Vastgesteld 13 oktober 2017
De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.
De vragen zijn op 29 september 2017 voorgelegd aan de Minister-President, Minister van Algemene Zaken. Bij brief van 13 oktober 2017 zijn ze door de Minister-President, Minister van Algemene Zaken beantwoord.
Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.
De fungerend voorzitter van de commissie, P. Dijkstra
De waarnemend griffier van de commissie, Hendrickx
Vraag 1
Kunt u concreet en specifiek toelichten wat wordt verstaan onder «overig» in de zin «Alle niet-juridisch verplichte uitgaven van € 3.372 (x € 1.000) hebben op dit moment als bestemming «overig»»? Waar wordt dit geld aan uitgegeven? Indien u dit niet kunt toelichten, waarom niet?
Antwoord op vraag 1
Conform de rijksbegrotingsvoorschriften worden alle niet-juridisch verplichte uitgaven als deze minder dan 25% van het begrotingsartikel bedragen, niet toegelicht en opgenomen onder het kopje «overig». Voor dit artikel betreft het de materiële uitgaven van onder andere de Rijksvoorlichtingsdienst en de Wetenschappelijke Raad voor Regeringsbeleid.
Vraag 2
Kunt u het budget voor de Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden nader toelichten?
Antwoord op vraag 2
Het bedrag in de begroting heeft betrekking op een personele en materiele component. De personele component bedraagt circa € 0,4 miljoen en heeft betrekking op de leden van de commissie en de ondersteunende staf. De materiele component bedraagt circa
€ 0,2 miljoen en is bestemd voor de facilitaire voorzieningen waaronder huisvesting, telecommunicatie, ICT e.d.
Vraag 3
Op welke wijze is er in de onderraden aandacht voor ICT dan wel digitalisering?
Antwoord op vraag 3
Op 28 mei 2014 is de Nationaal Commissaris Digitale Overheid ingesteld (Kamerstukken II, 2013–2014, 26 643, nr. 314). Tegelijkertijd is de Ministeriële Commissie Digitale Overheid in het leven geroepen, die fungeert als onderraad ter voorbereiding op de ministerraad. Deze ministeriële commissie heeft tot taak de noodzakelijke afspraken te maken om een, voor burgers en bedrijven, beschikbare en veilige generieke digitale infrastructuur van de overheid te realiseren. Een dergelijke digitale infrastructuur is immers een voorwaarde voor het goed functioneren van de overheid.