Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 september 2018
Met deze brief informeren de Minister van Medische Zorg en Sport en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid u mede namens de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de Staatssecretaris van Defensie, de Minister en Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, de Minister voor Rechtsbescherming en de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de aanwezigheid, de risico’s en de maatregelen ter voorkoming van gezondheidsrisico’s als gevolg van blootstelling aan chroom-6. Afgelopen periode was er veel aandacht voor chroom-6 op materieel bij Defensie. Uit recent onderzoek door het Rijksvastgoedbedrijf blijkt dat het kankerverwekkende chroom-6 frequent is toegepast op het vastgoedbestand van Defensie. Uit onderzoek is bekend dat chroom-6 ook op ander vastgoed voorkomt, aangezien het in het verleden veel is toegepast in roestwerende verf. Parallel aan deze brief worden de werknemers van Defensie hierover geïnformeerd (Kamerstuk 34 775 X, nr. 139). Chroom-6 kan bij blootstelling aanleiding geven tot gezondheidsproblemen. In deze brief wordt besproken hoe de veiligheid van consumenten en werknemers gewaarborgd kan worden en hoe de rijksoverheid als werkgever en opdrachtgever omgaat met gevaarlijke stoffen.
Kenmerken chroom-6
Over de eigenschappen van chroom-6 meldt het RIVM ons het volgende: bij normaal gebruik van chroomhoudende materialen, zoals het aanraken van materiaal waarin chroom-6 is verwerkt, verchroomde voorwerpen (voorwerpen bedekt met een glanzende laag chroom) en geverfde oppervlakken, treden geen gezondheidsrisico’s op. In verchroomde voorwerpen is geen chroom-6 meer aanwezig. Bij geverfde oppervlakken is het chroom-6 dusdanig gebonden dat er bij normaal gebruik geen blootstelling zal zijn.
Wanneer chroom-6-houdende materialen worden bewerkt, door bijvoorbeeld machinaal schuren, lassen, slijpen of zagen, kan er chroom-6-houdend stof vrijkomen waardoor blootstelling kan ontstaan. Denk hierbij aan onderhoudswerkzaamheden aan objecten zoals vastgoed, vliegtuigen of auto’s die (ooit) zijn behandeld met chroom-6.
De verkoop van chroomhoudende verf aan consumenten is al enkele decennia verboden. Vanwege de kankerverwekkende eigenschappen is de toegestane concentratie chroom-6 in consumentenproducten in het algemeen geminimaliseerd zoals onder andere geregeld via REACH, de Europese Chemische stoffen regelgeving. De paragraaf «Consumentenbeleid» gaat hier nader op in. De werkgever is verplicht om de werknemer te beschermen tegen deze blootstelling en zo gezondheidseffecten te voorkomen. Voor het werken met deze stof dienen goede maatregelen getroffen te worden om de werknemer te beschermen. Dit staat hieronder verder uitgelegd in de paragraaf «Werken met chroom-6».
Rol van de rijksoverheid
De rijksoverheid heeft vanuit verschillende rollen te maken met chroom-6, namelijk als werkgever en opdrachtgever, als verantwoordelijke voor het arbeidsomstandighedenstelsel en als toezichthouder hiervan en via de productveiligheidsregelgeving ter bescherming van consumenten.
Hieronder worden de verschillende verantwoordelijkheden van de rijksoverheid toegelicht:
1. het consumentenbeleid;
2. het arbeidsomstandighedenbeleid met betrekking tot gevaarlijke stoffen;
3. de rijksoverheid als werkgever en opdrachtgever.
Consumentenbeleid
Consumentenproducten kunnen over het algemeen veilig gebruikt worden. Toelaatbare concentraties voor chroom-6 in consumentenproducten zijn sterk beperkt door wetgeving en deze beperking wordt door de NVWA gehandhaafd. Zo is het al sinds 1994 verboden om chroomhoudende verf te verkopen aan consumenten. Voorts zijn er voor chroom-6 in leer en cement en voor mengsels waaronder verf, restricties binnen REACH, is chroom verboden in cosmetica en mag chroom-6 niet worden toegepast in speelgoed. Indien de consumentenproducten voldoen aan de bovenstaande kaders wordt volgens het RIVM voldaan aan het maatschappelijk gewenste veiligheidsniveau voor deze producten. Consumenten kunnen mogelijk met chroom in aanraking komen via voedsel, drinkwater, lucht en via bepaalde consumentenproducten. De inname van chroom-6 via voedsel acht het RIVM verwaarloosbaar en daarbij wordt het snel omgezet naar het bij die concentraties veilige chroom-3. In drinkwater wordt volgens het RIVM over het algemeen niet of nauwelijks chroom-6 gevonden en indien de grenswaarde in water overschreden zou worden, wordt het drinkwater volgens het RIVM niet meer aan consumenten geleverd. Ook de buitenlucht bevat zelden chroom-6 blijkt uit gegevens van het RIVM. Ten algemene zullen consumenten minder frequent dan werknemers in aanraking komen met chroom-6. Voor verduurzaming van hout worden soms mengsels gebruikt waarin chroom-6 aanwezig is. Uit eerder onderzoek van het RIVM blijkt de blootstelling aan chroom-6 vanuit verduurzaamd hout «beduidend kleiner te zijn dan eerder aangenomen»1. De afgelopen jaren is uit meerdere wetenschappelijke onderzoeken duidelijk geworden dat de stof giftiger is dan eerder werd gedacht. Daarom is aan het RIVM gevraagd te onderzoeken of aanvullende maatregelen richting consumenten nodig zijn.
Werken met chroom-6
Om te voorkomen dat werknemers door hun werk met gevaarlijke stoffen op de korte of de lange termijn gezondheidsschade oplopen zijn in het arbeidsomstandighedenstelsel rechten en plichten voor de werkgever en de werknemer opgenomen. De werkgever is primair verantwoordelijk voor een gezonde en veilige werkplek. Zo moet een werkgever bij het werken met gevaarlijke stoffen onder andere inventariseren welke gevaarlijke stoffen aanwezig zijn. Na het beoordelen van het blootstellingsniveau en het vergelijken met de publieke of private grenswaarde voor deze stoffen moet de werkgever doeltreffende maatregelen nemen om de blootstelling te voorkomen of het blootstellingsniveau omlaag te brengen. Ook moet hij er voor zorgen dat deze maatregelen uitgevoerd worden. Daarnaast moet de werkgever ervoor zorgen dat de werknemer geen gezondheidsrisico loopt door blootstelling via andere blootstellingsroutes (met name door huidcontact). Voor stoffen die kankerverwekkend of mutageen zijn, zoals chroom-6, zijn er aanvullende verplichtingen.
De EU heeft (in het kader van REACH) bepaald dat het gebruik van een groot aantal nieuwe chroom-6-verbindingen alleen toegestaan is door bedrijven die officieel toestemming hebben gekregen van de Europese Commissie (=autorisatie) of door bedrijven waarvan een aanvraag voor gebruik nog in behandeling is (dit laatste geldt alleen als de aanvraag is ingediend voor de door de EU vastgelegde indieningsdatum). Opgemerkt wordt dat de bedrijven ook toestemming kunnen aanvragen voor gebruik lager in de keten (de zogenoemde downstream-users). Deze downstream-users hoeven dan geen specifieke toestemming te hebben, maar moeten het gebruik wel melden aan de European Chemicals Agency (ECHA). Downstream-users moeten zich, evenals de bedrijven die de aanvraag deden, houden aan de gestelde voorwaarden door de EU. Naast het systeem van tijdelijke ontheffingen zijn er ook restricties in het kader van REACH door de EU vastgesteld, zoals het gehalte aan chroom-6 in leer en cement.
Chroom-6 valt onder het beleid voor gezond en veilig werken met kankerverwekkende stoffen van het Ministerie van SZW. Vanaf 1 maart 2017 geldt een verlaagde wettelijke grenswaarde voor blootstelling van werknemers aan chroom 6 verbindingen van 1 µg/m3. Grenswaarden scheppen duidelijkheid over de toelaatbare blootstelling voor de werkgever en werknemer. Deze grenswaarde geldt ook voor bewerkingen zoals schuur- en slijpwerkzaamheden aan chroom-6 houdende verflagen. De Staatssecretaris van SZW zet zich in om werkgevers aan te zetten tot het voeren van goed arbobeleid. Dit doet ze door verplichtingen te verduidelijken, bewustwording te verhogen, samen te werken ten behoeve van preventie kennisdeling te stimuleren en waar nodig door toezicht en handhaving.
Op het Arboportaal heeft het Ministerie van SZW de informatie over gezond en veilig werken toegankelijk gemaakt voor werkgevers en werknemers2. Naar aanleiding van zijn ervaringen bij de begeleiding van de onderzoeken naar Chroom-6 bij Defensie, heeft de voorzitter van de inhoudelijke klankbordgroep 3 aan de Staatssecretaris van SZW aanbevelingen gedaan over arbeidsomstandigheden bij blootstelling aan gevaarlijke stoffen. Deze aanbevelingen gingen onder andere over het beter benutten en delen van kennis en informatie. Op dit moment beraadt de Staatssecretaris zich over de wijze waarop deze aanbevelingen ingepast kunnen worden in huidig en, indien nodig, aanvullend beleid. Ze zal onder andere in haar programma Preventie Beroepsziekten werkgevers ondersteunen bij de ontwikkeling van een goede aanpak en het delen van kennis over het werken met gevaarlijke stoffen, waaronder chroom-6. Defensie zal aan dit programma een bijdrage verlenen vanuit de opgedane kennis op dit terrein als werkgever en opdrachtgever.
De Inspectie SZW houdt toezicht op de naleving van de ARBO wetgeving door werkgevers. Vanuit het programma Bedrijven met Gevaarlijke Stoffen zal de Inspectie het wettelijk kader dat van toepassing is, toelichten via haar website. Daarnaast zal de Inspectie kaders aanreiken voor het opstellen van veilige werkwijzen door de branche, werkgever of opdrachtgever. Ook werkt de Inspectie momenteel aan een checklist voor chroom-6, waar in navolging van de zelfinspectie gevaarlijke stoffen (waaronder CMR stoffen), wordt aangegeven welke processtappen en randvoorwaarden nodig zijn om invulling te geven aan adequate beheersmaatregelen bij potentiële blootstelling van werknemers aan chroom-6. Over de aanwending van extra inspectiemiddelen vindt later dit jaar besluitvorming plaats.
Rijksoverheid als werkgever
De rijksoverheid is een grote werkgever met verschillende uitvoerende diensten. Recent is gebleken dat in vastgoed van diverse diensten chroom-6 is aangetroffen. Zoals in deze brief beschreven staat, vormt chroom-6 een gezondheidsrisico als de werknemer zonder afdoende bescherming blootgesteld wordt aan deze stof bij het verrichten van onderhoudswerkzaamheden aan chroom-6-houdende materialen. Betrokken departementen en uitvoerende diensten in de rol van opdrachtgever of werkgever hebben in beeld waar het chroom-6 zit of laten dit inventariseren alvorens ze werkzaamheden uitvoeren. Waar inventarisatie op dit moment loopt, zoals bij de Dienst Justitiële Inrichtingen zijn werkzaamheden met chroom-6-houdend verduurzaamd hout stilgelegd. Ook het Ministerie van LNV brengt in beeld of er bij instellingen op hun terrein extra maatregelen nodig zijn.
Daarnaast nemen departementen en uitvoerende diensten maatregelen om de werknemer gezond en veilig te laten werken. Dit is maatwerk afhankelijk van de specifieke toepassingen en omstandigheden. Defensie heeft het personeel erop gewezen dat het volgens de reguliere interne regelgeving niet is toegestaan zelf werkzaamheden aan gebouwen van Defensie uit te voeren. NS en ProRail werken volgens het uitgangspunt dat bij onderhoudswerk altijd chroom-6 kan worden aangetroffen en hanteren verscherpte voorschriften. Daarnaast hebben meerdere departementen en uitvoerende diensten, waaronder de Rijksrederij, Rijkswaterstaat, Dienst Justitiële Inrichtingen, het Rijksvastgoedbedrijf en Defensie, hun medewerkers geïnformeerd over het aantreffen van chroom-6. (Oud-)medewerkers van Defensie kunnen zich laten registreren bij het informatiepunt chroom-6 (www.informatiepuntchroom6.nl) indien men denkt te zijn blootgesteld aan chroom-6 tijdens het werk.
Tot slot
Werknemers moeten gezond en veilig kunnen werken. Consumenten moeten producten veilig kunnen gebruiken. Chroom-6 heeft ons weer op het belang van continue aandacht voor productveiligheid en gezond en veilig werken voor dit onderwerp gewezen. Werkgevers zullen de bovengenoemde verplichtingen in acht moeten blijven nemen. De kennis en goede praktijken die binnen de rijksoverheid ontstaan zullen worden gedeeld zodat ook andere werkgevers in Nederland hiervan kunnen gebruikmaken.
Op de websites rijksoverheid.nl, arboportaal.nl en rivm.nl is extra informatie geplaatst over chroom-6 en de maatregelen die werkgevers en consumenten kunnen nemen om gezondheidsrisico’s te beperken. Als uit vragen blijkt dat er behoefte is aan andere informatie, zullen wij ervoor zorgen dat die informatie beschikbaar komt.
Mede namens de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de Staatssecretaris van Defensie, de Minister en Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, de Minister voor Rechtsbescherming en de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.
De Minister voor Medische Zorg, B.J. Bruins
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, T. van Ark