Gepubliceerd: 17 januari 2018
Indiener(s): Agnes Mulder (CDA)
Onderwerpen: verkeer water
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34836-4.html
ID: 34836-4

Nr. 4 VERSLAG

Vastgesteld 17 januari 2018

De vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer verslag uit te brengen van haar bevindingen. Het verslag behandelt alleen die onderdelen waarover door de genoemde fracties inbreng is geleverd.

Onder het voorbehoud dat de regering de vragen en opmerkingen in dit verslag afdoende zal beantwoorden, acht de commissie hiermee de openbare behandeling van het voorstel van wet voldoende voorbereid.

Inleiding

De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de Aanpassingswet Rijkswet nationaliteit zeeschepen (hierna: de Aanpassingswet) en hebben daarover nog de volgende vragen dan wel opmerkingen.

De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de Aanpassingswet. Zij hebben evenwel nog enkele vragen.

De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de Aanpassingswet en hebben daarover nog enkele vragen.

Voorgeschiedenis

De leden van de VVD-fractie stellen vast dat dit wetsvoorstel een lange voorgeschiedenis kent en dat de chronologie, daarbij ook de Rijkswet nationaliteit zeeschepen (Kamerstuk 33 134, hierna: de Rijkswet) in ogenschouw nemend, teruggaat tot 2002 en 2008. Deze leden spreken daarover hun verbazing uit en vragen om een korte toelichting. Wat zijn de redenen dat dit zo lang duurt en hoe kan dit in de toekomst worden voorkomen?

Vragen ten aanzien van de Rijkswet (33 134)

De leden van de VVD-fractie onderschrijven de drie doelen van de Rijkswet, zijnde de modernisering en vereenvoudiging van de regelgeving, het wegnemen van belemmeringen voor het bedrijfsleven en de introductie van een nieuw handhavingsinstrumentarium. Zij gaan ervan uit dat de Rijkswet nog steeds aan die doelen voldoet.

Deze leden lezen dat er gronden zijn om de nationaliteit van een zeeschip te ontnemen, zoals het plegen van een misdrijf. Deze leden vragen of dit van toepassing kan worden verklaard op het moment dat een schip van een non-gouvernementele organisatie dat vaart onder de Nederlandse vlag, zoals Greenpeace met haar Arctic Sunrise, zich schuldig maakt aan een misdrijf of zijn boekje in internationale wateren te buiten gaat. Is dat het geval? De leden van de VVD-fractie zien graag dat Nederlandse schepen en bemanningen zich gedragen en niet provoceren en willen een stok achter de deur om eventueel de nationaliteit te kunnen ontnemen, zodat ook diplomatieke rellen achterwege kunnen blijven.

Tevens lezen de leden van de VVD-fractie dat de regering de aantrekkelijkheid van het vlagregister wil vergroten. Deze leden vragen de regering hoe zij dat zal bewerkstelligen. Wat zijn de verwachtingen ten aanzien van het aantal in- of uitschrijvingen van het vlagregister? Is dit openbaar te vinden?

De leden van de VVD-fractie vinden, na het lezen van bladzijde 3 en 9 van de memorie van toelichting, het voorstel naar aanleiding van de opmerkingen van de Raad van State voldoende onderbouwd na de toelichting en verzoeken met kracht invulling te geven aan de Rijkswet en haar doelen en met name de ruimte die de Minister krijgt om doorhaling in het register toe te passen.

De leden van de VVD-fractie vragen wanneer de Kamer de nota naar aanleiding van het nader verslag inzake de Rijkswet, waarvoor in mei 2013 inbreng is geleverd, zal ontvangen.

Deze leden vragen ook wanneer de Aanpassingswet en de totale Rijkswet naar verwachting in werking zullen treden, inclusief de aanpassingen die overzee in wetten gemaakt moeten worden. Kan de regering dat aangeven?

De leden van de CDA-fractie hebben geconstateerd dat de Aanpassingswet als doel heeft de inwerkingtreding van de Rijkswet mogelijk te maken, maar dat de Raad van State overwegende bezwaren had bij de Rijkswet. Zij constateren ook dat die kritiek niet geleid heeft tot aanpassing van het wetsvoorstel. Met name de kritiek dat de motivering van het onderscheid tussen nationaliteitsverlening en teboekstelling onvoldoende is, is niet beantwoord. Graag zien ook deze leden een nadere motivering.

De leden van de CDA-fractie lezen ook dat de kritiek van de Raad van State dat de bevoegdheid van de Minister tot doorhaling van de inschrijving in het vlagregister onvoldoende is gemotiveerd. Graag zien zij een nadere motivering.

De leden van de CDA-fractie zijn benieuwd of en hoe incidenten, zoals rond de Sea Shepherd Conservation Society, onder de nieuwe wetgeving zich wederom voor zouden kunnen doen.

De leden van de CDA-fractie vragen of werkgevers en sociale partners ook kunnen instemmen met de beoogde wijzigingen.

Overig

De leden van de VVD-fractie vragen, aangezien er geen internetconsultatie heeft plaatsgevonden, in hoeverre de Koninklijke Vereniging van Nederlandse Reders zich kan vinden in het wetsvoorstel.

De leden van de D66-fractie lezen dat artikel 7:695 Burgerlijk Wetboek zal worden aangepast om te verduidelijken dat na een vlagwisseling een aangegaan contract dat valt onder Nederlands recht conform afdeling 12 van toepassing blijft. Kan de regering toelichten waarom een aanpassing van artikel 7:695 Burgerlijk Wetboek niet gelijktijdig wordt geïmplementeerd? Kan de regering tevens toelichten of onder het huidige wetsvoorstel de sociale zekerheid conform Nederlands recht gewaarborgd blijft bij de uitvlagging van een schip naar een vlag anders dan die van het Koninkrijk?

De voorzitter van de commissie, Agnes Mulder

De adjunct-griffier van de commissie, Israel