Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 30 november 2017
Op grond van artikel 4.24 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) heeft een evaluatie plaatsgevonden van de instellingssubsidie die het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) verstrekt aan Platform31. Dit artikel bevat de verplichting om subsidies die berusten op een wettelijk voorschrift ten minste eenmaal in de vijf jaar te evalueren op doelmatigheid en doeltreffendheid. Deze evaluatie heeft tot doel inzicht te geven in de relevantie, de governance, de doeltreffendheid en de doelmatigheid van het functioneren van de instellingssubsidie aan Platform31 in de periode 2012–2016.
Met deze brief bied ik u – zoals de Minister voor Wonen en Rijksdienst heeft toegezegd in de beleidsdoorlichting over de betaalbaarheid van het wonen (Kamerstuk 34 120, nr. 9) – het evaluatierapport aan dat is uitgevoerd door Ecorys in opdracht van het Ministerie van BZK1. De evaluatie betreft de periode 2012–2016, de eerste jaren dat Platform31 bestaat.
Platform31 is in 2012 ontstaan vanuit de fusie van KEI (Kenniscentrum Stedelijke Vernieuwing), Nicis Institute (Netherlands Institute for City Innovation Studies), NIROV (Nederlands Instituut Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening) en SEV (Stichting Stuurgroep Experimenten Volkshuisvesting). Deze organisaties hadden elk eigen taken.
De taakstelling van Platform31 is het ontwikkelen van kennis in onderzoek, praktijkexperimenten en netwerken samen met andere organisaties en professionals. Het richt zich daarbij op sociale, economische en ruimtelijke vraagstukken. Platform31 ontvangt voor een aantal van zijn taken een instellingssubsidie vanuit het Ministerie van BZK.
Het kader van de huidige instellingssubsidie is de «Subsidieregeling experimenten en kennisoverdracht wonen 2013». Onder deze regeling zijn niet alleen aan Platform31 subsidies verstrekt maar onder andere ook aan De Woonbond, Stichting Milieu Centraal, Stichting Bouwkwaliteit, woningbouwverenigingen in Caribisch Nederland en vele andere organisaties.
In mijn brief van 18 november 2016 (Kamerstuk 34 550 XVIII, nr. 38) heb ik u geïnformeerd over de evaluatie van deze subsidieregeling.
Artikel 2 van deze regeling luidt als volgt:
«De Minister kan subsidie verstrekken aan rechtspersonen die experimenten uitvoeren of kennisoverdrachtactiviteiten verrichten gericht op:
a. het scheppen van randvoorwaarden voor een goed functionerende woningmarkt,
b. het versterken van de positie van de woonconsument,
c. het bevorderen van de kwaliteit van de leefomgeving, of
d. het waarborgen van de minimale kwaliteit van gebouwen en het verbeteren van de kwaliteit van gebouwen, met inbegrip van het stimuleren van energiebesparing.»
Ecorys heeft opgemerkt dat de instellingssubsidie aan Platform31 in de onderzochte periode 2012–2016 voor een breder palet aan activiteiten is gebruikt dan de randvoorwaarden van de subsidieregeling aangeven.
In 2017 is vanuit het Ministerie van BZK een traject in gang gezet waarbij de inhoudelijke verbinding tussen BZK en Platform31 wordt verbeterd, in eerste instantie bij de opstelling van het werkprogramma van Platform31 voor 2018 en het begeleiden van de verschillende projecten in dat jaar. Hiermee wordt geborgd dat de activiteiten die met de instellingssubsidie van het Ministerie van BZK worden uitgevoerd binnen de bandbreedte van de subsidieregeling liggen.
Ook is in lijn met de uitkomsten van de evaluatie de financieringsstructuur aangepast door binnen de subsidie een differentiatie aan te brengen tussen instellingssubsidie en projectsubsidie. Voor 2018 betreft het € 0,4 miljoen van de totale subsidie van € 1,7 miljoen, in 2019 en 2020 zal dit aandeel toenemen. Hiermee wordt meer flexibiliteit gecreëerd doordat er ruimte ontstaat voor nieuwe projecten gedurende het jaar en voor meerjarige projecten.
De aanbevelingen uit het evaluatierapport worden betrokken bij de verdere invulling van de nieuwe werkwijze in de omgang van BZK met Platform31.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren