Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 mei 2018
Het onderzoek naar een ijkpunt voor de bestaanszekerheid (sociaal minimum) voor Caribisch Nederland is aan beide Kamers der Staten-Generaal toegezegd. Deze brief wordt dan ook gelijkluidend aan de beide Kamers toegezonden en dient tevens als reactie op de bij brief van 5 april 2018 door de Eerste Kamer gestelde vraag over de planning.
Bij de start van het onderzoek is de planning gericht op afronding per maart/april 2018. Dat lukt in zoverre, dat het onderzoeksbureau eind april 2018 een integraal rapport in concept gereed heeft. Het concept-rapport ligt dan ter beoordeling voor bij de leden van de klankbordgroep, die bestaat uit vertegenwoordigers van het Rijk en de openbare lichamen. Deze fase is belangrijk om de feitelijke juistheid, volledigheid en consistentie te bepalen. Daarbij is bovendien denkbaar dat er nog nadere vragen bij het onderzoeksbureau moeten worden teruggelegd.
Aan de doorlooptijd van deze afrondingsfase wil ik geen harde termijn verbinden, vooral omdat ik de vertegenwoordigers van de openbare lichamen in de klankbordgroep de tijd wil geven die zij – gelet op de hen ter beschikking staande capaciteit – nodig hebben om het concept-rapport te beoordelen. Dit is essentieel uit oogpunt van het belang van draagvlak voor de uitkomsten van het onderzoek.
Het streven is gericht op gelijktijdige aanbieding van het onderzoeksrapport met de inhoudelijke kabinetsreactie aan uw Kamer.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, T. van Ark