Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is in enkele wetten op het terrein van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat en het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit wijzigingen van wetstechnische of anderszins ondergeschikte aard aan te brengen in verband met geconstateerde verschrijvingen, onjuiste verwijzingen, gebreken en leemten.
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
De Aanbestedingswet 2012 wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1.17 wordt «deze afdeling» vervangen door: dit hoofdstuk.
B
Artikel 1.19 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «uitsluitingsgronden en geschiktheidseisen» vervangen door: uitsluitingsgronden of geschiktheidseisen.
2. In het tweede lid wordt «2 102» vervangen door: 2.102.
C
In artikel 2.7, eerste lid, wordt «artikelen 2.1 tot en met 2.6» vervangen door: artikelen 2.1 tot en met 2.6a.
D
In artikel 2.16 wordt «werkenen» vervangen door: werken en.
E
Artikel 2.39 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid vervalt: , afdeling 2.3.4.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
3. Aanbestedende diensten die uitsluitingsgronden of geschiktheidseisen stellen, verlangen van een ondernemer dat hij bij zijn verzoek tot deelneming of zijn inschrijving met gebruikmaking van het daartoe vastgestelde model een eigen verklaring indient en geven daarbij aan welke gegevens en inlichtingen in de eigen verklaring moeten worden verstrekt. Afdeling 2.3.4 is van overeenkomstige toepassing.
F
Artikel 2.87, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. Onderdeel e wordt geletterd g.
2. Er worden twee onderdelen ingevoegd, luidende:
e. het eerste lid, onderdeel h, uitsluitend situaties waarin valse verklaringen zijn verstrekt, informatie is achtergehouden of waarin ondersteunende documenten niet zijn overgelegd die zich in de drie jaar voorafgaand aan het tijdstip van indienen van het verzoek tot deelneming of de inschrijving hebben voorgedaan;
f. het eerste lid, onderdeel i, uitsluitend onrechtmatige beïnvloedingen van het besluitvormingsproces die zich in de drie jaar voorafgaand aan het tijdstip van indienen van het verzoek tot deelneming of de inschrijving hebben voorgedaan;.
G
In artikel 2.92, eerste lid, wordt «overheidsopdrachtberoepen» vervangen door «overheidsopdracht beroepen» en wordt «economischedraagkracht» vervangen door «economische draagkracht».
H
In artikel 2a.5, derde lid, wordt «als bedoeld in het tweede lid» vervangen door «als bedoeld in het vijfde lid» en wordt «activiteiten» vervangen door «onderdelen van een speciale-sectoropdracht».
I
In artikel 2a.12, tweede lid, wordt «deel 2» vervangen door: deel 2a.
J
Artikel 2a.28 wordt als volgt gewijzigd:
1. Aan het eerste lid, onderdeel c, wordt toegevoegd: en 2a.44.
2. In het zesde lid vervalt: of zij.
K
In artikel 2a.29 wordt «artikelen 2a.30, derde lid, 2a.31» vervangen door: artikelen 2a.30, tweede lid, 2a.33.
L
Aan artikel 2a.31 wordt toegevoegd: , met uitzondering van artikel 2.51, vijfde lid.
M
De aanduiding «1.» voor het eerste lid van artikel 2a.53 vervalt.
N
In artikel 3.36, eerste lid, onderdeel a, wordt «geen verzoeken tot deelneming» vervangen door: geen of geen geschikte verzoeken tot deelneming.
O
Artikel 4.15, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel b wordt «2 131» vervangen door: 2.131.
2. In onderdeel c wordt «artikel 2.143, tweede lid, onderdeel b» vervangen door: artikel 2.143, tweede lid.
P
In artikel 4.16, tweede lid, onderdeel a, wordt «2 143, tweede lid, onderdeel b» vervangen door: 2.143, tweede lid.
Q
In artikel 4.28, vijfde lid, wordt «overlegd» vervangen door: overgelegd.
R
In artikel 4.31 wordt «2.87, onderdelen b en cop» vervangen door 2.87, onderdelen b en c, op.
S
Artikel 4.33 wordt als volgt gewijzigd:
1. «[p.m. datum]» wordt vervangen door: 22 juni 2016.
2. «(Stb. p.m. jaartal, volgnummer)» wordt vervangen door: (Stb. 2016, 241).
De Elektriciteitswet 1998 wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1, eerste lid, onderdeel n, komt te luiden:
richtlijn (EU) nr. 2015/1535 van het Europees Parlement en de Raad van 9 september 2015 betreffende een informatieprocedure op het gebied van technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (codificatie) (PbEU 2015, L 241);.
B
In artikel 15, zesde lid, aanhef, wordt «24b» vervangen door: 24a.
C
In artikel 36, tweede lid, wordt «bedoeld in artikel 9 van de notificatierichtlijn» vervangen door: bedoeld in artikel 6 van de notificatierichtlijn.
In artikel 12f, tweede lid, van de Gaswet, wordt «bedoeld in artikel 9 van richtlijn 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (PbEG L 204),» vervangen door: bedoeld in artikel 6 van richtlijn (EU) nr. 2015/1535 van het Europees Parlement en de Raad van 9 september 2015 betreffende een informatieprocedure op het gebied van technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (codificatie) (PbEU 2015, L 241).
De Gezondheids- en welzijnswet voor dieren wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1 wordt het tweede lid dat begint met «Bij algemene maatregel van bestuur» en eindigt met «buiten de baarmoeder van het dier bevinden.» vernummerd tot derde lid.
B
Artikel 120u vervalt.
De Kaderwet EZ-subsidies wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 3, derde lid, wordt «Bij een algemene maatregel van bestuur» vervangen door: Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur.
B
In artikel 5 wordt «de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba» vervangen door: de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius of Saba.
De Meststoffenwet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 21, vierde lid, wordt «van dit artikellid» vervangen door: van het derde lid en dit artikellid.
B
Artikel 23 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het zevende lid wordt «Een melding als bedoeld in het vierde en vijfde lid» vervangen door: Een melding als bedoeld in het vierde, vijfde en zesde lid.
2. In het achtste lid wordt «bedoeld in paragraaf 5.2.7» vervangen door: bedoeld in paragraaf 3.2.7.
De Mijnbouwwet wordt als volgt gewijzigd:
A
In de artikelen 9, vierde lid, en 15, tweede en derde lid, wordt «het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen» telkens vervangen door: het Publicatieblad van de Europese Unie.
B
In artikel 45h, eerste lid, wordt «het Staatstoezicht op de mijnen» vervangen door: de inspecteur-generaal der mijnen.
C
In artikel 124, eerste en derde lid, wordt «Commissie van de Europese Gemeenschappen» telkens vervangen door: Europese Commissie.
D
In artikel 127, eerste lid, onderdeel a, wordt «het toezicht uit te oefenen op de naleving» telkens vervangen door: het uitoefenen van toezicht op de naleving.
E
In de bijlage wordt in het opschrift de zinsnede «de artikelen 31d, 34, 35, 36, 41, 46, 54, 134, 135, 142 en 145» vervangen door «de artikelen 31d, 41, 45b, 45e, 46, 54, 134, 135, 142 en 145» en wordt de zinsnede «34, vierde lid, 35, eerste lid, onderdeel f, 36, eerste lid, onderdeel b, 41, derde lid, 46, vijfde lid» vervangen door «41, derde lid, 45b, tweede lid, 45e, tweede lid, 46, vijfde lid».
De Telecommunicatiewet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 4.3, eerste lid, onderdeel a, wordt «artikel 4.2, vijfde lid» vervangen door: artikel 4.2, zesde lid.
B
Artikel 7.4a, derde lid, vervalt, onder vernummering van het vierde lid tot derde lid.
C
Artikel 10.8, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. In de aanhef wordt «uitrusting of radioapparaten die voldoen» vervangen door: uitrusting die voldoet.
2. In onderdeel a wordt «waar uitrusting of radioapparaten aan moeten voldoen» vervangen door: waar uitrusting aan moet voldoen.
D
In artikel 11a.3, vierde lid, wordt «radiozendapparaten» vervangen door: radioapparaten.
E
In artikel 15.3 wordt «radiozendapparaat» vervangen door: radioapparaat.
De Wet dieren wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 2.19, derde lid, onderdeel a, wordt na «voorschriften» ingevoegd: en beperkingen.
B
Artikel 8.9 vervalt.
Aan artikel 4 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden wordt een lid toegevoegd, luidende:
5. In afwijking van het eerste lid verstrekt de houder van een toelating aan Onze Minister van Economische Zaken informatie over het verkoopvolume van gewasbeschermingsmiddelen als bedoeld in artikel 67, derde lid, van Verordening (EG) nr. 1107/2009.
De Wet handhaving consumentenbescherming wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 8.12 wordt «artikel 1, onderdeel c» vervangen door «artikel 1, eerste lid, onderdeel c», wordt «artikel 1, onderdeel b» vervangen door «artikel 1, eerste lid, onderdeel b» en vervalt «(Stb. 2015, 160)».
B
In artikel 8.13 wordt «artikel 1, onderdeel b» vervangen door «artikel 1, eerste lid, onderdeel b» en vervalt «(Stb. 2015, 160)».
De Wet natuurbescherming wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1.3 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste en tweede lid wordt «projecten of handelingen» telkens vervangen door «handelingen», wordt «het project of de handeling» vervangen door «de handeling» en wordt «gerealiseerd, onderscheidenlijk verricht» telkens vervangen door «verricht».
2. In het derde lid wordt «projecten of handelingen» vervangen door «handelingen».
3. In het vierde lid wordt «een project of handeling» vervangen door «een handeling», wordt «het project of de handeling» vervangen door «de handeling» en wordt «gerealiseerd, onderscheidenlijk verricht» vervangen door «verricht».
4. Het vijfde lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In de aanhef wordt «3.25, tweede lid» vervangen door: 3.25, tweede of vierde lid.
b. In de onderdelen a en b wordt «handelingen en projecten» telkens vervangen door: handelingen.
B
In artikel 2.9, eerste lid, onderdeel a, wordt na «projecten» ingevoegd «als bedoeld in artikel 2.7, derde lid, onderdeel a,» en wordt na «andere handelingen» ingevoegd «als bedoeld in artikel 2.7, derde lid, onderdeel b».
C
In de artikelen 3.5, eerste lid, en 3.6, eerste lid, wordt na «het Verdrag van Bonn» telkens ingevoegd: , met uitzondering van de soorten, bedoeld in artikel 1 van de Vogelrichtlijn.
D
In de artikelen 3.7, eerste lid, en 3.9, eerste lid, wordt na «het Verdrag van Bern» telkens ingevoegd: , met uitzondering van de soorten, bedoeld in artikel 1 van de Vogelrichtlijn.
E
Artikel 3.10, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. Onderdeel a komt te luiden:
a. in het kader van de ruimtelijke inrichting of ontwikkeling van gebieden of van kleinschalige bouwactiviteiten, met inbegrip van het daarop volgende gebruik van het gebied of het gebouwde.
2. In onderdeel g wordt «, of» vervangen door een puntkomma.
3. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel h door «, of» wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
i. bestendig gebruik.
F
In artikel 3.16, vijfde lid, onderdeel c, wordt na «artikel 3.10» ingevoegd: , in het belang van bij de vrijstelling, bedoeld in het tweede lid, onderscheidenlijk de verordening, bedoeld in het vierde lid, omschreven belangen.
G
In artikel 3.18, vierde lid, wordt na «derde lid» ingevoegd: , met uitzondering van de tweede volzin van het eerste lid,.
H
Aan de eerste volzin van artikel 3.19, vierde lid, wordt toegevoegd: , of ter uitvoering van de verordening, genoemd in artikel 3.36, onderdeel c.
I
De aanhef van artikel 3.25, vierde lid, komt te luiden: Gedeputeerde staten kunnen ontheffing en provinciale staten kunnen vrijstelling verlenen van:.
J
Artikel 3.26 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid, onderdeel d, wordt als volgt gewijzigd:
a. In onderdeel 2° wordt «of 3.16, tweede en vierde lid,» vervangen door: 3.16, tweede en vierde lid, of 3.17, eerste lid,.
b. Onder vernummering van de onderdelen 5° en 6° tot 6° en 7° wordt na onderdeel 4° een onderdeel ingevoegd, luidende:
5°. de bestrijding van de zwarte rat, de bruine rat of de huismuis;.
2. In het derde lid wordt «Bij het verlenen van een ontheffing of vrijstelling, genoemd in artikel 3.25, eerste lid, kan ook ontheffing, onderscheidenlijk vrijstelling worden verleend van» vervangen door: Gedeputeerde staten kunnen ontheffing en provinciale staten kunnen vrijstelling verlenen van.
K
Artikel 3.30, eerste lid, onderdeel b, wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel 2° wordt «of 3.16, tweede en vierde lid,» vervangen door: 3.16, tweede en vierde lid, of 3.17, eerste lid,.
2. In onderdeel 3° wordt «, of» vervangen door een puntkomma.
3. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel 4°door «, of» wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
5°. de bestrijding van de zwarte rat, de bruine rat of de huismuis.
L
Artikel 4.6 komt te luiden:
Provincies en gemeenten zijn ten aanzien van de onderwerpen waarin deze paragraaf voorziet niet bevoegd om op grond van andere aan hen toekomende wettelijke bevoegdheden regels te stellen ter bescherming van buiten de grenzen van de bebouwde kom, vastgesteld krachtens artikel 4.1, onderdeel a, gelegen houtopstanden, met uitzondering van houtopstanden:
a. als bedoeld in artikel 4.1, onderdeel b;
b. bestaande uit hoogstamfruitbomen, en
c. bestaande uit populieren of wilgen als bedoeld in artikel 4.1, onderdeel f, voor zover deze zijn geknot.
M
Artikel 5.4, derde lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. In de aanhef wordt «3.25, eerste lid« vervangen door: 3.25, eerste of vierde lid, 3.26, derde lid.
2. In onderdeel b wordt «3.25, eerste lid« vervangen door: 3.25, eerste of vierde lid.
N
Artikel 7.2, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. De onderdelen b en c worden geletterd c en d.
2. Na onderdeel a wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
b. artikel 2.5, ingeval artikel 2.10, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van toepassing is;.
3. In onderdeel c (nieuw) vervalt «3.31,».
O
Artikel 9.9 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het derde lid komt te luiden:
3. Artikel 4.3, eerste lid, is van toepassing op degene voor wie vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet een verplichting tot herbeplanting is ontstaan op grond van artikel 3, eerste lid, van de Boswet.
2. Het vierde lid komt te luiden:
4. Artikel 4.3, tweede lid, is van toepassing op degene voor wie vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet een verplichting tot vervanging van herbeplanting is ontstaan op grond van artikel 3, tweede lid, van de Boswet.
De Wet op de economische delicten wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1, onder 1°, wordt in de zinsnede met betrekking tot de Mijnbouwwet «13, tweede lid» vervangen door «13» en wordt «artikel 29, eerste en derde lid» vervangen door «29, eerste, derde en vierde lid».
B
In artikel 1a, onder 1°, komt de zinsnede met betrekking tot de Wet implementatie Nagoya Protocol te luiden: de Wet implementatie Nagoya Protocol, de artikelen 2, eerste lid, en 6, vierde lid;.
In de Wet op de Kamer van Koophandel wordt aan hoofdstuk 8 een artikel toegevoegd, luidende:
In artikel 64 van de Wet op het Centraal bureau voor de statistiek wordt «1 april» vervangen door: 1 november.
In het in artikel II, onderdeel C, van de wet van 5 juli 2017 tot wijziging van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren en de Wet dieren in verband met de herziening van het heffingenstelsel ten behoeve van de kosten van de bestrijding en het weren van besmettelijke dierziekten, zoönosen en zoönoseverwekkers (herziening heffingenstelsel Diergezondheidsfonds) (Stb. 2017, 313) voorgestelde artikel 9.26, vijfde lid, onderdeel a, vervalt het woord «verstrekt» na «van belang kunnen zijn».
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,