De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat er contextgebonden verschillen zijn in de flexibele inzetbaarheid van noodhulporganisaties;
van mening dat hierop blijvend dient te worden gestuurd door te letten op effectiviteit ter plaatse, vertrouwen van lokale partijen, bewezen capaciteit voor schaalbare hulp en bewezen toegang tot de meest kwetsbaren, waaronder vrouwen en meisjes;
constaterende dat het kabinet de komende maanden bekijkt hoe de flexibiliteit in de besteding van noodhulp kan worden vormgegeven;
verzoekt de regering, deze criteria te behouden als leidraad bij het financieringskader voor noodhulp,
en gaat over tot de orde van de dag.
Hijink
Van den Hul
Ouwehand