Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 juli 2018
In de MIRT brief van juni 2018 (Kamerstuk 34 775 A, nr. 72) heb ik u gemeld dat voor de Zuidelijke Ringweg Groningen (ZRG) de opdrachtnemer, de combinatie Herepoort (CHP) een vertraging van 2 jaar verwacht. In overleg met de opdrachtnemer en de regionale partijen wordt dat nader uitgewerkt. Een van de mogelijkheden die door de opdrachtnemer was voorgesteld om de vertraging te minimaliseren was een zomerstremming van 5 weken voor de zuidelijke rijbaan van de A7 in Groningen. In die periode zouden dan voorbereidende werkzaamheden voor de verdiepte ligging van de ZRG worden uitgevoerd. Door de stuurgroep ZRG is een aantal randvoorwaarden gesteld om die stremming toe te staan. Vorige week is duidelijk geworden dat CHP niet heeft voldaan aan de gestelde randvoorwaarden; daarom hebben de gezamenlijke opdrachtgevers (Provincie Groningen, gemeente Groningen en Rijkswaterstaat) op 16 juli besloten die zomerstremming niet toe te staan.
Volgens informatie van CHP zou, door het niet doorgaan van de zomerstremming, de vertraging kunnen oplopen tot 3 jaar. CHP heeft echter ook andere mogelijkheden om te versnellen aangegeven. Daarom is in overleg met CHP afgesproken dat er op korte termijn een plan van aanpak wordt opgesteld voor het vervolg van het project. Daarin worden zowel de gevolgen voor de uitvoering, de kwaliteitsbeheersing en de planning van het project als de financiële en juridische aspecten in beeld gebracht.
Zodra er meer zekerheid is over de omvang van de vertraging zal ik u hierover informeren.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga