Ontvangen 15 december 2017
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
De begrotingsstaat van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2018 komt te luiden:
Artikel |
Omschrijving |
Verplichtingen |
Uitgaven |
Ontvangsten |
---|---|---|---|---|
Totaal |
14.683.803 |
15.261.447 |
99.585 |
|
Volksgezondheid, Welzijn en Sport |
||||
1 |
Volksgezondheid |
655.043 |
669.585 |
8.403 |
3 |
Langdurige zorg en ondersteuning |
4.003.091 |
3.935.770 |
3.441 |
4 |
Zorgbreed beleid |
946.178 |
1.094.983 |
68.860 |
5 |
Jeugd |
90.135 |
90.135 |
4.508 |
7 |
Oorlogsgetroffenen en Herinnering Wereldoorlog II |
272.798 |
272.798 |
901 |
9 |
Algemeen |
33.140 |
33.140 |
0 |
10 |
Apparaatsuitgaven |
272.248 |
272.473 |
11.679 |
11 |
Nominaal en onvoorzien |
– 16.181 |
– 16.222 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
Medische Zorg |
0 |
0 |
0 |
|
2 |
Curatieve zorg |
3.054.882 |
3.523.559 |
1.053 |
6 |
Sport en bewegen |
125.320 |
136.135 |
740 |
8 |
Tegemoetkoming specifieke kosten |
5.247.149 |
5.249.091 |
0 |
Om de voornemens uit de zorgparagraaf van het regeerakkoord van het kabinet-Rutte III te kunnen realiseren, zijn extra middelen beschikbaar gesteld. In het regeerakkoord is afgesproken dat de middelen voor de beleidsintensiveringen op de aanvullende post worden ondergebracht totdat overeenstemming is bereikt over de concrete uitwerking van de beleidsvoorstellen.
In deze nota van wijziging wordt aangegeven welke wijzigingen in de departementale begrotingsstaat thans zijn doorgevoerd als gevolg van de in het regeerakkoord opgenomen beleidsintensiveringen. De overheveling van de middelen die horen bij de beleidsintensiveringen die nog nadere uitwerking behoeven zullen aan de Tweede Kamer worden gemeld in een incidentele suppletoire begroting begin 2018 of in de (reguliere) eerste suppletoire begroting die tegelijk met de Voorjaarsnota uiterlijk 1 juni 2018 aan de Tweede Kamer zal worden toegezonden.
Artikelsgewijze toelichting bij de begrotingsartikelen
Artikel 1
H69 Q-koorts
Bovenop de reeds in de VWS-begroting 2018 beschikbaar gestelde middelen is in het regeerakkoord extra budget (3 keer € 3 miljoen) vrijgemaakt om in te zetten als gebaar ter erkenning van de grote gevolgen die Q-koortspatiënten hebben ondervonden.
Het doel van deze middelen is tweeledig: een gebaar ter erkenning van Q-koortspatiënten uit de Q-koorts epidemie door een financiële tegemoetkoming (zoals toegezegd door het vorig kabinet) en de voortzetting van ondersteuning, advisering en begeleiding in de vorm van Stichting Q-support (zoals toegezegd in de Kamerbrief van 14 juli 2017 Reactie op Q-koorts adviezen).
Van de genoemde € 9 miljoen komt € 5,5 miljoen beschikbaar voor de financiële tegemoetkoming, als aanvulling op de € 10 miljoen die reeds was gereserveerd en € 3,5 miljoen voor voortzetting van Stichting Q-support.
Artikel 3
H61 Waardig ouder worden wv. palliatieve zorg
De (organisatie van) zorg aan het einde van het leven kan nog steeds beter en de mogelijkheden voor palliatieve zorg zijn nog onvoldoende bekend bij de burger. In de komende jaren wordt conform regeerakkoord langs meerdere lijnen gewerkt aan de versterking van palliatieve zorg om specifieke knelpunten op te lossen. Hier is € 8 miljoen structureel beschikbaar voor. Met name worden deze middelen beschikbaar gesteld voor de uitbreiding van de subsidieregeling palliatieve terminale zorg. Daarnaast wordt geïnvesteerd in de betere (regionale) organisatie van palliatieve zorg, in achterblijvende onderdelen van palliatieve zorg (waaronder kinderpalliatieve zorg) en verbetering van digitale gegevensontsluiting. Ten slotte zal een publiekscampagne rond bekendheid van palliatieve zorg worden opgestart.
H62 Onafhankelijke cliëntondersteuning
Er wordt in 2018 conform regeerakkoord € 15 miljoen extra geïnvesteerd in onafhankelijke cliëntondersteuning die de cliënt op weg moet helpen op verschillende levensgebieden (waaronder maatschappelijke ondersteuning, zorg, inkomen en werk). In de praktijk blijkt onafhankelijke cliëntondersteuning onvoldoende bekend, worden specifieke doelgroepen onvoldoende bereikt en ondersteuning onvoldoende levensbreed aangeboden.
In 2018 wordt daarom onderzoek uitgevoerd naar de aansluiting tussen vraag en aanbod en wordt geïnvesteerd in het gericht informeren van specifieke doelgroepen. Daarnaast worden pilots uitgevoerd gericht op ondersteuning van doelgroepen die nu onvoldoende aan bod komen en wordt gewerkt aan kwaliteitsverbetering. Deze extra inzet moet in 2018 leiden tot de juiste informatie voor het duurzaam versterken van de functie en de wijze waarop de beschikbare middelen in de latere jaren het beste kunnen worden ingezet.
H64 Brede aanpak LVB, daklozen en zwerfjongeren
De doelgroepen licht verstandelijk beperkten (LVB), zwerfjongeren en daklozen kunnen niet altijd genoeg voor zichzelf opkomen, waardoor ze onvoldoende worden geholpen. In lijn met het regeerakkoord wordt daarom meerjarig ingezet op het faciliteren en ondersteunen van gemeenten en andere partijen bij de integrale aanpak van zwerfjongeren en daklozen. Hiervoor wordt in 2018 € 2 miljoen, in 2019 en 2020 € 2,4 miljoen, in 2021 € 2,2 miljoen en in 2022 € 1,05 miljoen beschikbaar gesteld. Het doel is om in samenwerking met gemeenten en zorginstellingen meer zicht te krijgen op de genoemde doelgroepen en een betere aansluiting tussen de verschillende vormen van zorg en ondersteuning te bewerkstellingen, waardoor deze doelgroepen beter en sneller geholpen worden (en cliënten sneller zelfredzaam zijn). Specifieke aandacht gaat daarbij uit naar de overgang naar volwassenheid van de genoemde groepen. De intensivering rondom LVB zal mede op basis van nader onderzoek worden uitgewerkt.
Artikel 4
H65 Belonen van uitkomsten
Het belang van zorgprofessionals moet gericht zijn op de uitkomst van de zorg in plaats van omzet. Het grootste probleem daarbij is dat er momenteel onvoldoende informatie is over voor patiënten relevante uitkomsten van zorg. Dit vraagt om een stevige inzet op het ontwikkelen van uitkomstindicatoren, bij voorkeur aansluitend bij internationale initiatieven.
Tegen deze achtergrond wordt in lijn met het regeerakkoord in 2018 € 10 miljoen en in de periode 2019–2022 € 15 miljoen geïnvesteerd in het Programma Belonen van uitkomsten. Het programma moet op korte termijn een groot aantal uitkomstindicatoren opleveren en de eerder genoemde belemmeringen op weg daar naar toe (zoals ook al beschreven in de TK-brief Uitkomsttransparantie voor samen beslissen d.d. 21 februari 2017, TK 31 765, nr. 263) wegnemen. Het doel is dat in 2022 voor 50% van de ziektelast inzicht in uitkomsten beschikbaar is. Het programma sluit zoveel mogelijk aan bij al lopende instrumenten, zoals het programma van het Zorginstituut Uitkomsttransparantie voor samen beslissen, de bekostiging van kwaliteitsgelden die sectoren in het kader van de Hoofdlijnenakkoorden ontvangen en het ZonMw-programma Kwaliteit van zorg. Een deel van de middelen voor het Programma Belonen van uitkomsten zal worden ingezet voor personele en materiële uitgaven binnen het kerndepartement van het Ministerie van VWS.
Artikel 6
H68 Sportevenementen
Conform regeerakkoord wordt structureel € 5 miljoen vanaf 2019 bovenop de reeds bestaande middelen beschikbaar gesteld ter ondersteuning van de organisatie van topsportevenementen in Nederland, waaronder EK’s, WK’s en multisportevenementen. Het initiatief voor de organisatie van een evenement ligt altijd bij de sport en haar partners. Ervaring leert dat een financiële bijdrage vanuit de rijksoverheid relevant kan zijn om tot een sluitende begroting te komen en te kunnen concurreren met het buitenland. Met het aanvullend bedrag kunnen tenminste twee extra evenementen per jaar worden ondersteund.
Artikel 10
H65 Belonen van uitkomsten
Het betreft hier de personele en materiële uitgaven die door het Ministerie van VWS gedaan zullen worden in het kader van het Programma Belonen voor uitkomsten. Het gaat hier om een bedrag van € 250.000. Hiermee wordt het projectsecretariaat bij het kerndepartement vormgegeven dat zorg moet dragen voor een goed en doelmatig beheer van de middelen die samenhangen met de intensivering bij Zorginstituut, de ontvangers van kwaliteitsgelden en ZonMw.
Meerjarige doorwerking
In de onderstaande tabellen worden per artikel de standen ontwerpbegroting 2018 vóór nota van wijziging, de mutaties in het kader van het regeerakkoord en de herverkaveling en de standen ontwerpbegroting 2018 na nota van wijziging meerjarig opgenomen.
Art. |
Omschrijving |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
---|---|---|---|---|---|---|
1 |
Volksgezondheid |
|||||
Stand vóór nota van wijziging |
652.043 |
646.406 |
645.741 |
644.637 |
667.093 |
|
3.000 |
3.000 |
3.000 |
0 |
0 |
||
Stand na nota van wijziging |
655.043 |
649.406 |
648.741 |
644.637 |
667.093 |
|
2 |
Curatieve zorg |
|||||
Stand vóór nota van wijziging |
3.054.882 |
3.290.230 |
3.324.313 |
3.351.528 |
497.269 |
|
Stand na nota van wijziging |
3.054.882 |
3.290.230 |
33.241.313 |
3.351.528 |
497.269 |
|
3 |
Langdurige zorg en ondersteuning |
|||||
Stand vóór nota van wijziging |
3.978.091 |
3.956.471 |
4.057.817 |
4.247.504 |
546.773 |
|
25.000 |
10.400 |
10.400 |
10.200 |
9.050 |
||
Stand na nota van wijziging |
4.003.091 |
3.966.871 |
4.068.217 |
4.257.704 |
555.823 |
|
4 |
Zorgbreed beleid |
|||||
Stand vóór nota van wijziging |
936.428 |
1.009.077 |
1.054.832 |
923.864 |
877.293 |
|
9.750 |
14.750 |
14.750 |
12.100 |
9.100 |
||
Stand na nota van wijziging |
946.178 |
1.023.827 |
1.069.582 |
935.964 |
886.393 |
|
5 |
Jeugd |
|||||
Stand vóór nota van wijziging |
90.135 |
83.226 |
85.524 |
67.633 |
67.536 |
|
Stand na nota van wijziging |
90.135 |
83.226 |
85.524 |
67.633 |
67.536 |
|
6 |
Sport en bewegen |
|||||
Stand vóór nota van wijziging |
125.320 |
141.548 |
124.106 |
130.387 |
142.938 |
|
0 |
5.000 |
5.000 |
5.000 |
5.000 |
||
Stand na nota van wijziging |
125.320 |
146.548 |
129.106 |
135.387 |
147.938 |
|
7 |
Oorlogsgetroffenen en Herinnering Wereldoorlog II |
|||||
Stand vóór nota van wijziging |
272.798 |
255.318 |
240.176 |
225.662 |
211.415 |
|
Stand na nota van wijziging |
272.798 |
255.318 |
240.176 |
225.662 |
211.415 |
|
8 |
Tegemoetkoming specifieke kosten |
|||||
Stand vóór nota van wijziging |
5.247.149 |
5.750.249 |
6.093.949 |
6.366.749 |
6.600.649 |
|
Stand na nota van wijziging |
5.247.149 |
5.750.249 |
6.093.949 |
6.366.749 |
6.600.649 |
|
9 |
Algemeen |
|||||
Stand vóór nota van wijziging |
33.140 |
35.264 |
40.221 |
45.455 |
40.223 |
|
Stand na nota van wijziging |
33.140 |
35.264 |
40.211 |
45.455 |
40.223 |
|
10 |
Apparaatsuitgaven |
|||||
Stand vóór nota van wijziging |
271.998 |
263.248 |
259.062 |
258.147 |
257.869 |
|
250 |
250 |
250 |
250 |
250 |
||
Stand na nota van wijziging |
272.248 |
263.498 |
259.312 |
258.397 |
258.119 |
|
11 |
Nominaal en onvoorzien |
|||||
Stand vóór nota van wijziging |
– 16.181 |
– 19.005 |
– 19.136 |
– 19.180 |
– 19.186 |
|
Stand na nota van wijziging |
– 16.181 |
– 19.005 |
– 19.136 |
– 19.180 |
– 19.186 |
|
Totaal |
||||||
Stand voor nota van wijziging |
14.645.803 |
15.412.032 |
15.906.605 |
16.242.386 |
9.889.872 |
|
Maatregelen regeerakkoord |
38.000 |
33.400 |
33.400 |
27.550 |
23.400 |
|
Stand na nota van wijziging |
14.683.803 |
15.445.432 |
15.940.005 |
16.269.936 |
9.913.272 |
Art. |
Omschrijving |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
---|---|---|---|---|---|---|
1 |
Volksgezondheid |
|||||
Stand vóór nota van wijziging |
666.585 |
683.262 |
652.695 |
647.837 |
667.093 |
|
3.000 |
3.000 |
3.000 |
0 |
0 |
||
Stand na nota van wijziging |
669.585 |
686.262 |
655.695 |
647.837 |
667.093 |
|
2 |
Curatieve zorg |
|||||
Stand vóór nota van wijziging |
3.523.559 |
3.230.860 |
3.264.354 |
3.352.749 |
3.466.108 |
|
Stand na nota van wijziging |
3.523.559 |
3.230.860 |
3.264.354 |
3.352.749 |
3.466.108 |
|
3 |
Langdurige zorg en ondersteuning |
|||||
Stand vóór nota van wijziging |
3.910.770 |
3.882.871 |
3.982.517 |
4.170.804 |
4.375.073 |
|
25.000 |
10.400 |
10.400 |
10.200 |
9.050 |
||
Stand na nota van wijziging |
3.935.770 |
3.893.271 |
3.992.917 |
4.181.004 |
4.384.123 |
|
4 |
Zorgbreed beleid |
|||||
Stand vóór nota van wijziging |
1.085.233 |
1.072.693 |
1.054.831 |
1.038.360 |
967.650 |
|
9.750 |
14.750 |
14.750 |
12.100 |
9.100 |
||
Stand na nota van wijziging |
1.094.983 |
1.087.443 |
1.069.581 |
1.050.460 |
976.750 |
|
5 |
Jeugd |
|||||
Stand vóór nota van wijziging |
90.135 |
83.226 |
85.524 |
67.633 |
67.536 |
|
Stand na nota van wijziging |
90.135 |
83.226 |
85.524 |
67.633 |
67.536 |
|
6 |
Sport en bewegen |
|||||
Stand vóór nota van wijziging |
136.135 |
142.078 |
140.341 |
141.057 |
142.938 |
|
0 |
5.000 |
5.000 |
5.000 |
5.000 |
||
Stand na nota van wijziging |
136.135 |
147.078 |
145.341 |
146.057 |
147.938 |
|
7 |
Oorlogsgetroffenen en Herinnering Wereldoorlog II |
|||||
Stand vóór nota van wijziging |
272.798 |
255.318 |
240.176 |
225.662 |
211.415 |
|
Stand na nota van wijziging |
272.798 |
255.318 |
240.176 |
225.662 |
211.415 |
|
8 |
Tegemoetkoming specifieke kosten |
|||||
Stand vóór nota van wijziging |
5.249.091 |
5.750.249 |
6.093.949 |
6.366.749 |
6.600.649 |
|
Stand na nota van wijziging |
5.249.091 |
5.750.249 |
6.093.949 |
6.366.749 |
6.600.649 |
|
9 |
Algemeen |
|||||
Stand vóór nota van wijziging |
33.140 |
35.264 |
40.221 |
45.455 |
40.223 |
|
Stand na nota van wijziging |
33.140 |
35.264 |
40.221 |
45.455 |
40.223 |
|
10 |
Apparaatsuitgaven |
|||||
Stand vóór nota van wijziging |
272.223 |
263.467 |
259.281 |
258.247 |
257.869 |
|
250 |
250 |
250 |
250 |
250 |
||
Stand na nota van wijziging |
272.473 |
263.717 |
259.521 |
258.497 |
258.119 |
|
11 |
Nominaal en onvoorzien |
|||||
Stand vóór nota van wijziging |
– 16.222 |
– 19.005 |
– 19.136 |
– 19.180 |
– 19.186 |
|
Stand na nota van wijziging |
– 16.222 |
– 19.005 |
– 19.136 |
– 19.180 |
– 19.186 |
|
Totaal |
||||||
Stand voor nota van wijziging |
15.223.447 |
15.380.283 |
15.794.753 |
16.295.373 |
16.777.368 |
|
Maatregelen regeerakkoord |
38.000 |
33.400 |
33.400 |
27.550 |
23.400 |
|
Stand na nota van wijziging |
15.261.447 |
15.413.683 |
15.828.153 |
16.322.923 |
16.800.768 |
De ontvangsten veranderen niet.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge
De Minister voor Medische Zorg, B.J. Bruins