Ontvangen 6 maart 2018
Inhoudsopgave
1. |
Inleiding |
1 |
---|---|---|
2. |
Toets aan het Beleidskader gemeentelijke herindeling |
2 |
2.1. |
Draagvlak |
2 |
2.2. |
Interne samenhang |
3 |
3. |
Financiële aspecten |
3 |
Met belangstelling heb ik kennisgenomen van de opmerkingen van de leden van de fracties van de VVD en de ChristenUnie en de vragen en opmerkingen van de leden van de fracties van het CDA, D66, GroenLinks en de SP in het verslag. Bij de beantwoording van de vragen heb ik zoveel mogelijk de volgorde van het verslag aangehouden. In een enkel geval heb ik vragen samengenomen omdat zij hetzelfde onderwerp raken.
De leden van de CDA-fractie vragen waarom het herindelingsadvies en de bijbehorende reactienota niet als bijlagen bij de memorie van toelichting zijn opgenomen. Anders dan in voorgaande jaren heeft de regering ervoor gekozen het herindelingsadvies aan de Minister van BZK, dat strikt genomen geen deel uitmaakt van het wetsvoorstel, op digitale wijze beschikbaar te stellen. Bij deze keuze speelt een rol dat herindelingsadviezen de afgelopen jaren omvangrijker zijn geworden en veelal van een groot aantal bijlagen worden voorzien, met een totale omvang van soms honderden pagina’s. Het meezenden van deze documenten in fysieke vorm leidt op verschillende momenten in het wetgevingsproces tot een papierproductie die niet past in het streven van de rijksoverheid om papierverspilling tegen te gaan. Om ervoor te zorgen dat de Kamers en anderen van de herindelingsadviezen en de achterliggende stukken kennis kunnen nemen, is ervoor gekozen deze documenten, in aanvulling op de beschikbaarstelling via gemeenten en provincies, op www.rijksoverheid.nl te publiceren.
De leden van de GroenLinks-fractie vragen hoe de inwoners, maatschappelijke organisaties en de lokale politiek van de betreffende gemeenten betrokken zijn geweest bij de totstandkoming van het herindelingsvoorstel. De wijze waarop inwoners en organisaties betrokken zijn geweest, is beschreven in het logboek van de gemeenten Nuth, Onderbanken en Schinnen, dat als hoofdstuk 9 in het herindelingsadvies is opgenomen. Dat logboek bevat een beschrijving van de activiteiten die de drie gemeenten hebben ondernomen om bij burgers en maatschappelijke organisaties het maatschappelijk draagvlak te peilen en te stimuleren. De gemeenten hebben onder meer de bewoners en maatschappelijke organisaties betrokken bij het opstellen van de visie op de nieuwe gemeente. Ook bij de naamgeving hebben inwoners een belangrijke stem gehad.
De leden van de fracties van het CDA en D66 vragen, verwijzend naar het aantal zienswijzen uit de kernen Hulsberg en Schimmert, of het maatschappelijk draagvlak in die kernen is verbeterd door de inspanningen van de gemeente Nuth om het draagvlak daar te vergroten. De gemeenten Nuth, Onderbanken en Schinnen hebben gezamenlijk tussen 15 september en 16 november 2017 in alle kernen van de te vormen gemeente Beekdaelen dorpsbijeenkomsten gehouden om inwoners mee te laten denken over de nieuwe gemeente. Uit de verslagen van deze bijeenkomsten blijkt dat in de kernen Hulsberg en Schimmert constructief en positief is meegedacht door de inwoners.1 Bovendien kenschetsen de gemeenten de opkomst in deze kernen als hoog. Daaruit valt af te leiden dat het draagvlak voor de herindeling in de kernen Hulsberg en Schimmert is toegenomen ten opzichte van de periode waarin het herindelingsontwerp ter inzage lag.
Verder vragen de leden van de D66-fractie of er opties zijn verkend om de kernen Hulsberg en Schimmert bij een andere gemeente te voegen. In de raad van de gemeente Nuth bestaat een voorkeur om de gemeente ongedeeld op te laten gaan in een nieuwe gemeente. De gemeente Valkenburg aan de Geul heeft evenwel een alternatief voorgesteld, namelijk om de kernen Hulsberg en Schimmert op te nemen in een te vormen grote «Heuvellandgemeente»2. Voor een dergelijke grote gemeente bestaat volgens de provincie Limburg in de regio echter geen draagvlak. Een grenscorrectie, zoals de gemeente Valkenburg aan de Geul als alternatief suggereerde, is niet mogelijk. Het inwonertal van de beide kernen (gezamenlijk ongeveer 7.500 inwoners) is substantieel groter dan 10% van het inwonertal van Nuth (ongeveer 15.000) en van Valkenburg aan de Geul (ongeveer 16.500), waardoor er op grond van de Wet algemene regels herindeling geen sprake kan zijn van een grenscorrectie (artikel 1, eerste lid, onder d). Naast het ontbrekende draagvlak is van belang dat het perspectief voor de nieuwe gemeente Beekdaelen in termen van bestuurskracht, duurzaamheid en evenwichtige regionale verhoudingen negatief zou worden beïnvloed als de kernen Hulsberg en Schimmert geen onderdeel van de nieuwe gemeente zouden uitmaken.
De leden van de SP-fractie vragen of een meerderheid van de inwoners voor de herindeling is en, indien er geen burgerraadpleging heeft plaatsgevonden, waarom daarvoor niet is gekozen. Zoals hierboven reeds is aangegeven, blijkt uit recente inwonersbijeenkomsten dat het draagvlak voor deze herindeling in Hulsberg en Schimmert sterk is toegenomen. Uit deze ontwikkeling in combinatie met het zeer geringe aantal zienswijzen uit Onderbanken, Schinnen en de andere kernen van Nuth, valt af te leiden dat een meerderheid van de inwoners positief staat tegenover de herindeling. Er heeft geen burgerraadpleging plaatsgevonden in de vorm van een referendum. De raden van Nuth, Onderbanken en Schinnen hebben ervoor gekozen het maatschappelijk draagvlak voor de herindeling op andere wijzen te peilen en te bevorderen, zoals uiteengezet is in het logboek van de gemeenten. De inwoners zijn onder meer geraadpleegd tijdens verschillende bijeenkomsten in de drie gemeenten. Deze wijze van raadplegen past binnen de ruimte die aan de gemeenteraden wordt gelaten om af te wegen op welke wijze de inwoners het beste geraadpleegd kunnen worden over de wenselijkheid van een gemeentelijke herindeling.
De leden van de fractie van GroenLinks vragen hoe de toegankelijkheid en bereikbaarheid van belangrijke voorzieningen gewaarborgd blijft. Zoals de regering in de memorie van toelichting reeds heeft aangegeven, is de opgave van het behouden van (maatschappelijke) voorzieningen voor de gemeenten Nuth, Onderbanken en Schinnen een van de belangrijkste redenen geweest om het voorstel tot herindeling te doen. De drie gemeenten hebben gezamenlijk geconstateerd dat het door dalende bevolkingsaantallen voor hen individueel steeds moeilijker wordt om in de kernen het voorzieningenniveau op peil te houden. Door de krachten te bundelen ontstaan kansen op schaalvoordelen en zijn er meer mogelijkheden om voorzieningen te bundelen, zodat de voorzieningen (financieel) levensvatbaar en bereikbaar blijven en de kernen vitaal en leefbaar blijven.
De leden van de SP-fractie vragen waarop de verwachting is gebaseerd dat de structurele verlaging van de algemene uitkering wordt opgevangen door de te verwachten vermindering van de bestuurskosten en andere efficiencyvoordelen van de nieuwe organisatie. De verlaging van de algemene uitkering houdt vooral verband met het wegvallen van het vaste bedrag dat iedere gemeente ontvangt. In de huidige situatie ontvangt elk van de drie gemeenten dit bedrag; na de herindeling is dat alleen de nieuwe gemeente. De verwachting dat tegenover deze verlaging een structurele financiële besparing staat, is onder meer gebaseerd op het gegeven dat de nieuwe gemeente minder bestuurders zal tellen (van drie naar één burgemeester, gemeentesecretaris en griffier; minder wethouders). De mogelijke efficiencyvoordelen van de nieuwe organisatie houden verband met het samenvoegen van de verschillende organisaties en het kunnen voorzien in meer specialistische functies. In welke mate dergelijke efficiencyvoordelen worden behaald, hangt vanzelfsprekend af van de sturing daarop door de nieuwe gemeente.
Op grond van de maatstaf herindeling krijgen de gemeenten voor de kosten om de herindeling te realiseren (frictiekosten) een uitkering uit het gemeentefonds, die over een periode van vijf jaar wordt uitgekeerd. Het vorige kabinet heeft deze maatstaf verruimd. In dit geval gaat het om een uitkering van ongeveer € 10,5 miljoen. Het ligt niet in de lijn der verwachting dat er incidentele of structurele financiële tekorten ontstaan als gevolg van de herindeling.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren