Vastgesteld 7 juni 2018
De vaste commissie voor Justitie en Veiligheid, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.
De vragen zijn op 24 mei 2018 voorgelegd aan de Minister van Justitie en Veiligheid. Bij brief van 5 juni 2018 zijn ze door de Minister van Justitie en Veiligheid beantwoord.
Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.
De voorzitter van de commissie, Van Meenen
De griffier van de commissie, Hessing-Puts
Vraag 1:
Wordt de 5 mln. euro die in artikel 32 «Rechtspleging en rechtsbijstand» is vrijgevallen doordat implementatie van een nieuw duurzaam stelsel rechtsbijstand vooralsnog niet is ingediend nu opgebouwd als buffer, zodat implementatie, wanneer dat kan geschieden, zonder problemen kan verlopen?
Antwoord:
De vrijgevallen 5 mln. euro wordt conform begrotingsregels verantwoord over 2017 en kan als zodanig niet ingezet worden als een buffer voor een implementatie in latere jaren. Deze is ingezet om tegenvallers elders in de begroting van Justitie en Veiligheid in 2017 te compenseren.
Vraag 2:
Kunt u aangeven om welke verplichtingen die voor het jaar 2018 zijn aangegaan in het boekjaar 2017 ten aanzien van Halt dit gaat en of dit een gebruikelijke gang van zaken is?
Antwoord:
De overschrijding heeft een technische oorzaak doordat de boekhoudkundige vastlegging van de verplichting voor de bijdrage 2017 niet zoals te doen gebruikelijk in december 2016 is gebeurd, maar in januari 2017. De verplichting voor 2018 is wel tijdig verwerkt (december 2017) waardoor er eenmalig sprake is van een overschrijding van de verplichtingen, zonder gevolgen voor de uitgaven.
Vraag 3:
Wanneer wordt het wetsvoorstel duurzaam stelsel rechtsbijstand, naar aanleiding van de kabinetsreactie op het rapport-Wolfsen, naar de Kamer gestuurd?
Antwoord:
Bij brief van 27 november 20171 heb ik uw Kamer laten weten vooralsnog geen wetsvoorstel in te dienen, in afwachting van de uitkomsten van de in deze brief geschetste aanpak. Deze aanpak heeft vorm gekregen door middel van inrichting van het programma «Redesign Rechtsbijstand». Het programma heeft de opdracht om in navolging van de daarop ziende passage in het regeerakkoord het stelsel voor gesubsidieerde rechtsbijstand langs de lijnen van de rapporten Wolfsen en Van der Meer en binnen de bestaande budgettaire kaders te herzien. Daarbij richt het programma zich op het met een gezamenlijke aanpak komen tot een richtinggevend perspectief op herziening van het stelsel van rechtsbijstand, waarbij de toegang tot het recht is gewaarborgd. Deze visie wordt na het zomerreces van 2018 aan uw Kamer toegezonden.
Vraag 4:
Wat is de achtergrond van de mutatie betreffende het niet aan hoeven gaan van verplichtingen voor ICT voor een bedrag van 11,6 mln. euro?
Antwoord:
Op het gebied van ICT zijn in voorgaande jaren verplichtingen aangegaan die betrekking hebben op meerdere achtereenvolgende jaren. Dus verplichtingen waarvan de uitgaven over meerdere opeenvolgende jaren worden gespreid. In die gevallen hoeft er dus in een volgend jaar (in dit geval 2017) geen verplichting te worden aangegaan voor een kasuitgave in dat jaar. Het gaat bijvoorbeeld om verplichtingen voor Microsoftlicenties en verplichtingen met SSC-ICT. Het achterblijven van verplichtingen heeft dan geen kasgevolgen.