Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk wordt niet openbaar gemaakt, omdat het zonder meer instemmend luidt/uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat (artikel 26, zesde jo vijfde lid, van de Wet op de Raad van State)
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 13 juli 2017, no. 2017001200, machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State het Koninkrijk haar advies inzake het bovenvermelde voorstel van rijkswet rechtstreeks aan mij te doen toekomen.
Dit advies, gedateerd 16 augustus 2017, no. W06.17.02121/III/K, bied ik U hierbij aan.
Het voorstel van rijkswet geeft de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk geen aanleiding tot het maken van inhoudelijke opmerkingen.
Van de gelegenheid is gebruik gemaakt het voorstel van rijkswet en de memorie van toelichting op enkele punten aan te passen. Zo is, naar aanleiding van het onlangs genomen besluit van de regering van Curaçao tot medegelding van het verdrag, in het wetsontwerp een nieuw artikel 3 toegevoegd, met betrekking tot de voorbehouden die voor dat land gemaakt zullen gaan worden. Daarnaast zijn deze voorbehouden en andere keuzes van de regering van Curaçao nader uitgelegd in de memorie van toelichting.
Ik moge U, mede namens de Staatssecretaris van Financiën, verzoeken het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van rijkswet en de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal en aan de Staten van Curaçao te zenden.
De Minister van Buitenlandse Zaken, H. Zijlstra