Ontvangen 25 april 2018
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel I, onderdeel C, wordt in het voorgestelde artikel 149aa, eerste lid, «artikel 71» vervangen door «artikel 21».
B
In artikel I, onderdeel E, wordt in het voorgestelde artikel 150 na «In het eerste » ingevoegd «en tweede lid ».
C
Aan artikel I wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
F
In artikel 177, eerste lid, onder a, wordt na «134, vierde lid, » ingevoegd «149aa, eerste lid,».
Onderdeel A
In het voorgestelde artikel 149aa, eerste lid, is abusievelijk een verkeerde verwijzing opgenomen. In plaats van artikel 71 WVW 1994 moet artikel 21 WVW 1994 worden genoemd als grondslag voor de regels op grond waarvan voor een voorlopige of tijdelijke goedkeuring vereist is. Met deze wijziging wordt dit hersteld.
Onderdelen B en C
In het wetsvoorstel dat bij de Tweede Kamer is ingediend, is abusievelijk het onderdeel vervallen waarin het handelen zonder vergunning voor een experiment, bedoeld in artikel 149aa, eerste lid, of het handelen in strijd met de vergunningvoorschriften strafbaar is gesteld. De bepalingen stonden wel in het wetsvoorstel dat voor advies aan de Raad van State is aangeboden. De Raad van State heeft er geen opmerkingen over gemaakt.
Op grond van artikel 150, tweede lid, is het verboden om te handelen in strijd met de aan een vrijstelling of ontheffing te verbinden voorschriften. Door aan artikel 150, tweede lid, ook de vergunning toe te voegen wordt het ook verboden om te handelen in strijd met de aan de vergunning verbonden voorschriften.
In artikel 177, eerste lid, onder a, van de Wegenverkeerswet 1994 zijn bepalingen opgenomen waarvan overtreding gestraft wordt met een hechtenis van ten hoogste twee maanden of een geldboete van de tweede categorie (€ 4.100,–). Met de voorgestelde wijziging van artikel 177, eerste lid, onder a, wordt dit ook van toepassing op het experimenteren zonder vergunning als bedoeld in artikel 149aa, eerste lid.
Overtreding van de vergunningvoorschriften wordt strafbaar gesteld doordat de vergunning aan artikel 150, tweede lid, is toegevoegd en artikel 150, tweede lid, al in de lijst met artikelen van artikel 177, eerste lid, onder a, is opgenomen.
Naast deze strafbaarstelling heeft de politie uiteraard ook de reeds bestaande handhavingsmogelijkheden, bijvoorbeeld als zich gevaarlijke situaties voordoen (artikel 5 WVW 1994). Vanwege deze redenen wordt ervan uitgegaan dat de strafbaarstelling, bedoeld in artikel 177, eerste lid, WVW 1994 voldoende effectief zal zijn.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga