Kamerstuk 34775-VIII-88

Motie van het lid Van den Hul c.s. over de salariskloof tussen het primair onderwijs en het voortgezet onderwijs

Dossier: Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2018


49,3 %
50,7 %

CU

PvdD

SP

PVV

D66

VVD

FVD

50PLUS

CDA

DENK

SGP

GL

PvdA


Nr. 88 MOTIE VAN HET LID VAN DEN HUL C.S.

Voorgesteld 7 december 2017

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het voor het tegengaan van het huidige en toekomstige lerarentekort in het primair onderwijs cruciaal is om de salariskloof voor leerkrachten tussen het primair onderwijs en het voortgezet onderwijs te dichten;

overwegende dat deze salariskloof, naast het verminderen van de werkdruk, de belangrijkste factor is voor studenten, de thuiszittende stille reserve, potentiële zijinstromers en vertrekkende leerkrachten, om het primair onderwijs te mijden;

overwegende dat binnen de huidige OCW-begroting niet voorzien kan worden in voldoende middelen om de salariskloof én de werkdruk effectief aan te pakken;

spreekt uit dat de bestaande salariskloof tussen het primair onderwijs en het voortgezet onderwijs onwenselijk, ondeugdelijk, en oneerlijk is en te streven naar het dichten van de salariskloof tussen leraren in het primair onderwijs en het voortgezet onderwijs;

verzoekt de regering, in overleg met het onderwijsveld, vertegenwoordigd in het PO-Front, hiertoe langetermijnvoorstellen uit te werken, inclusief financiële consequenties voor het dichten van de genoemde salariskloof,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van den Hul

Westerveld

Kwint

Kuzu

Van Raan