Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 februari 2018
Hierbij bied ik u het rapport »De dood als startpunt» van de Taskforce lijkschouw en gerechtelijke sectie (hierna: de Taskforce) aan1.
De Taskforce is op 6 januari 2017 door mijn ambtsvoorganger ingesteld, naar aanleiding van de bevindingen in het rapport «De lijkschouw en sectie nader beschouwd» (Kamerstuk 34 550 VI, nr. 29). Het voorzitterschap de Taskforce was belegd bij mevrouw mr. I.R. Adema.
De Taskforce had tot taak onderzoek te doen naar de keten van lijkschouw tot gerechtelijke sectie, teneinde te achterhalen of er onvolkomenheden zijn waardoor gevallen van een onnatuurlijke dood als gevolg van een misdrijf niet worden herkend. Tevens is de Taskforce verzocht onderzoek te doen naar de oorzaken van de daling van het aantal gerechtelijke secties vanaf 2005 en om onderzoek te doen naar de aanbevelingen 17 tot en met 20 van het rapport «De lijkschouw en sectie nader beschouwd». De taskforce heeft naar aanleiding van het onderzoek en de bevindingen in dat kader aanbevelingen gedaan ter verbetering van de werking van de gehele keten van lijkschouw tot en met de gerechtelijke sectie.
Ik ben de Taskforce zeer erkentelijk voor het gedegen onderzoek en de daaruit volgende conclusies en aanbevelingen en zal deze, in overleg met mijn collega’s van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en die van Binnenlandse Zaken en koninkrijksrelaties, van een inhoudelijke beleidsreactie voorzien.
De beleidsreactie zal worden opgesteld in samenhang met de rapporten «Verankering voor de toekomst» (Kamerstuk 28 345, nr. 174) over de forensisch medische expertise voor kinderen en het rapport «Toekomst voor de forensische geneeskunde» (Kamerstuk 33 628, nr. 22) over forensisch medisch onderzoek en medische arrestantenzorg. De beleidsreactie is u reeds toegezegd voor dit voorjaar.
De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus