Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 september 2017
Met het oog op de bevindingen van de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OvV) over de tragische gebeurtenis in Kidal op 6 juli vorig jaar, heb ik vanmorgen per direct een operationele pauze gelast en worden in alle missiegebieden extra veiligheidscontroles uitgevoerd op het gebied van munitie en medische opvang. De veiligheid en gezondheid van onze mensen staan altijd voorop. Ook het thuisfront moet daar op kunnen vertrouwen.
Deze operationele pauze heeft tot doel om nogmaals zeker te stellen dat alles op orde is en procedures worden nageleefd. Gesprekken met militairen, waarin nadrukkelijk processen, systemen en taken aan de orde komen, evenals de verantwoordelijkheden en het veiligheidsbewustzijn van onze mensen in de missies, zijn derhalve onderdeel van de controles. Per missiegebied is de hoogste Nederlandse commandant – de Senior National Representative (SNR) – belast met de uitvoering. De SNR rapporteert direct aan de Commandant der Strijdkrachten. Afhankelijk van het missiegebied en de betrokken eenheden kan de controle een aantal dagen in beslag nemen. Uiteraard wordt u geïnformeerd over de uitkomsten hiervan.
De OvV richt zich nadrukkelijk niet op schuld of aansprakelijkheid. Ik acht het echter van essentieel belang dat wordt vastgesteld of er op enigerlei moment sprake is geweest van nalatig en/of verwijtbaar handelen. Op de kortst mogelijke termijn stel ik dan ook een onderzoek in, onder leiding van een externe voorzitter, naar de werkwijzen die de door de OvV geconstateerde tekortkomingen mogelijk hebben gemaakt.
Voornoemde maatregelen zijn een aanvulling op de maatregelen die ik gisteren, bij de aanbieding van het OvV-rapport, heb gemeld (Kamerstuk 34 775 X, nr. 7).
De tragische gebeurtenis in Kidal, waarbij twee militairen zijn omgekomen en een derde militair zwaar gewond raakte, heeft ons allemaal, zoals gezegd, diep geraakt. Alles is erop gericht om herhaling te voorkomen. Volledige openheid van zaken acht ik van groots belang, voor de nabestaanden in het bijzonder. Daarom voer ik a.s. dinsdag graag met uw Kamer het debat.
De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert