Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 februari 2018
Middels deze brief ga ik in op de gedane toezegging van mijn ambtsvoorganger tijdens de begrotingsbehandeling 2017 hoofdstuk IV Koninkrijksrelaties (Handelingen II 2016/17, nr. 12, item 16) inzake het onderzoeken van de mogelijkheden om nader invulling te geven aan het inrichten van een algemeen verwijsloket. Tijdens de behandeling van deze begroting werd door lid Van Laar gevraagd naar de mogelijkheden tot uitbreiding van het algemeen verwijsloket bij de Rijksdienst Caribisch Nederland, in navolging van de suggestie van de Nationale ombudsman en het College voor de Rechten van de Mens om een dergelijk loket op te richten.1
Mijn ambtsvoorganger liet u destijds al weten dat de Rijksdienst Caribisch Nederland reeds een algemeen verwijsloket kent. In het Organisatie- en mandaatbesluit BZK-BES 2012, artikel 3 is onder meer opgenomen dat de Rijksdienst Caribisch Nederland optreedt als loket voor taken die door de Nederlandse ministeries uitgevoerd worden of door instanties van andere (ei)landen. Deze loketfunctie krijgt vorm via een centraal telefoonnummer en e-mailadres, waar mensen terecht kunnen met hun vragen. In het geval van complexe of juridische vragen wordt er doorverwezen naar de juiste instanties.
In de praktijk krijgt de uitbreiding van het algemeen verwijsloket bij de Rijksdienst Caribisch Nederland vorm door een pilot die Saba start om laagdrempelige juridische bijstand en mediation mogelijk te maken. Dit initiatief wordt samen met de ketenpartners vormgegeven en is vanuit BZK financieel ondersteund. Met de financiële bijdrage van mijn ministerie, die ik Saba eind vorig jaar heb toegekend, wordt gewerkt aan het opleiden van mensen, het ontwikkelen van procedures en promotiemateriaal en het inrichten van een locatie waar mensen terecht kunnen met hun juridische vragen.
Eind 2018 zal Saba een voortgangsrapportage aan mij overhandigen over de eerste resultaten van dit juridisch loket. Deze pilot is wat mij betreft een voorbeeld van hoe maatwerk kan worden geleverd, passend bij de lokale behoeften en wensen.
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.W. Knops