Wetsartikel 1 tot en met 3
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 afzonderlijk bij wet vastgesteld en ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2017 wijzigingen aan te brengen in:
1. de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Algemene Zaken;
2. de begrotingsstaat van het Kabinet van de Koning;
3. de begrotingsstaat van de Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten;
4. de begrotingstaat inzake het agentschap van dit ministerie.
De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht.
De Minister-President, Minister van Algemene Zaken, M. Rutte
Artikel 1 Eenheid van het algemeen regeringsbeleid
Het overschot wordt onder andere verklaard door meevallers en vertragingen bij projecten bij de Rijksvoorlichtingsdienst, de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid en de directie Bedrijfsvoering. In 2017 zijn minder ontvangsten gerealiseerd omdat er minder openstaande vorderingen betreffende personele uitgaven uit voorgaande jaren waren en dat betrof voor het grootste gedeelte ontvangsten voor gedetacheerden. Daarnaast zijn er minder ontvangsten gerealiseerd als gevolg van een lagere doorbelasting naar de begroting van de Koning.
Artikel 1 Kabinet van de Koning
Het overschot bij het Kabinet van de Koning wordt met name veroorzaakt door lagere uitgaven door minder personeel.
Artikel 1 Commissie van Toezicht betreffende Inlichtingen -en Veiligheidsdiensten
Het overschot wordt verklaard door het niet in 2017 in werking treden van de nieuwe Wet op de Inlichtingen en Veiligheidsdiensten en een niet volledige personele bezetting gedurende het jaar. De ontvangsten hebben betrekking op een afrekening van een betaald voorschot dat verband houdt met een servicecontract met het Rijksvastgoedbedrijf.
(1) |
(2) |
(3) = (2) – (1) |
(4) |
|
---|---|---|---|---|
Omschrijving |
Vastgestelde begroting |
Realisatie |
Verschil realisatie en vastgestelde begroting |
Realisatie 2016 |
Baten |
||||
Omzet moederdepartement |
22.586 |
25.873 |
3.287 |
24.158 |
Omzet overige departementen |
37.909 |
40.696 |
2.787 |
48.203 |
Omzet derden |
26.303 |
17.290 |
– 9.013 |
21.666 |
Rentebaten |
0 |
0 |
0 |
0 |
Vrijval voorzieningen |
0 |
0 |
0 |
16 |
Bijzondere baten |
0 |
39 |
39 |
37 |
Totaal baten |
86.798 |
83.897 |
– 2.901 |
94.080 |
Lasten |
||||
Apparaatskosten |
||||
– Personele kosten |
11.367 |
13.172 |
1.805 |
13.095 |
Waarvan eigen personeel |
10.367 |
11.180 |
813 |
11.078 |
Waarvan inhuur externen |
1.000 |
1.334 |
334 |
1.472 |
Waarvan overige personele kosten |
0 |
657 |
657 |
546 |
– Materiële kosten |
75.431 |
70.456 |
– 4.975 |
81.108 |
Waarvan apparaat ICT |
6.100 |
6.513 |
413 |
5.598 |
Waarvan bijdrage aan SSO’s |
0 |
0 |
0 |
0 |
Waarvan overige materiële kosten |
69.331 |
63.943 |
– 5.388 |
75.510 |
Rentelasten |
0 |
0 |
0 |
0 |
Afschrijvingskosten |
||||
– Materieel |
0 |
0 |
0 |
0 |
waarvan apparaat ICT |
0 |
0 |
0 |
0 |
– Immaterieel |
0 |
0 |
0 |
0 |
Overige lasten |
||||
– Dotaties voorzieningen |
0 |
108 |
108 |
209 |
– Bijzondere lasten |
0 |
9 |
9 |
19 |
Totaal lasten |
86.798 |
83.745 |
– 3.053 |
94.431 |
Saldo van baten en lasten |
0 |
152 |
152 |
– 351 |
Toelichting:
DPC heeft in 2017 een positief saldo behaald van € 0,2 miljoen. De winst is bijna geheel in de normale bedrijfsvoering gerealiseerd. De voorziening ten behoeve van wachtgelden voor eigen personeel heeft in 2017 een negatieve invloed op het resultaat.
Het saldo van baten en lasten zal ten gunste worden gebracht van de exploitatiereserve. Hiermee zal het eigen vermogen nog onder de grens van 5% van de gemiddelde omzet van de afgelopen drie jaar blijven die is voorgeschreven in de Regeling Agentschappen.
Daarnaast is er sprake van een lagere omzet en daarmee samenhangende lagere materiële kosten dan begroot als gevolg van een lagere media-omzet.
(1) Vastgestelde begroting |
(2) Realisatie |
(3)=(2)-(1) Verschil realisatie en vastgestelde begroting |
||
---|---|---|---|---|
1. |
Rekening-courant RHB 1 januari 2017 + stand depositorekeningen |
18.934 |
21.556 |
2.622 |
Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+) |
0 |
90.144 |
90.144 |
|
Totaal uitgaven operationele kasstroom (–/–) |
0 |
90.721 |
90.721 |
|
2. |
Totaal operationele kasstroom |
0 |
– 577 |
– 577 |
Totaal investeringen (–/–) |
0 |
0 |
0 |
|
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) |
0 |
0 |
0 |
|
3. |
Totaal investeringskasstroom |
0 |
0 |
0 |
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (–/–) |
0 |
0 |
0 |
|
Eenmalige storting door moederdepartement (+) |
0 |
0 |
0 |
|
Aflossingen op leningen (–/–) |
0 |
0 |
0 |
|
Beroep op leenfaciliteit (+) |
0 |
0 |
0 |
|
4. |
Totaal financieringskasstroom |
0 |
0 |
0 |
5. |
Rekening-courant RHB 31 december 2017 + stand depositorekeningen (=1+2+3+4), de maximale roodstand is 0,5 miljoen €. |
18.934 |
20.979 |
2.045 |
Toelichting
De stand van de rekening-courant bij de Rijkshoofdboekhouding per 31 december is lager dan de stand per 1 januari. Dit wordt met name veroorzaakt door een mutatie in het werkkapitaal van DPC.