Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 december 2017
In de procedurevergadering van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 22 november 2017 is gesproken over de op 3 november 2017 toegezonden Nota van Wijzing op de begroting van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2018 (Kamerstuk 34 775 XVI, nr. 15).
U heeft mij verzocht de Kamer voor de begrotingsbehandeling VWS (aanvang thans voorzien op 12 december a.s.) nader te berichten over de verwerking van de aanvullende middelen uit het regeerakkoord (bijlage bij Kamerstuk 34 700, nr. 34). Met deze brief ga ik in op uw verzoek.
In onderstaande tabel is opgenomen voor welke voornemens uit de zorgparagraaf van het regeerakkoord extra middelen beschikbaar zijn gesteld. In het regeerakkoord is afgesproken dat de middelen voor de beleidsintensiveringen op de Aanvullende post (ergo: onder beheer van het Ministerie van Financiën) worden ondergebracht totdat tussen het vakdepartement en Financiën overeenstemming is bereikt over de concrete en zorgvuldige uitwerking van de beleidsvoorstellen. Voor alle in de tabel opgenomen voornemens worden daarom bestedingsplannen opgesteld.
Het is immers van belang dat (nieuw) beleid hoogwaardig en evalueerbaar is. De beoogde beleidsdoelen moeten worden behaald dankzij de inzet van het beleidsinstrumentarium (doeltreffend), en met de beschikbare middelen moet maximaal effect worden bereikt (doelmatig). Met andere woorden: zinnig en zuinig met belastinggeld omgaan.
Sedert het verschijnen van het regeerakkoord wordt hard aan de noodzakelijke bestedingsplannen gewerkt. Op dit moment ben ik in goed overleg met de Minister van Financiën over het merendeel van de bestedingsplannen en de daarmee samenhangende nota van wijziging. Mijn voornemen is deze nota van wijziging zo spoedig mogelijk aan u aan te bieden. Omdat de wijzigingen in de begroting die dit jaar moeten plaatsvinden ook nog in de MR worden besproken, zal dit niet lukken voor de geplande begrotingsbehandeling. Wel zal ik de nota van wijziging voor de stemmingen over de VWS-begroting (thans voorzien op 21 december a.s.) aan u sturen, zodat ze bij hierbij betrokken kunnen worden.
# |
Omschrijving |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
Struc |
Struc in |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
H57 |
Bevorderen digitaal ondersteunende zorg |
10 |
10 |
10 |
10 |
10 |
5 |
2023 |
H59 |
Preventiemaatregelen |
50 |
50 |
50 |
20 |
20 |
20 |
2021 |
H60 |
Transformatiegelden jeugd |
18 |
18 |
18 |
0 |
0 |
0 |
Nvt |
H61 |
Waardig ouder worden |
50 |
50 |
50 |
30 |
30 |
30 |
2021 |
H62 |
Onafhankelijke cliëntondersteuning |
15 |
15 |
15 |
10 |
10 |
10 |
2021 |
H63 |
Veilig opgroeien (meldcode, actieplan pleegzorg, FMEK) |
4 |
6 |
6 |
6 |
4 |
2 |
2023 |
H64 |
Brede aanpak LVB, daklozen en zwerfjongeren |
2 |
4 |
4 |
4 |
2 |
0 |
2023 |
H65 |
Belonen van uitkomsten |
10 |
15 |
15 |
15 |
15 |
0 |
2023 |
H68 |
Sport |
20 |
25 |
25 |
25 |
25 |
25 |
2019 |
H69 |
Q-koorts |
3 |
3 |
3 |
0 |
0 |
0 |
Nvt |
H70 |
Experimenten regulering wietteelt |
1 |
1 |
1 |
1 |
1 |
1 |
2018 |
G39 |
Maatschappelijke diensttijd |
25 |
50 |
75 |
100 |
100 |
100 |
2021 |
Voor enkele bestedingsplannen geldt dat ze begin 2018 worden afgerond. Dit geldt in elk geval voor het bestedingsplan dat samenhangt met de uitwerking van de maatregel maatschappelijke diensttijd. De overheveling van de middelen die horen bij deze nakomende bestedingsplannen naar de VWS-begroting zal aan uw Kamer worden gemeld in een incidentele suppletoire begroting begin 2018 of in de (reguliere) eerste suppletoire begroting die tegelijk met Voorjaarsnota die uiterlijk 1 juni 2018 aan uw Kamer zal worden toegezonden.
Omdat de afstemming over de bestedingsplannen eerst op ambtelijk niveau plaats vindt, kan ik u nog geen nadere informatie hierover geven. In de nota van wijziging en de suppletoire begroting(en) zullen de intensiveringen kort nader worden toegelicht. In de met de maatregelen samenhangende beleidsbrieven zal te zijner tijd uitgebreider op een en ander worden ingegaan.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge