Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de gemeenten Groningen, Haren en Ten Boer samen te voegen tot de nieuwe gemeente Groningen;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Voor de nieuwe gemeente Groningen wordt de op te heffen gemeente Groningen aangewezen voor de toepassing van artikel 36 van de Wet algemene regels herindeling, in verband met de toepassing van de instructies en reglementen, bedoeld in dat artikel.
Voor de op te heffen gemeenten Groningen, Haren en Ten Boer wordt de nieuwe gemeente Groningen aangewezen voor de toepassing van de volgende bepalingen van de Wet algemene regels herindeling:
a. artikel 39, tweede lid, in verband met de heffing en invordering van gemeentelijke belastingen;
b. artikel 41, derde lid, in verband met de deelneming aan gemeenschappelijke regelingen;
c. artikel 45, tweede lid, in verband met de overgang van rechten en verplichtingen in verband met de voorziening van drinkwater, elektriciteit en gas.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
Kaart, genoemd in artikel 2