Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 juni 2018
Hierbij doe ik u de heden door mij getekende Startbeslissing voor de A15 Papendrecht–Gorinchem toekomen1. Hiermee kan de MIRT-verkenning van start gaan. Dit is mede mogelijk geworden dankzij de extra middelen, die het kabinet beschikbaar heeft gesteld voor een inhaalslag in infrastructuur.
A15 Papendrecht–Gorinchem
Nut en noodzaak
In de Nationale Markt- en Capaciteitsanalyse (NMCA) 2017 komt het tracé Papendrecht–Gorinchem naar voren als een belangrijk knelpunt dat hoge economische verlieskosten kent bij zowel een laag als een hoog groeiscenario. Het tracé vervult een cruciale rol in de doorstroming op de as Rotterdam–Duitsland en voor de bereikbaarheid in de regio. Het toenemende verkeersaanbod betekent dat de bereikbaarheid van economisch belangrijke locaties steeds verder onder druk komt te staan.
In het BO MIRT 2017 is afgesproken voor de zomer 2018 een brede MIRT-Verkenning op de A15 te starten met tenminste het NMCA-traject Gorinchem–Papendrecht. Samen met de partijen op de goederencorridor Oost (Provincies Zuid-Holland en Gelderland, Havenbedrijf Rotterdam en het Ministerie van I en W) is vastgesteld dat de uitkomsten van het verkeersonderzoek A15 voor het tracé Papendrecht–Gorinchem voldoende aanleiding bieden om grootschalige infrastructurele oplossingen te overwegen. In aanvulling op de MIRT-verkenning worden in het Bestuurlijk Overleg MIRT 2018 afspraken gemaakt over een separaat korte termijn maatregelenpakket voor de in het verkeersonderzoek vastgestelde knelpunten op de gehele A15-corridor.
Oplossingsrichting
De doelstelling van de MIRT-verkenning is het oplossen van de huidige en toekomstige bereikbaarheidsopgaven door het verbeteren van de doorstroming en de veiligheid in het projectgebied in beide richtingen, waardoor de betrouwbaarheid van de reistijd op het netwerk en de bereikbaarheid van het gebied per saldo verbetert.
Eén van de oplossingsrichtingen voor de lange termijn is een capaciteitsuitbreiding op de A15 tussen Sliedrecht West en Gorinchem. In de verkenning worden meerdere alternatieven onderzocht, waaronder oplossingen waarbij er geen of minimale infrastructurele maatregelen worden genomen zoals Smart Mobility. De MIRT-Verkenning moet antwoord geven op de vraag welke oplossing of combinatie van oplossingen het meest effectief is.
In de Startbeslissing zijn aspecten met betrekking tot duurzaamheid en leefbaarheid opgenomen in het beoordelingskader. Ook de doelstellingen van het programma Goederencorridors hebben een plek gekregen in het beoordelingskader. Daarnaast worden kansen die zich voordoen tijdens het ontwerp en de realisatie meegenomen. De Startbeslissing zal worden uitgewerkt in een structuurvisie, waarin de voorkeursbeslissing is opgenomen. Afhankelijk van de voorkeursbeslissing kan er vervolgens een ontwerp-Tracébesluit en een Tracébesluit worden opgesteld.
Financiën
In de Rijksbegroting is vooralsnog € 300 miljoen (incl. BTW) gereserveerd voor de MIRT-Verkenning. In het kader van cofinanciering heeft de provincie Zuid-Holland daarnaast een bedrag van € 30 miljoen toegezegd. Hiermee wordt voldaan aan de vernieuwde MIRT-spelregels waarbij er zicht moet zijn op 75% van de financiering (op basis van een kostenraming van de capaciteitsuitbreiding van € 400 miljoen). Deze raming kent nog een grote onzekerheidsmarge. Na afronding van de verkenning zal op basis van een nieuwe raming het taakstellend budget worden vastgesteld.
Planning
Voorkeursbeslissing |
Eind 2020 |
Ontwerp Tracébesluit |
2021 |
Tracébesluit |
2022 |
Start Realisatie |
2025 |
Openstelling |
2027–2029 |
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga