Ontvangen 29 november 2017
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel I wordt onderdeel A als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel a wordt «0,0285» vervangen door: 0,0114.
2. In onderdeel b wordt «0,0106» vervangen door: 0,0257.
3. In onderdeel c wordt «0,0039» vervangen door: 0,0094.
4. In onderdeel d wordt «0,0021» vervangen door: 0,0050.
5. In onderdeel f wordt «0,0046» vervangen door: 0,0018.
6. In onderdeel g wordt «0,0040» vervangen door: 0,0097.
7. In onderdeel h wordt «0,0039» vervangen door: 0,0094.
8. In onderdeel i wordt «0,0021» vervangen door: 0,000434.
II
In artikel I wordt onderdeel B als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel a wordt «0,0132» vervangen door: 0,0053.
2. In onderdeel b wordt «0,0180» vervangen door: 0,0401.
3. In onderdeel c wordt «0,0048» vervangen door: 0,0107.
4. In onderdeel d wordt «0,000194» vervangen door: 0,000434.
5. In onderdeel e wordt «0,000194» vervangen door: 0,000434
In de huidige systematiek voor de opslag van duurzame energie zijn de lasten van deze opslag 50:50 verdeeld over huishoudens en bedrijven. Dit terwijl de grootste milieu- en klimaatschade door bedrijven wordt veroorzaakt. Huishoudens worden met de huidige systematiek dus onevenredig belast.
Dit amendement verdeelt de lasten volgens een 20:80 verdeling meer in lijn met de uitstoot van broeikasgassen die met energieverbruik gepaard gaat. Hiermee wordt recht gedaan aan het principe de vervuiler betaalt. Tegelijkertijd kan met deze prikkel tot energiebesparing en verduurzaming voor bedrijven en de industrie een CO2-reductie worden verwacht.
Door voorgestelde verdeelsystematiek heeft het amendement geen budgettaire consequenties.
Beckerman