Ontvangen 6 december 2017
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
Aan het opschrift wordt toegevoegd: en wijziging van de Wet bankenbelasting.
II
In de beweegreden wordt na «van het Rijk behoren» ingevoegd: alsook dat het noodzakelijk is de Wet bankenbelasting te wijzigen teneinde te kunnen voorzien in dekking voor meer middelen voor leraren in het primair onderwijs.
III
Na artikel 3 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
IV
De begrotingsstaat wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 1 Primair onderwijs worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met € 700.000 (x € 1.000).
Een achterblijvende beloning, een angstaanjagende hoeveelheid burn-outs, een toenemende werkdruk en te grote klassen, zetten het primair onderwijs onder grote druk. Een van onderaf opgekomen beweging van leraren als PO in Actie is hier een direct gevolg van.
Het regeerakkoord en de begroting OCW voor 2018 voorzien in enkele maatregelen, echter niet in een afdoende totaalpakket dat het primair onderwijs de aandacht en financiële ruimte geeft waar de sector zo naar snakt.
De indiener is van mening dat primair onderwijs van topniveau, gegeven door meesters en juffen die de waardering krijgen die ze verdienen, van onschatbare waarde is. Teneinde hier toch een financiële uiting aan te geven, zoeken zij aansluiting bij de eisen, zoals geformuleerd door PO in Actie.
Middels een verhoging van de bankenbelasting draagt via dit voorstel de financiële sector iets meer bij aan een hoogwaardige kenniseconomie, waar ook zij van profiteren. De voorgestelde 700 miljoen geven bovendien de ruimte om zowel op het gebied van beloning als op het gebied van werkdruk tegemoet te komen aan de voorstellen van PO in Actie. De tarieven in de Wet bankbelasting worden per 1 januari 2018 verhoogd van 0,044% naar 0,11% voor kortlopende schulden en van 0,022% naar 0,055% voor langlopende schulden.
Kwint Westerveld Van den Hul