Voorgesteld 22 februari 2018
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de Kamer in de breed gesteunde motie Rouvoet c.s. (21501–20, nr. 270) de regering heeft verzocht om in het kader van de dialoog met Turkije voortdurend en nadrukkelijk de erkenning van de Armeense genocide aan de orde te stellen;
overwegende dat moties die nadien zijn ingediend betreffende de Armeense genocide, niet moeten worden beschouwd als een afzwakking, maar als een aanvulling op deze motie;
verzoekt de regering, daarom, in het kader van de dialoog met Turkije voortdurend en nadrukkelijk de erkenning van de Armeense genocide aan de orde te stellen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van der Staaij