Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 november 2017
Hierbij informeren wij u voor de goede orde over de portefeuilleverdeling tussen de bewindspersonen van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport:
– Care
– WLZ
– WMO en mantelzorg
– Jeugdbeleid, jeugdwet en jeugdgezondheidszorg
– Wijkverpleegkundige zorg
– Persoonsgebonden Budget
– Medisch-ethische vraagstukken
De Minister voor Medische Zorg en Sport:
– Cure
– Zorgverzekeringswet
– Zorgtoeslag en pakketbeheer
– Curatieve Zorg
– Drugs
– Voedselveiligheid
– Genees- en hulpmiddelen
– Gezondheidsbescherming
– Infectieziektebestrijding
– Medische (bio)technologie
– Sportbeleid
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport:
– Oorlogsgetroffenen en verzetsdeelnemers
– GGZ
– Maatschappelijke opvang en beschermd wonen
– Preventie
– Gezondheidsbevordering (leefstijl)
– VWS domein voor de BES eilanden
– Maatschappelijke diensttijd
De verantwoordelijkheid van de bewindspersonen betreft naast de bovenstaande onderwerpen, ook de daaraan gerelateerde generieke beleidsaspecten. U kunt hierbij denken aan onderwerpen zoals kwaliteitsbeleid, arbeidsmarkt, toezicht, innovatie en kennis. De Minister van VWS is eindverantwoordelijk voor de organisatie, waaronder ook de organisatorische aansturing van de onderzoeksraden, het Sociaal Cultureel Planbureau en de toezicht- en uitvoeringsorganisaties.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge
De Minister voor Medische Zorg, B.J. Bruins
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, P. Blokhuis