Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 december 2017
De gewijzigde motie van de leden Agema en Popken (PVV) van 28 november jl. verzoekt de regering een einde te maken aan de regeling faciliteiten Turkse dienstplicht defensieambtenaren (Kamerstuk 34 775-X, nr. 55). In het ordedebat van 28 november jl. heeft het lid Agema de regering verzocht om een brief waarin wordt toegelicht hoe Defensie deze motie gaat uitvoeren (Handelingen II 2017/18, nr. 27, Stemmingen moties Begroting Defensie 2018 (inclusief Kustwacht Caribisch NL uit de begroting Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII)). Met deze brief geef ik gevolg aan dat verzoek.
Met verschillende eerdere brieven is uw Kamer geïnformeerd dat de genoemde regeling deel uitmaakt van de arbeidsvoorwaardelijke afspraken betreffende de rechtspositie van het personeel van Defensie. Voor het aanpassen of intrekken van een dergelijke regeling is overeenstemming nodig met de centrales van overheidspersoneel. Ik zal het onderwerp daarom opnieuw aan de orde stellen in het georganiseerd overleg. Het onderwerp wordt begin 2018 geagendeerd in de werkgroep Algemeen Personeelsbeleid en ik zal u daarna op de hoogte brengen van de uitkomst.
De Staatssecretaris van Defensie, B. Visser