Ontvangen 10 oktober 2017
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
1
In het opschrift wordt «en regels voor fusie en splitsing» vervangen door: , regels voor fusie en splitsing en waardeoverdracht van nettopensioen.
2
In de considerans wordt «en dat pensioenfondsen» vervangen door «, dat pensioenfondsen» en wordt na «fusie of splitsing» toegevoegd: en dat de regels voor waardeoverdracht van nettopensioen worden aangepast.
3
In artikel I worden voor onderdeel A drie onderdelen ingevoegd, luidende:
0A
In artikel 63b, derde lid, wordt «80, 81» vervangen door: 80, 80a, 81.
1A
Na artikel 80 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 80a. Verplichting tot waardeoverdracht nettopensioen voor pensioenfondsen
1. Een pensioenfonds is verplicht op verzoek van de deelnemer, gewezen deelnemer of andere aanspraakgerechtigde de waarde van zijn pensioenaanspraken welke voortvloeien uit een premieovereenkomst voor nettopensioen per de datum van beëindiging van de deelneming op grond van de omstandigheden, bedoeld in artikel 120, tweede lid, onderdeel b, rechtstreeks over te dragen aan een pensioenuitvoerder die door de deelnemer, gewezen deelnemer of andere aanspraakgerechtigde is aangewezen, indien:
a. de overdrachtswaarde zodanig door het pensioenfonds wordt vastgesteld dat de voor mannen en vrouwen te verwerven pensioenrechten gelijk zijn waarbij aan het vereiste van collectieve actuariële gelijkwaardigheid op basis van dezelfde grondslagen wordt voldaan;
b. de ontvangende pensioenuitvoerder een regeling voor nettopensioen uitvoert; en
c. indien de ontvangende pensioenuitvoerder een pensioenfonds is, de deelnemer, gewezen deelnemer of andere aanspraakgerechtigde reeds nettopensioenaanspraken heeft jegens dat pensioenfonds.
Indien het verzoek van de deelnemer of gewezen deelnemer tot waardeoverdracht partnerpensioen betreft, is voor de waardeoverdracht van dit partnerpensioen tevens vereist dat de partner die begunstigde is voor het partnerpensioen met de waardeoverdracht instemt.
2. Elk beding strijdig met dit artikel is nietig.
3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld over het vaststellen van de overdrachtswaarde.
2A
In artikel 81b, eerste lid, wordt «80, 81» vervangen door: 80, 80a, 81.
4
Na artikel I, onderdeel A, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
Aa
In artikel 120, tweede lid, onderdeel b, wordt «bij beëindiging van de deelneming door deze omstandigheden» vervangen door: bij beëindiging van de deelneming door deze omstandigheden, tenzij het nettopensioen betreft en het kapitaal bij beëindiging van de deelneming door deze omstandigheden wordt overgedragen aan een andere pensioenuitvoerder.
5
Na artikel II, onderdeel A, worden drie onderdelen ingevoegd, luidende:
Aa
In artikel 75b, derde lid, wordt «88, 89» vervangen door: 88, 88a, 89.
Ab
Na artikel 88 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 88a. Verplichting tot waardeoverdracht nettopensioen voor beroepspensioenfondsen
1. Een beroepspensioenfonds is verplicht op verzoek van de deelnemer, gewezen deelnemer of andere aanspraakgerechtigde de waarde van zijn pensioenaanspraken welke voortvloeien uit een premieregeling voor nettopensioen per de datum van beëindiging van de deelneming op grond van de omstandigheden, bedoeld in artikel 118, onderdeel b, rechtstreeks over te dragen aan een pensioenuitvoerder die door de deelnemer, gewezen deelnemer of andere aanspraakgerechtigde is aangewezen, indien:
a. de overdrachtswaarde zodanig door het beroepspensioenfonds wordt vastgesteld dat de voor mannen en vrouwen te verwerven pensioenrechten gelijk zijn waarbij aan het vereiste van collectieve actuariële gelijkwaardigheid op basis van dezelfde grondslagen wordt voldaan;
b. de ontvangende pensioenuitvoerder een regeling voor nettopensioen uitvoert; en
c. indien de ontvangende pensioenuitvoerder een beroepspensioenfonds is, de deelnemer, gewezen deelnemer of andere aanspraakgerechtigde reeds nettopensioenaanspraken heeft jegens dat beroepspensioenfonds.
Indien het verzoek van de deelnemer of gewezen deelnemer tot waardeoverdracht partnerpensioen betreft, is voor de waardeoverdracht van dit partnerpensioen tevens vereist dat de partner die begunstigde is voor het partnerpensioen met de waardeoverdracht instemt.
2. Elk beding strijdig met dit artikel is nietig.
3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld over het vaststellen van de overdrachtswaarde.
Ac
In artikel 89b, eerste lid, wordt «88, 89» vervangen door: 88, 88a, 89.
6
Na artikel II, onderdeel B, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
Ba
In artikel 118, onderdeel b, wordt «bij beëindiging van de deelneming door deze omstandigheden» vervangen door: bij beëindiging van de deelneming door deze omstandigheden, tenzij het nettopensioen betreft en het kapitaal bij beëindiging van de deelneming door deze omstandigheden wordt overgedragen aan een andere pensioenuitvoerder.
Het kabinet heeft naar aanleiding van vragen van enkele leden van de Tweede Kamer toegezegd twee maatregelen te treffen om deelnemers aan een nettopensioenregeling tegemoet te komen1. Beide maatregelen tezamen vormen een adequate oplossing voor de problematiek rondom het nettopensioen en doen ook recht aan de deelnemers in de basispensioenregeling. Het gaat daarbij om het introduceren van de wettelijke keuzemogelijkheid voor een andere aanbieder in de uitkeringsfase en de aanpassing van de inkooptarieven voor het nettopensioen bij pensioenfondsen. De eerste maatregel wordt geregeld in de onderhavige nota van wijziging.
Een premieovereenkomst of premieregeling voor nettopensioen die wordt uitgevoerd door een pensioenfonds is een vrijwillige pensioenregeling waarop de taakafbakeningafspraken die onder meer zijn neergelegd in artikel 120 van de Pensioenwet en artikel 118 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling (Wvb) van toepassing zijn. Op grond van artikel 120, tweede lid, onderdeel b, van de Pensioenwet en artikel 118, onderdeel b, van de Wvb wordt bij een nettopensioen het kapitaal omgezet in een (aanspraak op) uitkering in de basispensioenregeling bij einde van de deelneming, overlijden of pensionering indien de basispensioenregeling een uitkeringsovereenkomst of uitkeringsregeling betreft. Omdat inkoop in de basispensioenregeling dan is voorgeschreven2 kan de deelnemer geen uitkering bij een andere uitvoerder kopen en kan hij ook niet het kapitaal aanwenden voor een variabele uitkering. Om dit wel mogelijk te maken wordt de regeling in artikel 120 van de Pensioenwet en artikel 118 van de Wvb aangepast en wordt voor nettopensioen uitgevoerd door een pensioenfonds een verplichting mee te werken aan waardeoverdracht voorgesteld. Deze verplichting wordt expliciet beperkt tot nettopensioenregelingen, omdat bij deze regelingen sprake is van vrijwillige deelname en fiscale hygiëne een belangrijk uitgangspunt is. Fiscale hygiëne wil zeggen dat de middelen voor het nettopensioen, van waaruit onbelaste uitkeringen worden gedaan, voldoende gescheiden moeten zijn van de middelen voor de basispensioenregeling, waarover nog belasting moet worden geheven. Het doel hiervan is te voorkomen dat deelnemers aan de basispensioenregeling eventuele tekorten in de nettoregeling voor hun rekening moeten nemen. Door het individuele, vrijwillige karakter van nettopensioen, waarvoor een gescheiden administratie moet worden gevoerd en afzonderlijke berekeningsgrondslagen moeten worden toegepast, kan het recht op waardeoverdracht naar een andere pensioenuitvoerder niet leiden tot de aantasting van collectiviteit en solidariteit binnen het pensioenfonds waar het nettopensioen is opgebouwd.
In artikel 80a van de Pensioenwet en artikel 88a van de Wvb wordt geregeld dat een pensioenfonds verplicht is mee te werken aan waardeoverdracht van nettopensioen op de momenten dat op grond van de taakafbakeningafspraken zoals hiervoor beschreven er anders inkoop in de basispensioenregeling moet plaatsvinden: dus bij einde deelneming, overlijden of pensionering. De waardeoverdracht gebeurt op verzoek van de deelnemer, gewezen deelnemer of andere aanspraakgerechtigde naar een pensioenuitvoerder van zijn keus. Indien de betrokkene op deze momenten niet shopt vindt inkoop in de basispensioenregeling plaats onder de voorwaarden die zijn opgenomen in artikel 41 van het Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling.
In artikel 120, tweede lid, onderdeel b, van de Pensioenwet en artikel 118, onderdeel b, van de Wvb wordt voorgesteld te regelen dat de verplichte inkoop in de basispensioenregeling niet plaatsvindt indien het kapitaal wordt overgedragen aan een andere pensioenuitvoerder.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J. Klijnsma