De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat dit jaar wederom een enorm bedrag, te weten 534 miljoen, aan geld bestemd voor ontwikkelingssamenwerking wordt uitgegeven aan eerstejaarsasielopvang in Nederland;
overwegende dat de ODA-toerekening voor eerstejaarsasielopvang meebeweegt met de heftig fluctuerende instroom van asielzoekers en dat dit een zeer negatieve invloed heeft op de stabiliteit van de begroting voor ontwikkelingssamenwerking en buitenlandse handel;
verzoekt de regering de ODA-toerekening voor eerstejaarsasielopvang vanaf het eerstvolgende begrotingsjaar te maximeren op 250 miljoen euro,
en gaat over tot de orde van de dag.
Diks
Van den Hul
Hijink
Ouwehand