Ontvangen 21 november 2017
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel I worden vóór onderdeel A twee onderdelen ingevoegd, luidende:
0A
In artikel 2.10, tweede lid, wordt «als bedoeld in artikel 3.120 in aftrek zijn gebracht» vervangen door: als bedoeld in artikel 3.120 in aftrek zijn gebracht en geen aftrek op de voet van artikel 3.123a is genoten.
00A
In artikel 2.10a, tweede lid, wordt «als bedoeld in artikel 3.120 in aftrek zijn gebracht» vervangen door: als bedoeld in artikel 3.120 in aftrek zijn gebracht en geen aftrek op de voet van artikel 3.123a is genoten.
II
In artikel I wordt na onderdeel B een onderdeel ingevoegd, luidende:
Ba
Het in artikel 8.11, tweede lid, onderdeel b, als tweede vermelde bedrag wordt vervangen door: € 3.248.
III
In artikel III wordt na onderdeel A een onderdeel ingevoegd, luidende:
Aa
Het in artikel 22a, tweede lid, onderdeel b, als tweede vermelde bedrag wordt vervangen door: € 3.248.
Met dit amendement1 wordt de tariefmaatregel voor de aftrekbare kosten eigen woning bij belastingplichtigen die recht hebben op de aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld (regeling Hillen) niet toegepast. Voorts wordt het maximale bedrag van de arbeidskorting in de loon- en inkomstenbelasting met € 1 verlaagd, waardoor deze in 2018 € 3.248 zal bedragen.
Het budgettaire effect van de uitzondering van de Hillen-gevallen van de tariefmaatregel eigen woning bedraagt € 1 miljoen in 2018 en loopt op naar structureel € 5 miljoen vanaf 2042. Deze kosten worden gedekt door verlaging van de arbeidskorting, wat leidt tot een structurele opbrengst van € 6 miljoen per jaar.
Van Rooijen