Gepubliceerd: 14 december 2017
Indiener(s): Han ten Broeke (VVD)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34845-X-3.html
ID: 34845-X-3

Nr. 3 VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 19 december 2017

De vaste commissie voor Defensie, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.

De vragen zijn op 7 december 2017 voorgelegd aan de Minister van Defensie. Bij brief van 14 december 2017 zijn ze door de Minister en de Staatssecretaris van Defensie beantwoord.

Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De voorzitter van de commissie, Ten Broeke

De griffier van de commissie, De Lange

1

Kunt u toelichten waar het geld voor de herschikkingen en verhoging van instandhoudingsbudgetten van de zeestrijdkrachten (€ 31,7 miljoen) en de luchtstrijdkrachten (€ 21,9 miljoen) vandaan komt? Ten koste waarvan zijn deze budgetten verhoogd?

3

Kunt u toelichten waar het geld voor de herschikkingen en verhoging van instandhoudingsbudgetten van de zeestrijdkrachten en de luchtstrijdkrachten oorspronkelijk op de begroting stond?

18

Kunt u de onderrealisatie bij het CLAS van € 12,5 miljoen als gevolg van te weinig personeel nader toelichten?

19

Wat gebeurt er met het bedrag van € 38,4 miljoen dat is overgebleven als gevolg van achterblijvende vulling van het personeelsbestand?

Bij enkele defensieonderdelen, vooral bij het Commando Landstrijdkrachten (CLAS) en de bestuursstaf, valt budget vrij in 2017. De belangrijkste oorzaak is de ondervulling van de organisatie waardoor er minder uitgaven voor personeel zijn gedaan. Dit budget is gebruikt om de materiële gereedheid bij het commando zeestrijdkrachten (CZSK) en het commando luchtstrijdkrachten (CLSK) versneld te repareren.

Het bedrag van € 12,5 miljoen onderrealisatie bij het CLAS is het saldo van de vrijval als gevolg van ondervulling en de toevoeging van budget voor het bereikte cao-akkoord.

2

Klopt het dat de gerealiseerde investeringen bij Defensie reeds sinds 2009 lager uitvallen dan de geraamde en dat dit met opnieuw onderuitputting ook in 2017 het geval zal zijn? Is dit voor u aanleiding om de mogelijkheden te onderzoeken om, naar voorbeeld van het Infrastructuurfonds, te gaan werken met overprogrammering, waarbij er meer programmauitgaven zijn geraamd dan dat er budget beschikbaar is?

10

Waardoor ontstaat de onderrealisatie op de investeringsbegroting?

27

Wat betekent het dat 120% van de uitgaven op artikel 6 juridisch verplicht is? Bent u meer contracten aangegaan dan waarvoor budget beschikbaar is?

29

Wat bedoelt u met uw duiding in artikel 6 dat 120% hiervan nu juridisch verplicht is? Betekent dit dat u meer juridische verplichtingen bent aangegaan (á € 157 miljoen) dan waar u budget voor heeft?

39

Waarom realiseren de lopende projecten minder dan verwacht? Hoe wordt dit opgevangen? Welke gevolgen heeft dit?

De afgelopen jaren heeft Defensie de investeringsbegroting niet volledig uitgeput. Geplande uitgaven zijn vertraagd doordat:

  • een deel van de leveringen later zijn ontvangen dan voorzien. Zonder factuur kan Defensie niet tot betaling overgaan.

  • Een deel van de leveringen van materiaal (nog) niet volledig voldeden aan de gestelde eisen, waardoor Defensie niet tot betaling kan overgaan.

  • projecten in de uitvoering vertraging oplopen.

  • juridische procedures naar aanleiding van aanbestedingstrajecten. In die gevallen moet de rechtbank eerst uitspraak doen, voordat Defensie verder kan met het project.

Het juridisch verplichten tot 120 procent wordt gedaan omdat het kasritme van investeringen lastig planbaar is. De ervaring leert dat de betaling voor een deel van de projecten vertraagt, al is op voorhand niet te zeggen welke. Daarom worden meer kasuitgaven gepland dan het budgettaire kader strikt genomen toelaat. Daarmee hanteert Defensie al een vorm van overprogrammering. Bij het aangaan van de verplichtingen wordt uiteraard bezien of de kasuitgaven passen binnen het meerjarig beschikbare kader. Zo wordt voorkomen dat meer contracten worden aangegaan dan waarvoor budget beschikbaar is.

De vertraagde uitgaven voor deze projecten zullen in latere jaren alsnog worden gedaan. Defensie kan nog niet gerealiseerd investeringsbudget met de ongelimiteerde eindejaarsmarge meenemen naar volgende jaren. Investeringen hoeven zo niet te worden geschrapt, maar uitgaven verschuiven naar een later jaar.

In het Regeerakkoord is opgenomen dat het kabinet met voorstellen komt om de voorspelbaarheid en schokbestendigheid van de Defensie-materieelbegroting te vergroten. In het wetgevingsoverleg materieel van 13 november jl. is toegezegd dat voorstellen hiertoe worden meegenomen in de Defensienota. Ook instrumenten die bij andere departementen worden toegepast, worden hier bij betrokken.

3

Kunt u toelichten waar het geld voor de herschikkingen en verhoging van instandhoudingsbudgetten van de zeestrijdkrachten en de luchtstrijdkrachten oorspronkelijk op de begroting stond?

Zie het antwoord op vraag 1.

4

Wat zijn de totale kosten van voedselvoorziening op missies voor de jaren 2013, 2014, 2015, 2016 en 2017?

5

Wat zijn de totale kosten van het verschepen van voedsel naar missiegebieden voor de jaren 2013, 2014, 2015, 2016 en 2017?

6

Wat zijn de totale kosten van het inkopen van voedsel voor missiegebieden voor de jaren 2013, 2014, 2015, 2016 en 2017?

26

Zijn er kosten gemoeid met het opslaan van voedsel op missies? Kunt u dit toelichten voor de jaren 2013, 2014, 2015, 2016 en 2017?

De totale additionele kosten van voedsel tijdens missies in de periode 2013 tot en met 2017 is ongeveer € 37 miljoen euro. Een uitsplitsing in voedselvoorziening, transportkosten, inkoop en opslag is niet te maken.

7

Wordt de voedselvoorziening aan missiegebieden uitbesteed? Kunt u dit toelichten?

In sommige gevallen wordt de voedselvoorziening in missiegebieden uit doelmatigheidsoverwegingen uitbesteed. Dit is bijvoorbeeld het geval als de voedselvoorziening op een locatie waar Nederlanders worden gelegerd al geregeld is.

8

Wat zijn de totale kosten van het vervoeren van brandstof naar missiegebieden voor de jaren 2013, 2014, 2015, 2016 en 2017?

14

Wat zijn de totale kosten van brandstof op missies voor de jaren 2013, 2014, 2015, 2016 en 2017?

De totale additionele kosten van brandstof op missies in de periode 2013 tot en met 2017 waren ongeveer € 27 miljoen euro. Het is niet mogelijk de kosten van het vervoer van brandstof apart te rapporteren omdat deze deel uitmaken van de totale transportkosten van missies.

9

Hoeveel geld is er nu nog op de begroting voor 2018 gereserveerd voor de voorziening voor de flexibele schil? Hoeveel geld was er voor 2017 gereserveerd en hoeveel is hiervan besteed?

46

Kunt u toelichten waarom het volledige bedrag dat op artikel 12 beschikbaar is wordt aangewend voor het arbeidsvoorwaardenakkoord, hoewel een deel van het geld op dit artikel in de ontwerpbegroting was gereserveerd voor onder meer een risicovoorziening voor het toekomstige AOW-gat, de bijstelling van de VUT equivalent en een voorziening voor de flexibele schil? Kunt u precies aangeven of en in hoeverre deze bestemmingen op een andere wijze gefinancierd worden, of dat daarvoor later alsnog geld nodig zal zijn en op welk artikel van de begroting dit dan gebeurt?

47

Hoeveel was er bij de begroting 2017 begroot voor een risicoreservering voor het toekomstige AOW-gat? Worden deze middelen nu aangewend voor het arbeidsvoorwaardenakkoord? Zo ja, waarom?

Het geld dat in 2017 op artikel 12 was gereserveerd voor de «flexibele schil» betreft een reservering die kan worden aangewend wanneer er sprake is van ad hoc projecten die direct moeten worden uitgevoerd. Deze flexibele schil bedraagt structureel € 2,0 miljoen en is dit jaar voor € 0,5 miljoen uitgeput.

De risicovoorziening is bij de eerste suppletoire begroting 2017 ingezet voor de aanvullende compensatie van het AOW-gat (€ 0,7 miljoen in 2017 oplopend naar € 9,5 miljoen in 2022). Deze middelen blijven dan ook beschikbaar voor het AOW-gat. Wel is er voor 2017 sprake van onderrealisatie. Die onderrealisatie is gedeeltelijk ingezet voor de dekking van het arbeidsvoorwaardenakkoord in 2017. In 2018 zullen deze middelen weer terugvloeien naar artikel 10 (zie ook antwoord op vraag 42).

10

Waardoor ontstaat de onderrealisatie op de investeringsbegroting?

Zie het antwoord op vraag 2.

11

Wanneer beslist het kabinet over het beschikbaar stellen van het bedrag uit de HGIS?

Het kabinet besluit jaarlijks bij de Voorjaarsnota over het beschikbaar stellen van de eindejaarsmarges aan de verschillende departementen. Dat geldt ook voor de eindejaarsmarge van de HGIS.

12

Klopt het dat het bedrag (€ 13,6 miljoen) waarmee het gereedstellingsbudget van de landstrijdkrachten verlaagd wordt, circa eenvijfde van het totale gereedstellingsbudget bedraagt? Wat zijn de consequenties van deze onderrealisatie op het geplande herstel van de basisgereedheid?

17

Wat zijn de gevolgen van de onderrealisatie op de gereedstelling van de CLAS voor (het tempo) van het herstel van de basisgereedheid?

De realisatie van het gereedstellingsbudget van het CLAS is bijna 19 procent lager dan begroot en komt uit op bijna € 72 miljoen. Het CLAS heeft te maken met achterblijvende vulling van het personeelsbestand. Hierdoor kon het CLAS minder oefenen dan voorzien en zijn minder uitgaven gedaan voor voeding en voor overige operationele uitgaven. Het minder oefenen wordt ook veroorzaakt door niet-geplande inzet in 2017, zoals in het kader van Enhanced Forward Presence in Litouwen en als gevolg van orkaan Irma op Sint Maarten.

Door minder oefenen kan het herstel van de basisgereedheid onder druk komen te staan. Daarom werkt Defensie met prioriteit aan het actieplan Behoud en Werving, gericht op het herstel van de personele vulling en een evenwichtiger personeelsbestand.

13

Wat zijn de totale kosten van brandstof bij de landmacht voor rijdend materieel, compounds en huisvesting voor de jaren 2013, 2014, 2015, 2016 en 2017?

De totale kosten van brandstof bij het CLAS zijn in de periode 2013 – 2017 ongeveer € 20 miljoen (exclusief BTW en accijns). In dit bedrag zijn de uitgaven bij commerciële pompen of in het buitenland niet meegerekend.

14

Wat zijn de totale kosten van brandstof op missies voor de jaren 2013, 2014, 2015, 2016 en 2017?

Zie het antwoord op vraag 8.

15

Wanneer zijn de achterstanden in de verwerving van de voorraden ingelopen?

De planning is dat de voorraden van reserveonderdelen voor het CZSK eind 2019 op orde zijn. Deze planning gaat uit van voldoende verwervingscapaciteit.

16

Voor hoeveel personen is er budget hergeschikt als hogere toeslag?

Ongeveer 650 in het buitenland geplaatste personen zijn gecompenseerd voor de hogere koers van de dollar en de Antilliaanse gulden.

17

Wat zijn de gevolgen van de onderrealisatie op de gereedstelling van de CLAS voor (het tempo) van het herstel van de basisgereedheid?

Zie het antwoord op vraag 12.

18

Kunt u de onderrealisatie bij het CLAS van € 12,5 miljoen als gevolg van te weinig personeel nader toelichten?

19

Wat gebeurt er met het bedrag van € 38,4 miljoen dat is overgebleven als gevolg van achterblijvende vulling van het personeelsbestand?

Zie het antwoord op vraag 1.

20

Voor welke onderdelen van de Landmacht zijn er minder oefenactiviteiten dan gepland geweest?

Eenheden die zijn ingezet terwijl dit niet was voorzien en eenheden die te maken hadden met ondervulling hebben minder geoefend dan gepland. Het gaat bij deze categorie bijvoorbeeld om eenheden die in 2017 zijn ingezet in het kader van Enhanced Forward Presence in Litouwen en als gevolg van orkaan Irma op Sint Maarten. Het betreft zowel gevechtseenheden als ondersteunende eenheden, zoals logistieke eenheden.

21

Is er in het algemeen minder geoefend? hoe komt dit?

Alleen bij CLAS is minder geoefend dan voorzien. Bij CZSK en CLSK is juist meer geoefend dan in 2016. Voor enkele eenheden zijn oefeningen vervallen door inzet als gevolg van orkaan Irma op Sint Maarten en inzet voor operatie Inherent Resolve in het Midden-Oosten.

22

Klopt het dat er nu en in 2018 geen helikopters beschikbaar zijn?

23

Waarom duurt het herstel twee kalenderjaren?

24

Vanaf wanneer exact in 2019 zijn de helikopters weer inzetbaar?

De generieke geoefendheid van de Apache en Chinook-vliegers is afgenomen door onder meer de eenzijdige inzet in Afghanistan en Mali, in combinatie met het beperkte aantal beschikbare vlieguren en een tekort aan reservedelen. In de vertrouwelijke bijlage bij de inzetbaarheidsrapportage is de Kamer nader geïnformeerd over het moment waarop de helikopters weer inzetbaar zijn (bijlage bij Kamerstuk 33 763, nr. 133). De tussenliggende periode wordt gebruikt voor het herstel van de materiële gereedheid en de geoefendheid. De NH90 en de Cougar zijn in 2018 beschikbaar voor de geplande maritieme operaties.

25

Wat zijn de totale kosten van de catering (Paresto) in Nederland voor de jaren 2013, 2014, 2015, 2016 en 2017?

De totale kosten van de catering (werkgeversaandeel) voor de jaren 2013–2017 zijn in de onderstaande tabel opgenomen.

(in € mln)

2013

2014

2015

2016

2017

Kosten catering (werkgeversbijdrage)

33,6

29,2

27,5

25,5

24,8

26

Zijn er kosten gemoeid met het opslaan van voedsel op missies? Kunt u dit toelichten voor de jaren 2013, 2014, 2015, 2016 en 2017?

Zie het antwoord op vraag 4.

27

Wat betekent het dat 120% van de uitgaven op artikel 6 juridisch verplicht is? Bent u meer contracten aangegaan dan waarvoor budget beschikbaar is?

Zie het antwoord op vraag 2.

28

Kunt u aangeven waarom u in de toelichting spreekt over een onderrealisatie van € 220 miljoen op het investeringsbudget, terwijl de mutatie – € 209 miljoen bedraagt?

De – € 209 miljoen betreft een saldo van mutaties. De realisatie van de investeringen is met – € 220 miljoen bijgesteld. Voorts betreft het een toevoeging van budget vanuit Economische Zaken voor de aanpassing van de radarinstallatie (€ 4 miljoen) en enkele kleine herschikkingen.

29

Wat bedoelt u met uw duiding in artikel 6 dat 120% hiervan nu juridisch verplicht is? Betekent dit dat u meer juridische verplichtingen bent aangegaan (á € 157 miljoen) dan waar u budget voor heeft?

Zie het antwoord op vraag 2.

30

Wat is er de oorzaak van dat de leverancier van het project Defensie Bewakings- en Beveiligingssystemen (DBBS) niet heeft geleverd? Wat zijn de gevolgen van deze vertraging?

40

Wanneer is het DBBS gereed? Wanneer levert de leverancier? Waarom is deze levering vertraagd? Welke extra kosten worden hierdoor gemaakt? Op wie worden deze kosten verhaald?

De ontwikkeling van het DBBS-systeem duurt langer dan verwacht. De planning is dat het project in mei 2022 wordt voltooid. De gevolgen van de vertraging zijn dat Defensie haar huidige bewakings- en beveiligingssystemen langer blijft gebruiken en de kosten van instandhouding van de huidige systemen hoger zijn. Het contractmechanisme voorziet in de gedeeltelijke compensatie van deze kosten. De kosten van de aankoop van het nieuwe bewakings- en beveiligingssysteem stijgen niet.

31

Waarom is er geen gebruik gemaakt van de valutareservering? Zijn er materieelprojecten niet of onvolledig gecompenseerd voor de dollarkoers? Zo ja, welke?

Het vorige kabinet heeft afgesproken dat de valutareservering alleen wordt gebruikt voor wisselkoerseffecten in investeringsprojecten met meer dan € 100 miljoen aan dollargevoeligheid. Daarnaast is het project verwerving F-35 uitgezonderd van de reserve.

Defensie kent op dit moment een groot aantal relatief kleine investeringsprojecten (onder de grens van € 100 miljoen). Het effect van valutaschommelingen op deze projecten in 2017 is gecompenseerd door herprioritering binnen het investeringsprogramma.

32

Kunt u toelichten waarom de projecten Studie M-fregatten en de midlife update van de Fuchs in 2017 niet in uitvoering worden genomen?

35

Waarom zijn de Studie M-fregatten en de midlife update van de Fuchs niet in 2017 in uitvoering genomen?

Het project Studie M-fregatten betreft een reeks studies ter voorbereiding van de vervanging van de M-fregatten. Voor enkele van deze studies heeft Defensie in 2017 contracten gesloten en de uitvoering is voorzien in 2018. Voor de resterende studies zal Defensie in 2018 de contracten sluiten.

De midlife update van de Fuchs-pantservoertuigen gaat niet door omdat het voornemen is deze voertuigen niet meer te moderniseren maar te vervangen. De Kamer zal daarover te zijner tijd worden geïnformeerd in overeenstemming met het Defensie Materieel Proces.

33

Zijn de achterstallige betalingen uit Jordanië en Griekenland dezelfde betalingen die ook in de Najaarsnota 2016 werden genoemd? Wordt ook rente op de achterstallige betalingen in rekening gebracht bij deze landen?

34

Wanneer verwacht u de achterstallige betalingen uit Jordanië en Griekenland te ontvangen?

Wat de F-16 contracten betreft waarover in de Najaarsnota 2016 is gerapporteerd, heeft Jordanië inmiddels aan de verplichtingen voldaan. Defensie heeft ook panterrupsvoertuigen tegen luchtdoelen aan Jordanië verkocht (Kamerstuk 22 054, nr. 208). Jordanië heeft nog niet voldaan aan de betalingsverplichting. De verwachting is dat Jordanië de achterstallige termijn uit 2016 nog in 2017 zal betalen. De termijn die Jordanië in 2017 zou moeten betalen wordt niet meer dit jaar verwacht. Griekenland heeft inmiddels betaald voor de tankmunitie 120 mm.

Er wordt geen rente in rekening gebracht. Dat is niet gebruikelijk bij overeenkomsten tussen landen. Domeinen Roerende Zaken is de contractpartner en ziet toe op tijdige facturering en betaling.

35

Waarom zijn de Studie M-fregatten en de midlife update van de Fuchs niet in 2017 in uitvoering genomen?

Zie het antwoord op vraag 32.

36

Wat zijn de oorzaken van de vertragingen bij de IT-projecten (€ 44 miljoen euro)? Welke IT-projecten betreft het hier?

Er zijn diverse oorzaken zoals de complexiteit van de verwerving in combinatie met plannings- en uitvoeringsknelpunten, maar ook gebrek aan capaciteit is een belangrijke reden van de vertraging van IT-projecten. Daarnaast geldt in het bijzonder bij de IT dat met de lopende reorganisatie van de IT-organisatie en met het samenwerkingsverband met de markt voor de vernieuwing van de IT-infrastructuur de capaciteit in lijn wordt gebracht met de behoeftes vanuit Defensie. Met de onbeperkte eindejaarsmarge schuift het budget voor de IT-projecten die niet in 2017 tot realisatie komen door naar volgende jaren.

De vertraagde projecten zijn modernisering HF-walinfrastructuur (communicatiemiddel tussen hoofdkwartier en schepen), het IT-gerelateerde deel van informatiegestuurd optreden van de KMar, de vervanging van cryptoapparatuur van de MIVD en de vernieuwing van de IT-infrastructuur. Daarnaast is er nog een aantal kleinere IT-projecten waarvan de realisatie achterblijft. Over de vertraging van deze projecten wordt nauw afgestemd met de operationele gebruiker om eventuele consequenties voor de operationele taakuitvoering te mitigeren.

37

Waarom komen de ontvangsten van de verkoop van dienstpersonenauto’s (€ 23 miljoen euro) pas in latere jaren binnen? Voor welke jaren geldt dit dan?

In 2016 en 2017 is een groot gedeelte van het wagenpark vervangen op basis van een business case. De verkoopopbrengsten in 2017 vallen lager uit door een lagere opbrengst per voertuig (marktwaarde) en doordat nog niet alle auto’s zijn verkocht. Een gedeelte van deze auto’s zal in 2018 worden verkocht en dat zal dan ook tot ontvangsten leiden.

Defensie bekijkt continu de optimale gebruiksduur van dienstpersonenauto’s. Op dit moment is het voordeliger auto’s langer aan te houden.

38

Kunt u de aard van de ontvangsten van DMO, die met € 20 miljoen neerwaarts zijn bijgesteld, nader toelichten? Hoe groot is de financiële tegenvaller in de komende jaren als gevolg van de herijking van de structurele ontvangstenraming van DMO en hoe zal deze binnen de begroting worden opgelost?

De realisatie van de ontvangsten bij DMO blijft al enkele jaren achter bij de raming. Het betreft diverse soorten ontvangsten die beperkt beïnvloedbaar zijn, zoals terugvordering van BTW en brandstofverstrekkingen aan derden. Bij de eerste suppletoire begroting wordt het ontvangstenbudget van de DMO herijkt en zo nodig bijgesteld.

39

Waarom realiseren de lopende projecten minder dan verwacht? Hoe wordt dit opgevangen? Welke gevolgen heeft dit?

Zie het antwoord op vraag 10.

40

Wanneer is het DBBS gereed? Wanneer levert de leverancier? Waarom is deze levering vertraagd? Welke extra kosten worden hierdoor gemaakt? Op wie worden deze kosten verhaald?

Zie het antwoord op vraag 30.

41

Wat houdt het servicepercentage in en is dat feitelijk gehandhaafd geweest in 2017? Waarom is er € 6,5 miljoen meer nodig om dit te kunnen blijven handhaven?

Met het servicepercentage wordt het gedeelte van de aanvragen voor kleding en uitrusting bedoeld dat op tijd, compleet en in de juiste aantallen wordt geleverd. Gedurende heel 2017 is dit percentage op 95 gehandhaafd. Door meer aanvragen voor kleding en uitrusting en door prijsstijgingen op de markt is € 6,5 miljoen meer nodig om dit te realiseren. Met dit bedrag wordt de voorraad verder aangevuld.

42

Klopt het dat in totaal een bedrag van € 107,3 miljoen is toegevoegd aan de defensieonderdelen in het kader van de uitvoering van het arbeidsvoorwaardenakkoord, € 7,1 miljoen meer dan de € 100,2 miljoen die vanuit artikel 12 (Nominaal en onvoorzien) wordt overgeheveld? Waardoor wordt het verschil veroorzaakt?

43

Kunt u toelichten in hoeverre de vanuit artikel 12 uitgekeerde € 100,2 miljoen voor de defensieonderdelen voldoende is om de kosten van het arbeidsvoorwaardenakkoord te dekken?

48

Kunt u toelichten in hoeverre de vanuit artikel 12 uitgekeerde € 100,2 miljoen voor de defensieonderdelen voldoende is om de kosten van het arbeidsvoorwaardenakkoord te dekken?

De defensieonderdelen zijn volledig gecompenseerd voor de extra uitgaven in 2017 als gevolg van het arbeidsvoorwaardenakkoord. In totaal is € 111,8 miljoen toegevoegd aan de personeelsbudgetten van de defensieonderdelen ter dekking van de kosten van het arbeidsvoorwaardenakkoord. Het verschil tussen de bedragen is het saldo van verschillende kleinere budgetmutaties op artikel 12.

De kosten van het arbeidsvoorwaardenakkoord vallen voor het jaar 2017 hoger uit dan het budget dat hiervoor in 2017 beschikbaar is. Oorzaak hiervan is dat een deel van dekking pas in 2018 binnenkomt: een opbrengst vanuit de belastingdienst op basis van de nacalculatie ereschulden. Voor de dekking van de kosten voor 2017 wordt daarom naast de loonbijstelling ook een deel van de vrijval bij formatie en de vrijval op artikel 10 Centraal Apparaat ingezet. Daarmee kunnen de volledige kosten van het arbeidsvoorwaardenakkoord voor 2017 worden gedekt. Omdat de onderrealisatie op artikel 10 in 2018 alsnog tot betaling zal komen (zie tevens antwoord op vraag 9), zullen deze middelen in 2018 weer terug moeten vloeien naar artikel 10. Dat kan omdat we in 2018 als dekking de ontvangst als gevolg van de nacalculatie ereschulden inzetten.

44

Klopt het dat bij de Voorjaarsnota 2017 aan artikel 12 van de Defensiebegroting € 74 miljoen loonbijstelling voor 2017 was toegevoegd; € 26 miljoen minder dan de € 100 miljoen die nu wordt uitgekeerd voor de uitvoering van het arbeidsvoorwaardenakkoord? In hoeverre heeft u een deel van de kosten van het akkoord binnen de eigen begroting moeten inpassen? Zo ja, op welk artikel van de begroting heeft u dit dan ingepast?

45.

Kunt u toelichten welk deel van de kosten van het onderhandelingsakkoord wordt gedekt door een rijksbijdrage en welk deel vanuit de defensiebegroting zelf moet worden opgebracht?

Bij Voorjaarsnota 2017 is € 73,7 miljoen loonbijstelling aan de begroting van Defensie toegevoegd. Dit is de kabinetsbijdrage voor de loonontwikkeling en de sociale lastenontwikkeling. In 2017 is € 111,8 miljoen nodig om de hogere loonkosten te dekken, die het gevolg zijn van het arbeidsvoorwaardenakkoord.

46

Kunt u toelichten waarom het volledige bedrag dat op artikel 12 beschikbaar is wordt aangewend voor het arbeidsvoorwaardenakkoord, hoewel een deel van het geld op dit artikel in de ontwerpbegroting was gereserveerd voor onder meer een risicovoorziening voor het toekomstige AOW-gat, de bijstelling van de VUT equivalent en een voorziening voor de flexibele schil? Kunt u precies aangeven of en in hoeverre deze bestemmingen op een andere wijze gefinancierd worden, of dat daarvoor later alsnog geld nodig zal zijn en op welk artikel van de begroting dit dan gebeurt?

47.

Hoeveel was er bij de begroting 2017 begroot voor een risicoreservering voor het toekomstige AOW-gat? Worden deze middelen nu aangewend voor het arbeidsvoorwaardenakkoord? Zo ja, waarom?

Zie het antwoord op vraag 9.

48.

Kunt u toelichten in hoeverre de vanuit artikel 12 uitgekeerde € 100,2 miljoen voor de defensieonderdelen voldoende is om de kosten van het arbeidsvoorwaardenakkoord te dekken?

Zie het antwoord op vraag 42.