Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 juli 2018
Van 30 juni tot en met 4 juli bracht ik een werkbezoek aan Curaçao, Aruba en Bonaire. Graag informeer ik u over de indrukken en gesprekken die ik had.
Zijne Majesteit de Koning en Hare Majesteit Koningin Máxima luisterden dit jaar op 2 juli met hun aanwezigheid de viering van Dia di Bandera – de dag van de vlag – in Curaçao op. Zowel in Willemstad als in Barber woonden zij de officiële plechtigheden bij. Op de nieuwe megapier onthulde de Koning een plaquette die de naam van Tula, de leider van de slavenopstand in 1795, blijvend aan deze faciliteit – die een impuls geeft aan het cruise-toerisme – verbindt. Ook bezocht het Koninklijk Paar in het havengebied de scheepswerf van Damen Shiprepair Curaçao, waar binnenkort een nieuw droogdok in gebruik zal worden genomen. De ontmoeting met jongeren van de Excel Arts Academy en het gesprek met deelnemers aan het Kansen voor jongeren project vormden de finale van dit koninklijk bezoek.
In Curaçao toonde de gouverneur zich aan de vooravond van het bezoek zeer ingenomen met de aanwezigheid van het Koninklijk Paar, die in de gemeenschap veel enthousiasme losmaakt. Dit onderstreept de koninkrijksband, die ook gestalte krijgt in praktische samenwerking op tal van terreinen. Hierbij verdienen met name de economische initiatieven vermelding, waaronder de recent gehouden investeringsconferentie in Den Haag «Bon bini for business».
Minister-President Rhuggenaath wees op de ervaring die is opgedaan in koninkrijksverband, nadat de orkanen Irma en Maria in september 2017 de bovenwindse eilanden troffen. Op basis hiervan worden nu afspraken gemaakt voor samenwerking bij eventuele toekomstige crises. De zeemacht in het Caribisch gebied vervult hierbij een belangrijke rol, samen met de landen Curaçao, Aruba en Sint Maarten, betrokken ministeries in Nederland en het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in een faciliterende rol.
De sterk verslechterde en nog steeds slechter wordende situatie in Venezuela raakt de benedenwindse eilanden flink. Zeker de economische gevolgen laten zich voelen, onder meer rond de Isla-raffinaderij op Curaçao. Nederland is op verzoek graag bereid assistentie te verlenen bij vraagstukken die zich op de korte en langere termijn voordoen rond de toekomst van de raffinaderij.
Ook sprak ik met Minister-President Rhuggenaath over praktische samenwerking bij het verwezenlijken van de ambities bij innovatie in het bestuur. Op het hoogste ambtelijk niveau is er tijdens het werkbezoek contact geweest over het uitwisselen van kennis en ervaring, die behulpzaam kan zijn bij de verdere opbouw van de ambtelijke organisatie in Curaçao.
Het revitaliseren van probleemwijken stond centraal tijdens een dinerbijeenkomst met ervaringsdeskundigen vanuit zeer uiteenlopende achtergronden. Het was inspirerend te ervaren hoe bevlogen mensen het verschil kunnen maken; dat geeft hoop en inspiratie bij de uitdagingen die Curaçao het hoofd te bieden heeft. Ook hier kan het delen van kennis en contacten in koninkrijksverband behulpzaam zijn. Ik ben desgevraagd graag bereid dit te ondersteunen.
In Aruba had ik besprekingen met gouverneur Boekhoudt en Minister-President Wever-Croes. Met de gouverneur en Minister Lampe van Onderwijs, Wetenschap en Duurzame Ontwikkeling bezocht ik twee scholen, waar zeer betrokken docenten hun leerlingen – soms in uitdagende omstandigheden – een meer dan goede start bezorgen. Met Minister-President Wever-Croes besprak ik de zorgelijke situatie van de Arubaanse overheidsfinanciën. Over het toekomstig toezichtskader bestaat op hoofdlijnen overeenstemming. Dit zal worden uitgewerkt in een protocol en een landsverordening, geldig tot 2022. Hierover zal ik uw Kamer te zijner tijd informeren.
Met Minister Bikker van Justitie sprak ik over samenwerking tussen de vier landen van het Koninkrijk op justitieel terrein. Krachtenbundeling zorgt hier voor effect en meerwaarde. Onder die voorwaarde wordt overwogen om een impuls te geven aan het aanpakken van complexe zaken. Hiervoor zou een deel van de restmiddelen van het ontwikkelingsfonds Fondo Desaroyo Aruba kunnen worden gebruikt. Een restantbedrag van € 500.000,- zal daarnaast worden besteed aan versterking van het integraal plan kinderbescherming in Aruba. Met de besteding van deze middelen komt straks een eind aan de ontwikkelingssamenwerking tussen Nederland en Aruba. Nederland wil in de periode hierna gerichte initiatieven van Aruba ondersteunen, met name door het leggen van verbindingen en het helpen bij aanboren van expertise.
Vertegenwoordigers van politieke partijen – zowel coalitie als oppositie – gaven in een gesprek met mij hun visies op de actuele politieke situatie in Aruba. Van mijn kant heb ik benadrukt dat het van groot belang is, over vaak scherpe partijpolitieke grenzen heen, te zoeken naar consensus en draagvlak; dit in het belang van de bevolking van Aruba.
Op Bonaire heb ik gesprekken gevoerd met gezaghebber en gedeputeerden – zowel individueel als collectief – en met de eilandsraad. In gesprekken met de leden van het bestuurscollege is de personele capaciteit, het rapport van de rijksrecherche en het af te sluiten bestuursakkoord besproken. Dit alles in een poging de impasse te doorbreken die het eiland nu al jarenlang in een bestuurlijke surplace gevangen houdt. Het vijfde bestuurscollege in vier jaar tijd staat op een kruispunt. Ik heb erop aangedrongen voortvarend aan de slag te gaan. Dat geeft toegang tot de investeringsmogelijkheden die het kabinet biedt uit de regio envelop, naast de betekenisvolle impuls bij het tegengaan van armoede waartoe recent is besloten.
Een brief met beleidsprioriteiten die ik recent van het bestuurscollege ontving biedt daarvoor nog niet voldoende aanknopingspunten. Alleen een concretere agenda en een ambitieuzer tijdpad bieden zicht op daadwerkelijke oplossingen voor urgente problemen. Het kabinet is bereid hierover afspraken te maken in een overkoepelend bestuursakkoord.
Tot mijn genoegen heeft het bestuurscollege aangegeven deze uitdaging te willen aangaan. De eilandsraad gaf in het gesprek dat ik met hen had aan dit akkoord te ondersteunen. Ik ben bereid deskundigheid ter beschikking te stellen om te komen tot een plan dat uitvoerbaar is en effect sorteert. In het vroege najaar wil ik met alle betrokkenen de balans opmaken. Ik zal u op dat moment nader, in lijn met de toezegging die ik deed in het AO van 21 juni 20181 naar aanleiding van de vraag van Kamerlid Van Dam (CDA), informeren over de vorderingen om het bestuur op Bonaire te versterken.
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.W. Knops