Kamerstuk 34775-XII-64

Voornaamste budgettaire mutaties van de begroting van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (XII), het Infrastructuurfonds (A) en het Deltafonds (J) sinds de tweede suppletoire begroting 2017

Dossier: Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII) voor het jaar 2018

Gepubliceerd: 14 december 2017
Indiener(s): Cora van Nieuwenhuizen (minister infrastructuur en waterstaat) (VVD)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34775-XII-64.html
ID: 34775-XII-64

Nr. 64 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 december 2017

Met deze brief informeer ik u, mede namens de Staatssecretaris, over de voornaamste budgettaire mutaties van de begroting van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (HXII), het Infrastructuurfonds en het Deltafonds sinds de tweede suppletoire begroting 2017.

HXII Artikel 13 Ruimtelijke Ontwikkeling

Verplichtingenschuif Bodem

Op artikel 13 vindt een verplichtingenschuif van 2018 naar 2017 plaats van € 1,6 miljoen. Het betreft het aangaan van verplichtingen voor opdrachten in 2018 aan Rijkswaterstaat voor het leveren van capaciteit met kennis en expertise op het gebied Duurzaam Stortbeheer en Serious Simulation. Daarnaast wordt er ook een opdracht verleend aan het Interprovinciaal Overleg (IPO) inzake het Landelijk Grondwater Register. Bovengenoemde verplichtingenschuif heeft geen gevolgen voor de kasuitgaven in 2017.

HXII Artikel 18 Scheepvaart en Havens

Verplichtingenschuif Europees Reservefonds Binnenvaart

Vanaf 2017 zal gedurende tien jaar een jaarlijkse bijdrage van € 0,45 miljoen plaatsvinden aan de stichting European Inland Waterway Transport (IWT). Dit wordt gefinancierd met middelen uit het Reservefonds Binnenvaart. Het Reservefonds bevat middelen die door de sector opgebracht zijn uit sloopgelden en oud-voor-nieuw-boetes1. Het IWT-platform heeft als doel de organisaties EBU en ESO te versterken, die het vervoer over de binnenwateren op niveau van de Europese Unie vertegenwoordigen. In 2017 zal het totale bedrag van € 4,5 miljoen voor tien jaar worden verplicht. Hiertoe vindt binnen artikel 18 Scheepvaart en Havens een verplichtingenschuif met het programma Topsector Logistiek plaats. De verplichtingenschuif heeft geen gevolgen voor de kasuitgaven in 2017.

HXII Artikel 22 Omgevingsveiligheid en Milieurisico’s

Ontvangsten NaNoReg

Voor de uitvoering van de EU-programma’s Prosafe en NaNoReg ontvangt het Ministerie van IenM een bijdrage van de Europese Commissie. Met deze bijdrage worden de kosten die het RIVM maakt voor de uitvoering van beide programma’s gefinancierd. De bijdrage is in 2017 geraamd voor € 2,1 miljoen. De Europese Commissie keert de bijdrage echter niet meer in 2017, maar pas in 2018 uit. Dit leidt tot een tekort op het ontvangstenbudget op artikel 22. Hierdoor vindt tevens de uitbetaling aan het RIVM volgend jaar plaats.

HXII Artikel 25 Brede Doeluitkering

Aangaan verplichtingen Brede Doeluitkering (BDU) voor 2018

Volgens de BDU-systematiek op de begroting Hoofdstuk XII worden de verplichtingen voorafgaand aan het jaar van betaling aangegaan. De beschikking voor het jaar 2018 wordt eind 2017 afgegeven aan de decentrale overheden.

Bij het opstellen van de tweede suppletoire begroting was nog niet in alle gevallen bekend welke afspraken met welk kaseffect in 2018 moeten worden vastgelegd. Om voor het programma Beter Benutten de bijdrage aan BDU-regio’s te kunnen verstrekken in 2018, wordt in 2017 een verplichting van € 26,4 miljoen aangegaan. De dekking is voorzien op het Infrastructuurfonds vanuit artikel 12 Hoofdwegennet.

Teneinde de BDU-bijdrage voor 2018 op prijspeil 2017 te kunnen verplichten, is aanvullende verplichtingenruimte noodzakelijk. Hiervoor dient verplichtingenruimte naar voren te worden gehaald ter hoogte van € 6,9 miljoen.

HXII Artikel 97 Algemeen Departement

Aangaan verplichtingen 2018–2019

Om de vastlegging van enkele opdrachten met kaseffecten in 2018 en 2019 mogelijk te maken, zijn verplichtingenschuiven vanuit 2018 en 2019 naar 2017 noodzakelijk. De opdrachten hebben betrekking op de Innovatie Estafette (€ 0,4 miljoen) en het Kennisnetwerk (€ 0,2 miljoen).

HXII Artikel 98 Apparaatsuitgaven kerndepartement

Verplichtingenschuiven apparaat

Ten behoeve van de vastlegging van inhuur- en detacheringscontracten vinden er enkele verplichtingenschuiven plaats. Deze hebben betrekking op het Standaard Platform (€ 3,0 miljoen), Elektronisch Bestellen en Contentmanagement (€ 1,4 miljoen), het beheer van een SAP-systeem (€ 0,8 miljoen) en vacatureruimte bij de ANVS (€ 0,5 miljoen). Daarnaast is voor de contractverlenging voor het beheer van een SAP-systeem voor 2018 tot en met 2020 een verplichtingenschuif van € 7,7 miljoen naar 2017 noodzakelijk. Bovengenoemde ontwikkelingen hebben geen gevolgen voor de kasuitgaven in 2017.

HXII Artikel 99 Nominaal en Onvoorzien

Thermphos

Bij de augustusbesluitvorming is besloten tot een reservering voor de complexe sanering van het Zeeuwse industrieterrein Thermphos van € 27,7 miljoen op de begroting Hoofdstuk XII in het jaar 2017 (TK 29 826 nr. 90). Deze reservering is bij Miljoenennota 2018 toegevoegd aan artikel 99 Nominaal en Onvoorzien. De verwachting is dat deze reservering niet meer in 2017 tot uitputting komt.

Infrastructuurfonds Artikel 12 Hoofdwegennet

Verplichtingenophoging A24 Blankenburgverbinding

Bij DBFM-contracten wordt er gedurende een periode van 20 tot 30 jaar een prestatie ingekocht van een privaat consortium. Hiertoe ontwerpt (D), bouwt (B), financiert (F) en onderhoudt (M) het betreffende consortium de infrastructuur. Specifiek is hiervoor bij tweede suppletoire begroting voor het project A24 Blankenburgverbinding aanvullend verplichtingenbudget aangevraagd voor de contract-close van het DBFM-contract. Abusievelijk is bij de aanvraag alleen rekening gehouden met de omzetting van het traditionele realisatie- en onderhoudsbudget. In de verplichtingenraming dient tevens rekening gehouden te worden gehouden met de langjarige financieringslasten en een vergoeding voor de jaarlijkse prijsstijgingen. Hiertoe is in 2017 aanvullend verplichtingenbudget benodigd ter hoogte van € 783 miljoen. Deze verplichtingenophoging leidt niet tot een tekort op het kasbudget van het project.

Infrastructuurfonds Artikel 13 Spoorwegen

Programma Spoorzoneontwikkeling

Bij de tweede suppletoire begroting was de verwachting dat de afsluitende controleverklaring van het programma Spoorzoneontwikkeling in 2018 opgeleverd zou worden. De verklaring is echter eerder opgeleverd, waardoor het resterende deel van het projectbudget in 2017 wordt gedeclareerd. Hierdoor vallen de kasuitgaven in 2017 met € 0,2 miljoen hoger uit. Het kasbudget in 2018 wordt met dezelfde omvang verlaagd via de verwerking van het saldo over het jaar 2017. Zodoende blijft de omvang van het projectbudget meerjarig ongewijzigd.

Perronaanpassing Rotterdam CS in verband met aanlanding Eurostar

In tegenstelling tot de inschatting bij de tweede suppletoire begroting wordt – op basis van de vlotte voortgang van de werkzaamheden – een aanvullend voorschot aan ProRail verstrekt voor de uitvoering van dit project. Hierdoor vallen de kasuitgaven in 2017 met € 0,5 miljoen hoger uit. Het kasbudget in 2018 wordt met dezelfde omvang verlaagd via de verwerking van het saldo over het jaar 2017. Zodoende blijft de omvang van het projectbudget meerjarig ongewijzigd.

Aanvullend voorschot programma Kleine Functie Wijzigingen

Het programma kleine functiewijzingen bestaat uit een grote hoeveelheid deelprojecten. Medio oktober is de aanleg van de reizigerstunnel te Oisterwijk gerealiseerd. In tegenstelling tot eerdere verwachtingen zal de administratieve afhandeling van deze werkzaamheden in 2017 plaatsvinden. Hierdoor vallen de kasuitgaven in 2017 met € 4,2 miljoen hoger uit. Het kasbudget in 2018 wordt met dezelfde omvang verlaagd via de verwerking van het saldo over het jaar 2017. Zodoende blijft de omvang van het projectbudget meerjarig ongewijzigd.

Infrastructuurfonds Artikel 15 Hoofdvaarwegennet

Aanvullende verplichtingen Vaarweg Lemmer-Delfzijl fase 2

Fase twee van het project Vaarweg Lemmer-Delfzijl bestaat uit de vervanging en opwaardering van een aantal bruggen. Onlangs is in een uitvoeringsbesluit opgenomen om als eerst de Gerrit Krolbrug aan te pakken in plaats van de eerder beoogde brug van Skûlenboarch. Om met de uitvoering te kunnen starten, is in 2017 € 2,3 miljoen aanvullend verplichtingenbudget benodigd. De hogere verplichtingenraming van dit besluit werd bij het opstellen van de tweede suppletoire begroting nog niet voorzien. Het kasritme en kasomvang van het project wijzigen niet.

Aanvullende kasmiddelen Nieuwe Sluis Terneuzen

Naar aanleiding van het afronden van de aanbesteding van het project Nieuwe Sluis Terneuzen wijzigt het kasritme. Dit leidt tot een hogere kasuitgave van € 16,7 miljoen in 2017. Bij het opstellen van de tweede suppletoire begroting was deze wijziging nog niet bekend. Het kasbudget in 2018 wordt met dezelfde omvang verlaagd via de verwerking van het saldo over het jaar 2017. Zodoende blijft de omvang van het projectbudget meerjarig ongewijzigd.

Deltafonds Artikel 1 Investeren in Waterveiligheid

Ten laste van Investeringen in Waterveiligheid wordt in 2017 € 33,7 miljoen aan verplichtingen meer gerealiseerd dan in de tweede suppletoire begroting is voorzien. De verplichtingenophogingen hebben geen gevolgen voor de kasuitgaven in 2017. Bij het opstellen van de tweede suppletoire begroting was nog niet duidelijk of onderstaande mutaties ook daadwerkelijk zouden optreden. Derhalve zijn ze buiten de tweede suppletoire begroting gebleven. Via de verwerking van het saldo 2017 zal het projectbudget in het jaar 2018 met hetzelfde bedrag worden verlaagd.

Verkenningen

De verkenningsfase van een aantal projecten binnen het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) en HWBP-2 start eerder dan was voorzien. De reden voor het eerder starten van deze verkenningen is dat eerder dan voorzien overeenstemming met de betreffende waterschappen is verkregen over de uit te voeren verkenningen. Hierdoor is in 2017 aanvullend verplichtingenbudget nodig dat vanuit 2018 wordt verschoven. Het gaat om de volgende projecten:

  • Project Zuid-Beveland West (€ 3,3 miljoen);

  • Project Geervliet-Hekelingen (€ 2,2 miljoen);

  • Project Fort Everdingen-Ameide (€ 3,1 miljoen);

  • Project Lauwersmeer-Vierhuizengat (€ 4,3 miljoen).

Zandmotor

De eindevaluatie van de Zandmotor wordt eerder uitgevoerd dan was voorzien. Hierdoor is aanvullend verplichtingenbudget nodig voor een bedrag van € 1,1 miljoen.

Gewijzigde Waterwet

In januari 2017 is de gewijzigde Waterwet met nieuwe normen voor de primaire waterkeringen in werking getreden. Aanvullend verplichtingenbudget van € 7,0 miljoen is nodig om doorontwikkeling van software, rekenmethodes en rapporten succesvol te kunnen doorlopen in de beoordelingsronde.

Projecten Ipensloter en Diemerdammersluis

Wegens een actualisatie van de planning voor de projecten Ipensloter en Diemerdammersluis worden in 2017 meer verplichtingen aangegaan dan begroot. Hiertoe is in 2017 aanvullend verplichtingenbudget benodigd ter hoogte van € 2,2 miljoen.

HWBP-2

Met betrekking tot het Hoogwaterbeschermingsprogramma HWBP-2 zijn meer projectvoorstellen ingediend en goedgekeurd dan eerst was voorzien. Hierdoor is aanvullend verplichtingenbudget voor een bedrag van € 10,3 miljoen nodig.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga