Ontvangen 24 november 2017
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
De departementale begrotingsstaat wordt als volgt gewijzigd:
I
In artikel 91 Apparaat kerndepartement worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verlaagd met € 638,207 (x € 1.000).
II
In artikel 32 Rechtspleging en rechtsbijstand worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met € 638,207 (x € 1.000).
Dit amendement strekt ertoe om 638.207 euro beschikbaar te stellen aan de Stichting Geschillencommissies Consumentenzaken (hierna: de SGC). In de begroting van Justitie en Veiligheid wordt de subsidie de komende jaren afgebouwd, waardoor de SGC in 2018 te maken krijgt met een korting op het budget.
Al twee maal eerder sprak de Kamer zich uit om de subsidie voor de SGC op peil te houden.
Bij de behandeling van de begroting van Veiligheid en Justitie voor 2016 is in de Tweede Kamer middels het amendement Van Nispen c.s. (Kamerstukken II 2015/16, 34 300 VI, nr. 26) door de fracties van de SP, PvdA, VVD, CDA, PVV, D66, ChristenUnie, GroenLinks, SGP, PvdD, 50PLUS, GrKÖ, GrBvK, Houwers en Van Vliet uitgesproken dat de bezuiniging op de SGC onwenselijk is en is 353.000 euro beschikbaar gesteld.
Bij de behandeling van de begroting van Veiligheid en Justitie voor 2017 is in de Tweede Kamer middels het amendement van het lid Van Nispen c.s. (Kamerstukken 2016/2017 34 550 VI, nr. 21) eenzelfde bezuiniging op de SGC tegengehouden. Dit amendement werd door de gehele Kamer gesteund.
Allereerst heeft de SGC aangegeven dat het afbouwen van de subsidie het einde zal betekenen van de geschillencommissies consumentenzaken, de eerste branches hebben zich al teruggetrokken. Voor deze alternatieve vorm van geschilbeslechting is het van belang dat zowel de consument, de ondernemer als de overheid hieraan meebetalen. De beperkte bijdrage vanuit de overheid (ongeveer 20 procent van het totaal) wekt het vertrouwen van consument en bedrijfsleven dat de overheid zich gecommitteerd heeft aan dit stelsel.
Consumenten(organisaties) en ondernemers(organisaties) zijn tevreden over het functioneren van deze geschillencommissies, die jaarlijks een substantieel aantal schikkingen bewerkstelligen en geschillen afhandelen. Het is een laagdrempelige, snelle en goedkope manier voor hen om buiten de rechter om een geschil voor te leggen aan onafhankelijke deskundigen. Er wordt dan ook niet voor niets door andere Europese landen met belangstelling gekeken naar deze alternatieve geschilbeslechting.
De overheid is verder verplicht om op grond van de Europese Richtlijn ADR en de daaruit voortvloeiende Implementatiewet buitengerechtelijke geschillenbeslechting consumenten zelf in een soortgelijke infrastructuur te voorzien. Uiteindelijk is de overheid dus verantwoordelijk voor het in stand houden van de geschillencommissies. Het kost meer geld om deze opnieuw op te bouwen, dan de bestaande succesvolle geschillencommissies te behouden.
Tot slot is indiener van mening dat het prematuur is om de subsidie af te bouwen, aangezien er in 2018 een evaluatie van de SGC zal plaatsvinden. Het is dan ook raar om juist nu de subsidie drastisch te verminderen.
De dekking van dit amendement kan gevonden worden in de op artikel 91 gereserveerde middelen voor inhuur van externen. Door in 2018 niet meer externen in te huren dan in 2017 het geval was, vallen er middelen vrij.
Van Nispen Kuiken Buitenweg