Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 maart 2018
In reactie op het verzoek van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken over de uitspraken van de Britse premier inzake betrokkenheid van Rusland bij de aanslag en de ontstane diplomatieke situatie kan het kabinet uw Kamer het volgende mededelen.
Het kabinet is geschokt door de aanslag die op 4 maart jl. werd gepleegd op het leven van Sergej Skripal en zijn dochter en veroordeelt deze aanslag ten zeerste. Tijdens mijn telefoongesprek met Minister Boris Johnson heb ik hem deze boodschap overgebracht. Ook heb ik mijn sterke medeleven betuigd met de slachtoffers van deze aanslag en met het hele Britse volk.
Een veroordeling van deze aanslag is des te meer op zijn plaats omdat hij is uitgevoerd met een chemisch wapen. Elke inzet van chemische wapens is verwerpelijk. Onschuldige burgers zijn willens en wetens blootgesteld aan wat een groot gevaar kan vormen voor de volksgezondheid. Geen enkele soevereine staat kan een dergelijke aanslag op zijn grondgebied tolereren.
Met het gebruik van een gifstof is bovendien een internationale norm overschreden. Gezien de ernst van de feiten is in de optiek van het kabinet niet alleen waarheidsvinding van groot belang, maar ook gerechtigheid. Nederland steunt het Verenigd Koninkrijk nadrukkelijk in zijn zoektocht naar de waarheid.
Het VK heeft op 14 maart de volgende maatregelen aangekondigd: uitzetting van 23 Russische diplomaten, het bevriezen van sommige Russische tegoeden in het VK, het opschorten van bilaterale diplomatieke contacten op hoog niveau met Rusland en het wegblijven van VIP’s bij het WK-voetbal in Rusland.
Het kabinet doet geen uitspraken over de precieze toedracht van de aanslag, wie de daders zijn en waar zij vandaan komen. Het kabinet steunt de Britse verklaring dat een bijzonder gevaarlijk chemisch wapen is gebruikt. Het kabinet heeft begrip voor het grote ongenoegen van het Verenigd Koninkrijk dat Rusland niet volledige openheid van zaken geeft aan de OPCW over zijn zgn. Novitsjok-programma.
In NAVO-, EU-, VN- en OPCW-verband is Nederland in nauw overleg met bondgenoten en internationale partners over deze aanslag, evenals met de Britse autoriteiten zelf. Zo heeft Nederland gisteren in de OPCW een verklaring afgegeven waarin steun wordt uitgesproken aan het Britse onderzoek. Ook in EU-verband zal een vergelijkbare verklaring worden uitgesproken. De Raad van Buitenlandse Zaken van 19 maart zal op Brits verzoek over deze kwestie spreken. De Voorzitter van de Europese Raad (ER), de heer Tusk, heeft dit vraagstuk ook op de agenda van de ER gezet van 22–23 maart.
In de Noord-Atlantische Raad heeft Nederland een verklaring gesteund waarin Rusland wordt opgeroepen volledige openheid van zaken aan de OPCW te geven over zijn zgn. Novitsjok-programma. In de VN-Veiligheidsraad zal Nederland, als tijdelijke voorzitter, een ingelaste briefing over deze zaak faciliteren op verzoek van het Verenigd Koninkrijk, waarbij Nederland op nationale titel een sterke boodschap zal afgeven langs lijnen van deze brief.
De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok