Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 januari 2018
Met deze brief ga ik in op het verzoek van de vaste commissie voor Defensie van 22 december 2017 om te reageren op de berichtgeving van Zembla in de radiouitzending van Nieuws BV van 21 december 2017 over het verlies van informatie over het gebruik van gevaarlijke stoffen, waaronder chroom-6, uit personeelsdossiers.
Het gaat om (oud-)medewerkers die op de vliegbases van Twente, Soesterberg en Gilze-Rijen met het kankerverwekkende chroom-6 werken of hebben gewerkt.
Op 12 maart 2015 is er door één van de betrokkenen een melding over de vermissing van de registratieformulieren gedaan waarbij hij tevens melding deed van acht andere medewerkers die hetzelfde zou zijn overkomen. Defensie heeft naar aanleiding van deze melding onderzoek gedaan. Daarbij is vastgesteld dat er in één van de negen genoemde gevallen, niet zijnde de melder, geen blootstellingsregistratie van gevaarlijke stoffen is aangetroffen. De melder is op 16 maart 2015 hiervan op de hoogte gesteld. De medewerker waarvan in het personeelsdossier de blootstellingsregistratie ontbrak wordt hierover door de CLSK geïnformeerd.
Bij de melder is wel een blootstellingsregistratie aangetroffen, maar niet het formulier waarom hij had gevraagd. De verwijdering van dat formulier heeft onbedoeld plaatsgevonden tijdens een opschoning van de personeelsdossiers, voorafgaand aan het scannen van de documenten ten behoeve van de digitalisering van de personeelsdossiers. De melder is hierover op 16 november 2015 geïnformeerd.
Om herhaling in de toekomst te voorkomen zijn er sinds 2016 twee vaste formulieren in het digitale dossier van elk personeelslid opgenomen ten behoeve van de blootstellingsregistratie van gevaarlijke stoffen.
Het ontbreken van een blootstellingsformulier in het digitale personeelsdossier is overigens geen beletsel om in het geval van blootstelling aan chroom-6 een beroep te doen op de coulanceregeling.
De Staatssecretaris van Defensie, B. Visser