Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 april 2018
In het Wetgevingsoverleg Personeel van 13 november 2017 (Kamerstuk 34 775 X, nr. 33) heb ik toegezegd naar aanleiding van vragen van het CDA, uw Kamer schriftelijk te informeren over de stand van zaken ten aanzien van de afdoening van de belangrijkste constateringen van de Inspecteur Militaire Gezondheidszorg (IMG) in zijn jaarverslag over 2016 (Kamerstuk 34 550 X, nr. 86). Met deze brief geef ik hier invulling aan.
Defensie werkt continu aan de kwaliteit van de militaire gezondheidszorg (MGZ).
Het IMG jaarverslag 2016 adresseerde verschillende elementen binnen de MGZ die vanwege de zeer ingrijpende reorganisaties op dat moment aandacht behoefden. De belangrijkste reorganisaties binnen de MGZ hebben allemaal in 2016 plaatsgevonden. Sindsdien zijn er serieuze stappen in de goede richting gemaakt maar zijn nog niet alle reorganisaties volledig geëvalueerd of voltooid. Wel hebben de zorgonderdelen van de militaire gezondheidszorg waaronder het Eerstelijns Gezondheidszorg Bedrijf (EGB) een (hernieuwde) civiele certificering van hun kwaliteitszorgsysteem behaald. Ook is in 2017 een klachtenregeling conform de Wet kwaliteit, klacht en geschil zorg (Wkkgz) tot stand gekomen. Hieronder volgen de observaties van de IMG uit het jaarverslag 2016 met de genomen acties.
De IMG heeft in zijn jaarverslag van 2016 onder meer aandacht gevraagd voor de governance militaire gezondheidszorg, de taakverdeling tussen het EGB en het CEAG met betrekking tot de geïntegreerde zorg, de personele vulling, de wachttijden bij de tandheelkunde, medische IT en de operationele gezondheidszorg.
Governance militaire gezondheidszorg
In 2016 constateerde de IMG dat taken en verantwoordelijkheden ten aanzien van beleid en uitvoering binnen de MGZ na de reorganisaties en de daarop nog doorgevoerde wijzigingen nog niet voor iedereen helder en inzichtelijk waren. In februari van dit jaar is hierover op bestuurlijk niveau duidelijkheid ontstaan. De SG-aanwijzing die de governance ten aanzien van beleid en uitvoering binnen de MGZ beschrijft, wordt op dit moment op basis van deze besluitvorming herschreven en is naar verwachting voor de zomer gereed. Daarmee hopen we aan het einde van dit jaar invulling te hebben gegeven aan de aanbeveling van de IMG. De onbekendheid die de IMG in 2016 bij het betrokken zorgpersoneel van het EGB en de Defensie Tandheelkundige Dienst (DTD) constateerde is ondertussen verdwenen.
Eerstelijns gezondheidszorg
In 2014 is het rapport «Vaststelling geneeskundige voorzieningenniveau en de toetsing van voorgenomen reorganisaties aan dit voorzieningenniveau» verschenen. Naar aanleiding van dit rapport zijn in 2016 de volgende wijzigingen doorgevoerd in de reorganisatietrajecten van het EGB en het CEAG die bijzondere aandacht krijgen:
− Binnen het EGB wordt in het kader van het geïntegreerde zorgmodel naast curatieve zorg alleen bedrijfsgeneeskundige zorg verleend die te maken heeft met «de belastbaarheid van de militair in relatie tot de aan de orde zijnde operationele inzet»;
− Bedrijfsgeneeskundige onderzoeken gebaseerd op de Militaire ambtenarenwet, worden niet meer door het Militaire Zorg Team van het EGB verricht, maar worden uitgevoerd door de afdeling bedrijfsgezondheidszorg (BGZ) van het CEAG;
− Tegelijk heeft het CEAG de verzuimbegeleiding van burger medewerkers overgedragen aan het nieuw opgerichte EGB.
Personele vulling
Met betrekking tot de personele vulling zijn er nog steeds tekorten in de categorieën van algemeen militaire artsen, huisartsen en bedrijfsartsen. In de eerstelijns zorg worden de tekorten van huisartsen en bedrijfsartsen deels opgevangen met civiele inhuur. De tekorten in de categorie algemeen militaire artsen wordt dit jaar in belangrijke mate ingelopen door een nieuwe lichting artsen. Er is een landelijk tekort aan bedrijfsartsen. Dit tekort wordt bij Defensie nu aangepakt door de inzet van basisartsen die een opleiding tot bedrijfsarts krijgen aangeboden. Het volledig inlopen van de huisartstekorten, ontstaan door irreguliere uitstroom tijdens de reorganisatie, zal echter nog enkele jaren voortduren. Dit heeft voor de inzet nu geen gevolgen.
Tandheelkundige zorg
De IMG uitte verder in 2016 zijn zorgen over de wachttijden voor tandheelkundige zorg op meerdere locaties. Sindsdien zijn door de DTD maatregelen genomen waardoor de wachttijden zijn afgenomen. Echter, nog niet op elke zorglocatie wordt de norm gehaald. De evaluatie van de DTD reorganisatie zal rond de zomer duidelijkheid geven over te nemen vervolgmaatregelen. De inzet van de nieuwe mobiele tandartspraktijken vanaf de tweede helft dit jaar, zal extra flexibiliteit opleveren. Dit geheel moet leiden tot een verdere reductie van wachttijden.
Het onderzoek naar de patiënttevredenheid van najaar 2017 laat zowel bij het EGB als de DTD goede resultaten zien. Verder ontving het EGB op 7 maart jl. het civiel HKZ1 kwaliteitszorgcertificaat.
Het Eerstelijns Gezondheidszorg Bedrijf (EGB), de Defensie Tandheelkundige Dienst (DTD) en de afdeling Bedrijfsgezondheidszorg (BGZ), bestaan nu twee jaar en worden dit jaar geëvalueerd. Deze evaluaties worden naar verwachting in het tweede kwartaal van dit jaar voltooid en worden dan ook met de centrales voor overheidspersoneel besproken.
Medische IT
In 2016 heeft de IMG bij de tweedelijns zorgbedrijven toegezien op de medische IT. De IMG heeft toen geconstateerd dat de medische IT en de daarbij wettelijk verplichte invoering van zowel het elektronisch patiëntendossier (EPD) als het elektronisch voorschrijfsysteem (EVS) bij het Militair Revalidatiecentrum (MRC) en de Militaire Geestelijke Gezondheidszorg (MGGZ) nog niet voldeed. Op dit moment zijn bij het MRC een EPD en EVS ingevoerd waarbij de koppeling aan de centrale apotheek uiterlijk in het tweede kwartaal van dit jaar zal zijn gerealiseerd. Bij de MGGZ is sinds het najaar van 2017 ook een EVS in gebruik.
Operationele gezondheidszorg
De IMG constateerde zowel bij de beoordeling van oefenscenario’s als bij feitelijke inzet van militair operationele voorzieningen dat het functioneren van de zorgketen tekort schiet. De IMG achtte het noodzakelijk dat de commandant Defensie Gezondheidszorg Organisatie (DGO) en de stafartsen van de operationele commando’s meer betrokken moesten zijn bij de planning en inzet van zowel de reguliere als de operationele zorgvoorzieningen. Het recente rapport van de Onderzoeksraad Voor Veiligheid over het mortierongeval in Mali, bevestigde deze observaties van de IMG. Inmiddels heeft Commandant DGO, als Medische Autoriteit Defensie en integrale kwaliteitsbewaker voor de uitvoering van de militaire gezondheidszorg, de volgende maatregelen genomen:
− Herziening medische normen ten aanzien van missies, vorm te geven door middel van een inzetmatrix en de aanpassing van de verschillende relevante procedures en documenten;
− Versterking van de rol van de medische autoriteit voorafgaand aan missies;
− Verbetering beoordeling medische ketens door de C-DGO/medische autoriteit Defensie en de IMG.
Vastgoed gezondheidszorg
De DGO heeft in het kader van de reorganisaties in 2016 het aantal eerstelijnszorglocaties teruggebracht van 39 naar 30. Zowel de reorganisatie als ook het achterstallige onderhoud aan de verschillende vastgoedobjecten maakte aanpassing van en investeringen in de huisvesting dringend noodzakelijk. Dit zijn langdurige projecten. U bent daarover in het voorjaar van 2017 geïnformeerd. Het vastgoed DMP-A traject en aanbestedingstraject is opgestart. De uitvoering vindt plaats tussen 2018 en 2024.
Per 1 november 2016 heeft de IMG het gezondheidscentrum in Stroe-Garderen gesloten vanwege de slechte staat van onderhoud. Eerder was ook het gezondheidscentrum Ermelo gedeeltelijk gesloten. Er zijn voor deze twee locaties ten aanzien van het vastgoed interim- maatregelen genomen. Deze zijn nog steeds van kracht. Dit laat de noodzaak voor een structurele oplossing onverlet, temeer omdat ook de interim- voorziening in Ermelo onlangs wegens rioleringsproblemen voor enkele weken is gesloten. De nieuwbouw Stroe-Garderen en Ermelo zal in 2018 respectievelijk 2019 gereed zijn. De verbouwing van het CMH is in volle gang en wordt naar verwachting in januari 2019 voltooid.
Voedselveiligheid
De IMG constateerde in 2016 dat de infrastructuur van kazernekeukens op een aantal plaatsen tekortschiet. Recente gebeurtenissen in onder andere Den Helder waarbij de kantine en eetzaal van het «Meeuwennest», na een eigen keuring zijn gesloten, laten zien dat we geen risico’s accepteren ten aanzien van de voedselveiligheid. Daarnaast heeft de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit eind 2017 een onvoldoende werking van het Kwaliteitssysteem Voedselveiligheid geconstateerd. Daarop heeft Defensie een integraal actieplan voedselveiligheid opgesteld waarin verbetermaatregelen zijn opgenomen voor de korte- en lange termijn op het gebied van richtlijnen, kwaliteitscontroles door externen, hygiëne opleidingen, locatie-inspecties en infrastructurele tekortkomingen. Kleine infrastructurele tekortkomingen worden dit jaar verholpen. Ook is er een top tien opgesteld van locaties waar de grootste knelpunten zijn. Het Rijksvastgoedbedrijf inspecteert dit jaar de locaties uit deze top tien, waarna een adviesrapportage volgt. Vanaf 2019 kunnen de geconstateerde problemen worden opgelost. De locatie Meeuwennest zal worden vervangen door nieuwbouw (de oplevering wordt in 2023 verwacht). In de tussenliggende periode zullen de nodige investeringen worden gedaan om door te kunnen gaan met de voedselbereiding en -verstrekking en daarbij uiteraard te voldoen aan de wet- en regelgeving.
Tot slot
Het werken aan de kwaliteit van de militaire gezondheidszorg is een continu proces. Ik heb grote waardering voor de inspanningen, het geduld, de betrokkenheid en de professionaliteit van het personeel dat werkzaam is in de militaire gezondheidszorg. Ik ben ervan overtuigd dat de IMG ons blijvend scherp houdt. Binnenkort zal het IMG jaarverslag over 2017 verschijnen.
De Staatssecretaris van Defensie, B. Visser