Vastgesteld 29 januari 2018
De vaste commissie voor Financiën heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Staatssecretaris van Financiën over de brief van 31 mei 2017 over de toezegging inzake publicatieplicht algemeen nut beogende instellingen (Kamerstuk 34 552, nr. 82).
De Staatssecretaris heeft deze vragen beantwoord bij brief van 26 januari 2018. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.
De voorzitter van de commissie, A. Mulder
De waarnemend griffier van de commissie, Tielens-Tripels
1.
Hoeveel instellingen zijn er in totaal met een status als algemeen nut beogende instelling (ANBI-status)? Hoeveel hiervan zijn gecontroleerd?
Per 1 januari 2018 waren er ruim 45.000 instellingen met een ANBI-status. De Belastingdienst houdt risicogericht toezicht op de naleving van de ANBI-regelgeving. In de evaluatie van de regeling voor ANBI’s en SBBI’s die in januari 2017 aan de Tweede Kamer is gestuurd (bijlage bij Kamerstuk 34 552, nr. 77), is een meer uitgebreide beschrijving opgenomen hoe het toezicht op ANBI’s plaatsvindt. Het aantal uitgevoerde onderzoeken bij ANBI’s bedraagt vanaf 2008 tot en met 2017 circa 6.000.
2.
Hoeveel kerkelijke ANBI's zijn er? Hoeveel van deze kerkelijke ANBI's hebben aan de publicatieplicht voldaan?
Er zijn thans circa 9.600 kerkelijke instellingen die de status van een ANBI hebben. Eind 2017 zijn er 2.135 kerkinstellingen op de publicatieplicht gecontroleerd. Daarbij zijn 970 omissies geconstateerd. Circa de helft van deze gevallen betrof ANBI’s die niet beschikten over een website. Van die 970 omissies zijn er 884 hersteld en heeft één omissie tot een intrekking geleid. Met 85 instellingen is nog overleg gaande over het herstel.
3.
Hoeveel van de 9.600 kerkelijke instellingen zijn islamitisch?
In de bestanden bij de Belastingdienst over ANBI’s wordt binnen de categorie «religie, levensbeschouwing en spiritualiteit» (ook wel aangeduid als kerkelijke instellingen) geen onderscheid naar islamitische en andere instellingen gemaakt. Er zijn binnen de regelgeving voor ANBi’s en SBBI’s ook geen specifieke wettelijke bepalingen inzake islamitische instellingen.
4.
Hoeveel moskeeën in Nederland hebben een ANBI-status?
Zie het antwoord op vraag 3.
5.
Hoeveel van de 1.532 gecontroleerde ANBI- instellingen zijn islamitisch?
Zie het antwoord op vraag 3.
6.
Op hoeveel moskeeën heeft een controle plaatsgevonden?
Zie het antwoord op vraag 3.
7.
Bij hoeveel islamitische instellingen zijn er omissies vastgesteld?
Zie het antwoord op vraag 3.
8.
Zijn kerkelijke instellingen met een ANBI-status relatief vaker of minder vaak gecontroleerd dan andere instellingen met ANBI-status?
Bij kerkelijke instellingen is in de afgelopen twee jaar specifiek gecontroleerd op naleving van de publicatieplicht vanwege de introductie hiervan per 1-1-2016. Voor de overige aspecten is het controlebeleid van de Belastingdienst niet anders dan bij andere instellingen met een ANBI-status.
9.
Waarom worden slechts 1.532 van de circa 9.600 kerkelijke instellingen gecontroleerd op hun publicatieplicht?
De Belastingdienst houdt risicogericht toezicht op de naleving van de ANBI-regelgeving en verricht geen 100%-controles. De introductie van de publicatieplicht voor kerkelijke instellingen in 2016 heeft aanleiding gegeven voor specifieke activiteiten op dit gebied. Inmiddels zijn ruim 2.100 kerkelijke instellingen gecontroleerd op de publicatieplicht.
10.
Wanneer worden de resterende ruim 8.000 kerkelijke instellingen met een ANBI-status gecontroleerd?
Of en wanneer deze instellingen worden gecontroleerd, wordt bepaald binnen de uitgangspunten van het controlebeleid.
11.
Wat waren de 632 omissies bij de 1.532 kerkelijke instellingen met een ANBI-status die door de Belastingdienst zijn gecontroleerd?
Het betrof hier omissies met betrekking tot publicatie van relevante gegevens van de ANBI, dat wil zeggen het niet of niet volledig publiceren van gegevens.
12.
Wat is de aard van de verzuimen die geconstateerd zijn bij kerkelijke ANBI's?
Zie het antwoord op vraag 11.
13.
Hoe kan het hoge aantal (632) omissies die gevonden zijn bij kerkelijke instellingen met een ANBI-status worden verklaard?
In algemene zin kan worden opgemerkt dat in geval van controles bij ANBI’s in de afgelopen jaren relatief veel formele gebreken zijn geconstateerd, waarbij ook niet-naleving van de publicatieplicht aan de orde was. Een mogelijke verklaring zou kunnen zijn dat de publicatieplicht voor kerkelijke instellingen een inhoudelijk nieuwe verplichting is die pas sinds 1-1-2016 geldt.
14.
Zijn alle omissies hersteld? Is er geen enkele instelling die alsnog niet aan de publicatieverplichting heeft voldaan?
Zie het antwoord op vraag 2.
15.
Binnen welke periode moeten de omissies zijn hersteld en wat gebeurt er als deze omissies niet worden hersteld?
Over het algemeen geldt hierbij een redelijke termijn van enkele weken voor de mogelijkheid van herstel. Indien omissies na herhaalde herinnering niet worden hersteld, volgt de intrekking van de status van ANBI. Dat is in één geval gebeurd.
16.
Wanneer en onder welke voorwaarden kan een ANBI-status worden ingetrokken?
Intrekking van de ANBI-status kan plaatsvinden indien wordt geconstateerd dat de instelling niet (meer) aan de voorwaarden voor de ANBI-status voldoet. Dit betreft zowel het niet voldoen aan inhoudelijke voorwaarden (zoals algemeen nut beogen) als het niet voldoen aan formele voorwaarden (zoals correcte statuten of publicatieplicht).
17.
Van hoeveel ANBI’s (totale groep) is in de afgelopen jaren de ANBI-status ingetrokken? Wat waren daarvoor de aanleidingen of redenen? Hoe staat dit in verhouding tot de kerkelijke instellingen met een ANBI-status? Waarom is van geen enkele kerkelijke instelling met een ANBI-status deze status ingetrokken in de afgelopen jaren, terwijl dat bij andere instellingen wel is gebeurd?
Bij de beantwoording van deze vraag ben ik uitgegaan van de verstreken periode 2008 tot en met eind 2017 omdat vanaf 2008 het huidige beschikkingenstelsel voor ANBI’s in werking is getreden. In de evaluatie van de regeling voor ANBI’s en SBBI’s zijn in onderdeel 5.1. gegevens opgenomen van het aantal intrekkingen in de periode 2008 tot en met 2016. Dit betreft circa 14.000 intrekkingen. In 2017 is van 1.101 instellingen de ANBI-status ingetrokken. Er vindt geen registratie plaats van de specifieke reden voor intrekking. Ook voor kerkelijke instellingen is in de afgelopen jaren de ANBI-status in een aantal gevallen ingetrokken, mede naar aanleiding van controle op publicatieplicht. Zie hiervoor mede het antwoord op vraag 2.
18.
Op 1 januari 2014 ging de publicatieplicht in voor niet-kerkelijke ANBI's. Hoeveel ANBI-statussen van niet-kerkelijke ANBI's waren op 1 januari 2015 ingetrokken?
Per 1-1-2015 waren er sinds 2008 circa 9.000 ANBI-statussen ingetrokken van niet-kerkelijke ANBI’s. De redenen van deze intrekking zijn verschillend, dus niet uitsluitend publicatieplicht omdat deze eerst per 2014 is geïntroduceerd. Het kan ook gaan om intrekking op verzoek van een instelling zelf of als de instelling ophoudt te bestaan.
19.
Op 1 januari 2016 ging de publicatieplicht in voor kerkelijke ANBI's. Hoeveel ANBI-statussen van kerkelijke ANBI's waren op 1 januari 2017 ingetrokken?
Per 1-1-2017 waren er vanaf 2008 ruim 1.400 ANBI-statussen ingetrokken van kerkelijke instellingen. In 2017 zijn er circa 200 ANBI-statussen ingetrokken van kerkelijke instellingen. De redenen van deze intrekking zijn verschillend dus niet uitsluitend publicatieplicht.
20.
Bij hoeveel ANBI-instellingen is er mogelijk sprake van het intrekken van een ANBI-status als zij zich in het vervolg niet aan de afspraken houden? Om hoeveel islamitische instellingen gaat het hier?
In de bestanden bij de Belastingdienst is geen informatie aanwezig over het aantal intrekkingen van een ANBI-status als instellingen zich in het vervolg niet aan de afspraken houden, dus ook niet ter zake van het aantal islamitische instellingen.
21.
Kunt u aangeven van hoeveel islamitische instellingen de ANBI-status is ingetrokken? Wat waren de redenen hiervoor?
Zie het antwoord op vraag 20.
22.
Is ook gecontroleerd welke instellingen geweldpredikers hebben uitgenodigd? Zo ja, hoeveel instellingen zijn er wat dit betreft gecontroleerd en bij hoeveel instellingen was er sprake van het uitnodigen van geweldpredikers? Zo nee, waarom niet?
Dit aspect behoort niet tot de controlewerkzaamheden bij de Belastingdienst omdat dit geen onderdeel is van de wettelijke verplichtingen ten aanzien van ANBI’s.
23.
Waarop worden ANBI’s naast de publicatieplicht nog meer gecontroleerd door de Belastingdienst?
Voor een meer uitgebreide beschrijving wordt verwezen naar onderdeel 5.2.2. van de evaluatie van de ANBI-regeling. Het risicogericht toezicht wordt binnen de Belastingdienst door het segment Particulieren uitgevoerd in structurele samenwerking met de segmenten Grote Ondernemingen en Midden- en Kleinbedrijf.
24.
In hoeverre wordt er ook gecontroleerd op ontvangsten die ANBI’s krijgen, bijvoorbeeld van buitenlandse mogendheden of andere financiering vanuit het buitenland? In hoeverre wordt er ook gecontroleerd op de uitgaven van die ANBI’s?
Controle op de ontvangsten die ANBI’s krijgen behoort niet tot de controlewerkzaamheden bij de Belastingdienst omdat dit geen onderdeel is van de wettelijke verplichtingen ten aanzien van ANBI’s. In een ANBI-controle worden de uitgaven van de instelling getoetst op de besteding ten behoeve van het algemeen nut.
25.
Is er enig inzicht in de buitenlandse financiering van kerkelijke ANBI's? Kunt u die delen met de kamer?
Over dat inzicht beschikt de Belastingdienst niet. Het is geen onderdeel van de voorwaarden voor de ANBI-status en is daarom geen onderwerp van de controle door de Belastingdienst op ANBI’s.
26.
Hoeveel financiering uit niet-vrije landen van kerkelijke ANBI's heeft de Belastingdienst geconstateerd? Kunt u details geven over welke landen het gaat en welke bedragen?
Zie het antwoord op de vragen 24 en 25.
27.
In hoeverre wordt er bij ANBI’s ook gekeken naar de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft), bijvoorbeeld door andere organisaties dan de Belastingdienst?
De Belastingdienst maakt bij het toezicht op naleving van de fiscale wetgeving in voorkomende gevallen gebruik van signalen die binnenkomen van andere instanties en van belastingplichtigen. Dat is bij het toezicht op de ANBI’s ook het geval. In de bestanden bij de Belastingdienst over ANBI’s is geen informatie aanwezig hoe vaak dat gebeurt, ook niet in welke mate andere organisaties hiernaar kijken.
28.
Hoe groot is de belastingderving als gevolg van de giftenaftrek van ANBI's? Kunt u dit per type organisatie uitsplitsen, waarbij islamitische instellingen als aparte categorie worden genoemd?
Ik verwijs hiervoor naar de evaluaties van de regeling inzake giftenaftrek, zoals aan de Tweede Kamer gezonden in januari 20171. Een uitsplitsing met islamitische instellingen als aparte categorie is niet beschikbaar.