de Algemene Rekenkamer op het risicogericht toezicht bij de NVWA («Ik herken dat er op onderdelen een verandering of verschuiving van capaciteit benodigd is als gevolg van het meer precies richten van de inspectiecapaciteit») nader toe kunnen lichten?
Antwoord
Het risicogerichte toezicht leidt tot een ontwikkeling waarbij niet alleen inspectiecapaciteit van de NVWA kan verschuiven tussen domeinen, maar ook tussen verschillende vormen van inspectie of opsporing, zoals inspecties ter plaatse, internettoezicht of digitale recherche. Deze ontwikkeling wordt de komende jaren, conform het plan NVWA 2020, vertaald in de inrichting van de NVWA en in de prioritering van de beschikbare capaciteit.
3
Welke mogelijkheden ziet u om de capaciteit van de NVWA verder te versterken?
Antwoord
Het kabinet stelt structureel geld beschikbaar om het toezicht te versterken, zoals in het regeerakkoord (bijlage bij Kamerstuk 34 700, nr. 34) opgenomen. Om rekening te houden met de lopende onderzoeken en toch te kunnen starten met de versterking van het toezicht dat is afgesproken in het regeerakkoord, zal ik dit jaar een voorstel indienen om vanaf 2019 een deel van de middelen uit het regeerakkoord in te zetten voor de versterking van het toezicht op dierenwelzijn en voedselveiligheid. Ik verwijs u naar mijn brief aan uw Kamer van 7 juni 2018 (Kamerstuk 33 835, nr. 80).