Ontvangen 16 november 2017
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel IA, onderdeel B, wordt «doch niet verder dan tot nihil, met 15% van het verzamelinkomen» vervangen door: doch niet verder dan tot € 150, met 4,5% van het verzamelinkomen.
II
In artikel IIIA wordt «doch niet verder dan tot nihil, met 15% van het tijdvakloon op jaarbasis» vervangen door: doch niet verder dan tot € 150, met 4,9% van het tijdvakloon op jaarbasis.
III
Na artikel IVA wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Het wetsvoorstel voorziet in een geleidelijke inkomensafhankelijke afbouw van de ouderenkorting per 2019. Door dit amendement vindt die afbouw niet plaats tot nihil maar tot € 150 (bedrag 2019). Ook wordt door dit amendement het percentage van de geleidelijke inkomensafhankelijke afbouw verlaagd van 15% naar 4,5% van het verzamelinkomen voor zover dit hoger is dan € 36.346 (bedrag 2018). Tot slot wordt het tarief van de tweede schijf van de vennootschapsbelasting door dit amendement met ingang van 1 januari 2019 verhoogd van 25% naar 26%.
Dit amendement leidt tot een budgettaire opbrengst van € 332 miljoen per jaar.
Van Rooijen