Kamerstuk 34775-IV-32

Verslag van een werkbezoek aan Sint Eustatius en Sint Maarten en de 28e voortgangsrapportage van de Voortgangscommissie Sint Maarten over de plannen van aanpak politie en gevangenis

Dossier: Vaststelling van de begrotingsstaten van Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds (H) voor het jaar 2018

Gepubliceerd: 22 februari 2018
Indiener(s): Raymond Knops (staatssecretaris binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (CDA)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34775-IV-32.html
ID: 34775-IV-32

Nr. 32 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 februari 2018

Van 7 tot en met 9 februari jl. heb ik een bezoek afgelegd aan de Bovenwindse eilanden Sint Eustatius en Sint Maarten. Middels deze brief informeer ik u over mijn bevindingen en bied ik u de 28e voortgangsrapportage aan van de Voortgangscommissie Sint Maarten over de plannen van aanpak politie en gevangenis1.

Sint Eustatius

In de kabinetsreactie op het rapport van de commissie van wijzen (Kamerstuk 31 568, nr. 196) en tijdens de parlementaire behandeling van het wetsvoorstel Voorziening in het bestuur van het openbaar lichaam Sint Eustatius (Kamerstuk 34 877, nr. 2) heb ik u geïnformeerd over het voornemen om het bestuur van Sint Eustatius op orde te brengen (Kamerstuk 34 877, nr. 6). Zoals bekend ben ik onmiddellijk na aanvaarding van het wetsvoorstel door de Staten-Generaal afgereisd naar Sint Eustatius om de wet aan bestuur en bevolking toe te lichten. De gedeputeerden en eilandsraadsleden hadden allen gehoor gegeven aan de uitnodiging die waarnemend Gezaghebber Woodley namens mij had verzonden. Op de ochtend van 7 februari heb ik hen uit hun taak ontheven zoals volgde uit het aanvaarden van het wetsvoorstel. Aansluitend hebben de gedeputeerden en eilandsraadleden gereageerd en heb ik hun vragen beantwoord.

Aan het begin van die middag heb ik regeringscommissaris Franco en zijn plaatsvervanger Stegers beëdigd. Vervolgens heb ik met hen in een druk bezochte zogeheten townhall meeting een toelichting gegeven op het helaas onvermijdelijke besluit de eilandsraad, de waarnemend gezaghebber en het bestuurscollege van hun taken te ontheffen. Tijdens deze bijeenkomst, die bijna twee uur duurde, heb ik samen met de regeringscommissaris en zijn plaatsvervanger zo goed mogelijk geprobeerd antwoord te geven op tal van vragen. Daarbij heb ik ook aangegeven begrip te hebben voor de emoties die tijdens de sessie werden geuit.

Inmiddels heb ik kunnen vaststellen dat de regeringscommissaris en zijn team de nieuwe taak voortvarend hebben opgepakt, waarbij zij nadrukkelijk ook de verbinding zoeken met de bevolking en het ambtelijk apparaat. Zoals toegezegd zal ik u per kwartaal – en als daar aanleiding toe is vaker – over de voortgang informeren. Een eerste rapportage is voorzien in juni dit jaar.

Sint Maarten

Aansluitend ben ik doorgereisd naar Sint Maarten. Donderdag 7 en vrijdag 8 februari stonden in het teken van kennismaking met het nieuwe interim- kabinet van Sint Maarten en het bezoeken van de eerste projecten die zijn gefinancierd uit de «early recovery phase» van het Nederlandse wederopbouwfonds.

Met de gouverneur en de raad van ministers in Sint Maarten besprak ik de politieke situatie en de inspanningen rond de wederopbouw. Ook is de afvalproblematiek op Sint Maarten aan bod gekomen. Ik heb benadrukt dat, indien Sint Maarten dit probleem met prioriteit wil aanpakken en de samenwerking met Frankrijk zoekt, ik mij ook op Europees niveau wil inzetten om deze samenwerking te realiseren. Minister-President Romeo-Marlin heeft verzocht om internationale waarnemers bij de verkiezingen van 26 februari aanstaande. In goed overleg met het Ministerie van Buitenlandse Zaken wordt gewerkt aan een missie waaraan OAS, IFES en de hoofden burgerzaken van Curaçao en Aruba deelnemen. Tevens nemen aan deze missie een lid van de Tweede Kamer en een lid van de Eerste Kamer deel, waarmee ik gehoor heb gegeven aan de toezegging om ook het Nederlandse parlement onderdeel te laten zijn van de waarnemingsmissie.

In de gezamenlijke persconferentie met Minister-President Romeo-Marlin heb ik benadrukt dat, hoewel de tijd tot de verkiezingen op 26 februari aanstaande kort is, ik een goede samenwerking met dit interim- kabinet ervaar. Zij staan voor een belangrijke opgave om de prioriteiten voor de wederopbouw van Sint Maarten op te nemen in het National Recovery Plan.

Donderdagmiddag en vrijdagochtend heb ik diverse projecten bezocht die in de eerste fase van wederopbouw zijn gefinancierd met in totaal € 7 miljoen euro uit het wederopbouwfonds. Deze projecten hebben direct resultaat voor de bevolking en worden uitgevoerd door lokale, non gouvernementele en internationale organisaties. Dit programma startte met een bezoek aan twee woningen die zijn gerepareerd door het Sint Maarten Development Fund. Hierna heb ik bij het Wit Gele Kruis twee klassen bezocht waar deelnemers worden omgeschoold voor werk in de zorg en in de bouw. In het Raoul Illidge Sport Complex heb ik gezien hoe UNICEF in samenwerking met de KVNB jongeren life skills bijbrengt door middel van sport. Vrijdagochtend heb ik in het kader van het schoolmaaltijdenprogramma van het Rode Kruis ontbijt uitgedeeld aan basisschoolklassen. Hierna heb ik tijdens de clean-up onder regie van de UNDP samen met vrijwilligers en betaalde tijdelijke krachten orkaanafval opgeruimd. Mijn bezoek aan Sint Maarten heb ik afgesloten met een kennismaking met twee ondernemers, die met een lening van Qredits hun bedrijf hebben kunnen herstarten.

Ministerieel Overleg Voortgangscommissie Sint Maarten

Tijdens mijn bezoek aan Sint Maarten heb ik tevens Ministerieel Overleg kunnen voeren met Minister-President Romeo-Marlin en Minister De Weever van Justitie. Dit ministerieel overleg komt voort uit de algemene maatregel van rijksbestuur inzake de samenwerkingsregeling waarborging uitvoering plannen van aanpak landstaken Curaçao en Sint Maarten. Met hen besprak ik de bevindingen in de 28e voortgangsrapportage, die op 29 januari jl. aan Minister-President Romeo-Marlin en mij werd gezonden door de Voortgangscommissie Sint Maarten en die ik uw Kamer bij dezen aanbied.

De 28e voortgangsrapportage rapporteert over de voortgang van de plannen van aanpak op het terrein van het Korps Politie Sint Maarten (KPSM) en de gevangenis Point Blanche en beslaat het derde kwartaal van 2017. In die zin heeft deze voortgangsrapportage een wezenlijk ander karakter dan voorheen, doordat midden in deze periode de orkanen Irma en Maria over de Bovenwindse eilanden raasden, die grote gevolgen hebben gehad voor zowel de gevangenis als voor de opbouw van het politiekorps.

In dat licht heb ik met de beide bewindspersonen gesproken over de werkconferentie rechtshandhaving, die op 21 en 22 januari jl. in Sint Maarten werd gehouden. Tijdens deze werkconferentie, die is gefaciliteerd door mijn ministerie, hebben de meest betrokken diensten van Sint Maarten en Nederlandse ministeries de hoofdlijnen uitgezet voor het plan van aanpak over de uitvoering van de onderlinge regeling versterkt grenstoezicht. Tevens werden de plannen van aanpak voor het herstel van de schade en het weer oppakken van de opbouw van het politiekorps en de gevangenis opgesteld. In het Ministerieel Overleg konden zowel de Minister van Justitie als ik beamen dat de werkconferentie naar tevredenheid is verlopen, waarbij veel bereidheid bestond tussen de verschillende diensten om de samenwerking te versterken. Ik heb er bij Sint Maarten op aangedrongen te komen tot snelle besluitvorming over de plannen van aanpak van de politie en de gevangenis, zodat vlot inzichtelijk is wat er als gevolg van de orkanen Irma en Maria aan herstel noodzakelijk is. Het goedgekeurde plan van aanpak over de politie door de Minister van Justitie van Sint Maarten heb ik inmiddels ontvangen en zal ik zeer spoedig beoordelen. Tot op heden heb ik nog geen inzage in het plan van aanpak over het gevangeniswezen.

Daarnaast is gesproken over de verschillende aanbevelingen van de Voortgangscommissie in de 28e voortgangsrapportage, zoals het vaststellen van de functieboeken en het aanstellen van een programmamanager voor de detentiefunctie van Sint Maarten.

In het geval de regering van Sint Maarten mocht besluiten tot de bouw van een nieuwe gevangenis heb ik laten weten dat ik geen voorstander ben van financiering uit de wederopbouwmiddelen. De gevangenis verkeerde immers voor de orkanen al in een slechte staat en de bedragen die met nieuwbouw gemoeid zijn zouden een onevenredig groot beslag leggen op middelen die voor de wederopbouw bedoeld zijn. Mijn standpunt ontmoette begrip van de kant van mijn gesprekspartners.

De Minister van Justitie meldde mij dat hij voornemens is externe expertise in te schakelen om niet alleen de haalbaarheid van de nieuwbouw van een gevangenis te onderzoeken, maar ook om de verduurzaming van de organisatie en de bedrijfsvoering te bereiken. Zo zou eventueel de Wereldbank kunnen ondersteunen met financiële kennis en expertise. Ik heb gewezen op het advies van de voortgangscommissie om op korte termijn een programmamanager voor het detentiewezen aan te stellen. Gelijktijdig heb ik benadrukt dat de eerste stappen ook al binnen het huidige kader door Sint Maarten gezet kunnen worden, onder andere op het terrein van personeelsbeleid, waar de Voortgangscommissie al vaker aanbevelingen over heeft gedaan in eerdere rapportages.

Afgesproken is dat we in juni opnieuw Ministerieel Overleg zullen voeren, wanneer de Voortgangscommissie hun volgende rapportage heeft opgeleverd.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.W. Knops